Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in het principaal hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gaat het om verzoeken tot vernietiging van huwelijkse voorwaarden en de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap. De partijen, een man en een vrouw, zijn op 20 december 2004 in Las Vegas gehuwd en hebben huwelijkse voorwaarden opgesteld die op 14 december 2004 zijn verleden bij een notaris in Antwerpen. De man heeft de Belgische nationaliteit en de vrouw de Israëlische. Uit hun huwelijk zijn drie kinderen geboren. De man heeft op 19 september 2013 en de vrouw op 25 september 2013 een verzoek tot echtscheiding ingediend. De rechtbank Midden-Nederland heeft in een eerdere beschikking van 23 april 2014 de vrouw niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoeken tot vernietiging van de huwelijkse voorwaarden en de man niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek om te verklaren dat Belgisch recht van toepassing is op het huwelijksvermogensregime.
In hoger beroep heeft de vrouw grieven ingediend tegen de niet-ontvankelijkverklaring en verzocht om haar alsnog ontvankelijk te verklaren. De man heeft incidenteel hoger beroep ingesteld en verzocht om te verklaren dat Belgisch recht van toepassing is. Het hof heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft en dat de verzoeken van beide partijen als nevenvoorzieningen in de echtscheidingsprocedure kunnen worden beoordeeld. Het hof oordeelt dat de rechtbank ten onrechte de verzoeken niet inhoudelijk heeft beoordeeld en besluit de bestreden beschikking te vernietigen en de zaak terug te verwijzen naar de rechtbank voor verdere behandeling.
De beslissing van het hof houdt in dat de proceskosten in hoger beroep worden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. De zaak wordt terugverwezen naar de rechtbank Midden-Nederland voor de afwikkeling van het huwelijksgoederenregime en het verzoek van de man om te verklaren dat partijen zijn gehuwd onder het stelsel van scheiding van goederen. Deze beschikking is op 24 september 2015 uitgesproken in het openbaar.