Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
14 oktober 2015
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Leeuwarden(hierna: de Inspecteur)
[Z](hierna: belanghebbende)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.De vaststaande feiten
Per de datum van beëindiging van de arbeidsovereenkomst draagt [J] zorg voor een
Over de Amerikaanse bonussen hebben wij uit de mond van [X] nog het navolgende
19-2-13 Bel. L ‘den bezw ib 07-10 [X] LA”.
3.Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
4.Beoordeling van het geschil
Indien het met betrekking tot een belasting welke bij wege van aanslag wordt geheven aan opzet of grove schuld van de belastingplichtige is te wijten dat de aanslag tot een te laag bedrag is vastgesteld of anderszins te weinig belasting is geheven, vormt dit een vergrijp ter zake waarvan de inspecteur hem, gelijktijdig met de vaststelling van de navorderingsaanslag, een bestuurlijke boete kan opleggen van ten hoogste 100 percent van de in het tweede lid omschreven grondslag voor de boete.”.