Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
Artikel 1
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een verzoek tot wijziging van de partneralimentatie na een echtscheiding. De man, verzoeker in hoger beroep, heeft de rechtbank verzocht de partneralimentatie te verlagen van € 1.381,01 naar € 501,- per maand, met als argument dat het niet-wijzigingsbeding in het echtscheidingsconvenant op grond van dwaling en misbruik van omstandigheden vernietigd moet worden. De rechtbank heeft dit verzoek afgewezen, waarna de man in hoger beroep is gegaan.
De procedure in hoger beroep begon met een beroepschrift dat op 14 januari 2015 is ingediend. De mondelinge behandeling vond plaats op 28 juli 2015, waarbij beide partijen in persoon aanwezig waren, bijgestaan door hun advocaten. De man voerde aan dat hij door zijn dyslexie niet goed begreep wat het niet-wijzigingsbeding inhield en dat hij onvoldoende was geïnformeerd door de vrouw en haar advocaat. De vrouw betwistte dit en stelde dat de man wel degelijk op de hoogte was van de inhoud van het convenant.
Het hof heeft de argumenten van de man beoordeeld en geconcludeerd dat hij niet voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij een onjuiste voorstelling van zaken had ten aanzien van het niet-wijzigingsbeding. Het hof oordeelde dat de man, ondanks zijn dyslexie, in staat was om de bepalingen van het convenant te begrijpen, vooral gezien zijn eerdere ervaringen en de gesprekken die hij had gehad met de advocaat van de vrouw. Het beroep op dwaling en misbruik van omstandigheden werd dan ook verworpen.
Uiteindelijk heeft het hof de beschikking van de rechtbank Gelderland, locatie Zutphen, van 17 oktober 2014 bekrachtigd, waarmee de verzoeken van de man tot wijziging van de partneralimentatie zijn afgewezen. De beslissing is op 8 september 2015 in het openbaar uitgesproken.