In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door Trading B.V. en Management B.V. tegen Holding B.V. over de uitleg van een geheimhoudingsovereenkomst. De geheimhoudingsovereenkomst, die op 14 januari 2009 is gesloten, verplichtte de koper (Holding B.V.) om strikte geheimhouding te betrachten over de informatie die door de verkoper (Trading B.V.) werd verstrekt in het kader van een mogelijke overname. De kern van het geschil betreft de vraag of Holding B.V. deze overeenkomst heeft geschonden door informatie aan een derde partij, B.V., te verstrekken. Het hof heeft vastgesteld dat de kantonrechter in eerste aanleg heeft geoordeeld dat er geen boete is verbeurd door Holding B.V. wegens schending van de geheimhoudingsovereenkomst. In hoger beroep heeft Trading B.V. drie grieven ingediend, waarin zij stelt dat Holding B.V. de geheimhouding heeft geschonden door informatie aan B.V. te verstrekken en dat zij niet heeft voldaan aan de teruggaveplicht van de verstrekte informatie. Het hof heeft de grieven van Trading B.V. verworpen en het vonnis van de kantonrechter bekrachtigd. Het hof oordeelt dat de uitleg van de geheimhoudingsovereenkomst meebrengt dat B.V. niet als derde kan worden aangemerkt in de zin van de overeenkomst, waardoor er geen sprake is van een overtreding. Tevens is het hof van oordeel dat de teruggaveplicht niet is geschonden, omdat er geen bewijs is dat Trading B.V. Holding B.V. om teruggave heeft verzocht. De kosten van het hoger beroep zijn voor rekening van Trading B.V.