In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 4 september 2015 een beschikking gegeven in hoger beroep met betrekking tot de bevoegdheid van de civiele rechter en het verzoek om een voorlopig deskundigenonderzoek. De appellant, vertegenwoordigd door mr. L.H. Poortman-de Boer, heeft een verzoek ingediend voor een deskundigenonderzoek naar de aansprakelijkheid van de Politie Nederland, vertegenwoordigd door mr. M.A. Bosman. De appellant stelt dat de aansprakelijkheid van de Politie is gebaseerd op artikel 6:170 van het Burgerlijk Wetboek, dat werkgevers aansprakelijk stelt voor schade veroorzaakt door hun werknemers. Het hof heeft vastgesteld dat de civiele rechter bevoegd is om kennis te nemen van de vorderingen van de appellant, voor zover deze zijn gegrond op artikel 6:170 BW. Het hof heeft ook besloten dat er een comparitie van partijen moet plaatsvinden om de inhoudelijke vragen te bespreken, waaronder de feitelijke toedracht van het ongeval en de deskundigheid van de in te schakelen deskundige. De appellant heeft gesuggereerd dat TNO als deskundige moet worden benoemd, maar de Politie heeft hiertegen bezwaar gemaakt. Het hof heeft de verplichting opgelegd aan de appellant om het voorschot op de kosten van de deskundige te betalen. De verdere beslissing is aangehouden en partijen zijn opgeroepen om samen met hun advocaten te verschijnen voor het hof om inlichtingen te geven en te onderzoeken of er overeenstemming kan worden bereikt over de punten van geschil.