Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
heffingsambtenaarvan de
gemeente Weststellingwerf(hierna: de heffingsambtenaar)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om de waardering van een onroerende zaak, specifiek een woning met een paardenfokkerij, en de vraag of de cultuurgrondvrijstelling van toepassing is op het weiland dat deel uitmaakt van het perceel. De heffingsambtenaar had de waarde van de onroerende zaak vastgesteld op € 539.000, wat door belanghebbende werd betwist. Na bezwaar werd deze waarde verlaagd tot € 434.000, maar belanghebbende ging in beroep bij de rechtbank, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierna stelde belanghebbende hoger beroep in bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
Tijdens de zitting werd duidelijk dat beide partijen het erover eens waren dat de waarde van het weiland op de peildatum € 157.725 moest zijn. De heffingsambtenaar betwistte echter de bedrijfsmatige exploitatie van het weiland, terwijl belanghebbende stelde dat dit wel het geval was. Het Hof oordeelde dat de heffingsambtenaar eerder had ingestemd met de bedrijfsmatige exploitatie en dat deze stelling niet opnieuw kon worden opgeworpen. Het Hof concludeerde dat de cultuurgrondvrijstelling van toepassing was, wat leidde tot de beslissing om de waarde van de onroerende zaak te verlagen tot € 276.000 en de aanslag onroerendezaakbelasting dienovereenkomstig aan te passen.
De uitspraak van de rechtbank werd vernietigd, en de heffingsambtenaar werd veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van belanghebbende, die in totaal € 2.204 bedroegen. De uitspraak werd openbaar gedaan op 25 augustus 2015, en beide partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken in cassatie te gaan tegen deze beslissing.