ECLI:NL:GHARL:2015:7843
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. de Witt
- A. van der Meulen
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid hoger beroep wegens misbruik van procesrecht en schending van hoor en wederhoor
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 16 oktober 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Noord-Holland. De kantonrechter had het beroep van de betrokkene, vertegenwoordigd door mr. H.P. Olthof, niet-ontvankelijk verklaard op grond van misbruik van procesrecht. De betrokkene had hoger beroep ingesteld, waarbij hij verzocht om een behandeling ter zitting en vergoeding van kosten. De advocaat-generaal, mr. H. de Ruijter, heeft geen verweerschrift ingediend. Tijdens de zitting op 2 oktober 2015 is de zaak behandeld.
Het hof heeft overwogen dat de kantonrechter terecht heeft geoordeeld dat de handelwijze van de gemachtigde van de betrokkene als misbruik van procesrecht moet worden gekwalificeerd. Volgens artikel 14 van de WAHV kan hoger beroep alleen worden ingesteld als de opgelegde sanctie meer dan € 70,- bedraagt. In dit geval was de sanctie € 23,-, waardoor het hoger beroep in beginsel niet-ontvankelijk verklaard moest worden. De gemachtigde van de betrokkene voerde aan dat er geen inhoudelijke behandeling had plaatsgevonden en dat dit in strijd was met het recht op toegang tot de rechter.
Het hof oordeelde dat er geen sprake was van schending van fundamentele beginselen van behoorlijke rechtspleging. Het enkele feit dat de kantonrechter niet tot een inhoudelijke beoordeling was gekomen, betekende niet dat het recht op toegang tot de rechter was geschonden. Het hof verklaarde het hoger beroep niet-ontvankelijk en wees het verzoek tot vergoeding van kosten af. Deze beslissing werd genomen in het openbaar, waarbij mr. M. de Witt de uitspraak deed in aanwezigheid van griffier mr. A. van der Meulen.