Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in het principaal hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 1 oktober 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek van de vrouw om vervangende toestemming te verlenen voor een verhuizing met haar kinderen naar [plaats]. De vrouw, die in het principaal hoger beroep verweerster is, heeft het verzoek ingediend na de ontbinding van het geregistreerd partnerschap met de man. De rechtbank had eerder de ontbinding van het partnerschap uitgesproken en de vrouw verboden om met de kinderen buiten een straal van 25 kilometer van haar huidige woning te verhuizen. De vrouw heeft in hoger beroep aangevoerd dat zij met haar nieuwe partner een nieuw leven wil opbouwen in [plaats], waar zij een sociaal netwerk heeft en waar haar nieuwe partner woont. De man heeft echter betoogd dat de verhuizing niet in het belang van de kinderen is, omdat dit hun contact met hem zou verminderen en de reistijd zou vermeerderen.
Het hof heeft de belangen van de vrouw en de man afgewogen en geconcludeerd dat het belang van de man en de kinderen zwaarder weegt dan het belang van de vrouw om te verhuizen. Het hof heeft geoordeeld dat de verhuizing zou leiden tot een onaanvaardbare beperking van het contact tussen de man en de kinderen. De vrouw heeft haar verzoek tot vervangende toestemming om te verhuizen afgewezen gekregen. Daarnaast heeft het hof ook de verzoeken van de man in incidenteel hoger beroep behandeld, waaronder de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken en de gebruiksvergoeding. Het hof heeft de zorgregeling aangepast en bepaald dat de kinderen eenmaal per veertien dagen bij de man verblijven van woensdag 17.30 uur tot zondagavond 19.00 uur. De gebruiksvergoeding van € 39,- per maand is toegewezen aan de man, met ingang van de datum van inschrijving van de beschikking tot ontbinding van het geregistreerd partnerschap.