Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
27 januari 2015
[Z](hierna: belanghebbende)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Behandeling van het verzet
3.Beoordeling van het verzet
5.Proceskosten
6.Beslissing
27 januari 2015.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 27 januari 2015 uitspraak gedaan op het verzet van belanghebbende tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn hoger beroep. De belanghebbende had eerder hoger beroep ingesteld tegen uitspraken van de rechtbank Gelderland met betrekking tot aanslagen inkomstenbelasting en de Zorgverzekeringswet voor de jaren 2008 en 2009. De inspecteur van de Belastingdienst had aanslagen opgelegd en bij uitspraken op bezwaar had hij de bezwaren van belanghebbende deels gegrond verklaard. De rechtbank had de beroepen van belanghebbende gegrond verklaard, maar het Hof had het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat het verschuldigde griffierecht niet tijdig was betaald. Belanghebbende heeft hiertegen verzet aangetekend, stellende dat hij uitsluitend hoger beroep had ingesteld tegen de uitspraak inzake de aanslag IB/PVV 2009 en dat het Hof ten onrechte het hoger beroep had gesplitst in vier zaken. Het Hof oordeelde dat belanghebbende niet kon worden verweten dat hij het griffierecht niet had betaald, omdat hij enkel hoger beroep had ingesteld in een andere procedure dan waarin griffierecht was geheven. Het verzet werd gegrond verklaard, de eerdere uitspraak van het Hof werd vernietigd en het Hof besloot dat alsnog griffierecht moest worden geheven voor de procedure inzake de IB/PVV 2009.