ECLI:NL:GHARL:2015:7408
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 29 september 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [de minderjarige1]. De moeder, verzoekster in hoger beroep, heeft de beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Noord-Nederland van 10 maart 2015 aangevochten, waarin de machtiging tot uithuisplaatsing van [de minderjarige1] voor een jaar werd verlengd. De moeder verzocht het hof om deze beschikking te vernietigen en de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen met acht maanden, zodat de GI onderzoek kan doen naar een mogelijke terugplaatsing bij haar. Subsidiair vroeg zij om een duidelijke opdracht aan de GI om een terugplaatsingstraject te onderzoeken.
De GI, verweerder in hoger beroep, heeft de verzoeken van de moeder bestreden en verzocht het hoger beroep te verwerpen. Tijdens de mondelinge behandeling op 27 augustus 2015 zijn zowel de moeder als vertegenwoordigers van de GI verschenen. De vader van [de minderjarige1] is ook gehoord als informant. Het hof heeft de argumenten van beide partijen gehoord en de relevante stukken bestudeerd.
Het hof heeft overwogen dat de gronden voor uithuisplaatsing nog steeds aanwezig zijn. De moeder heeft geen nieuwe omstandigheden aangevoerd die een terugplaatsing rechtvaardigen. Het hof heeft vastgesteld dat [de minderjarige1] inmiddels al twee jaar in het pleeggezin verblijft en dat hij daar de stabiliteit en ondersteuning krijgt die hij nodig heeft. De moeder heeft in het verleden onvoldoende onderzoek gedaan naar de belangen van [de minderjarige1] en haar persoonlijke situatie lijkt niet in lijn te zijn met zijn behoeften. Het hof heeft daarom de beschikking van de kinderrechter bekrachtigd, waarbij de machtiging tot uithuisplaatsing van [de minderjarige1] voor een jaar is verlengd.