Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in het principaal hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 18 augustus 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over verzoeken tot vervangende toestemming voor verhuizing en wijziging van de zorgregeling tussen de ouders van twee minderjarige kinderen. De moeder, verzoekster in het principaal hoger beroep, heeft verzocht om vervangende toestemming om met de kinderen te verhuizen naar [woonplaats] en hen in te schrijven op respectievelijk de middelbare school en basisschool in die plaats. De vader, verweerder in het principaal hoger beroep, heeft verweer gevoerd en is met een incidenteel hoger beroep gekomen tegen de afwijzing van zijn verzoek tot wijziging van de zorg- en opvoedingstaken. Het hof heeft vastgesteld dat de moeder inmiddels met de kinderen naar [woonplaats] is verhuisd, ondanks de afwijzing van haar verzoek door de rechtbank. Het hof heeft de belangen van beide ouders en de kinderen afgewogen. De moeder heeft aangevoerd dat de verhuizing noodzakelijk is vanwege financiële redenen en de mogelijkheid om een betere leefomgeving voor de kinderen te creëren. De vader heeft zijn bezorgdheid geuit over de toegenomen afstand en de impact op zijn contact met de kinderen. Het hof heeft uiteindelijk geoordeeld dat het belang van de moeder om te verhuizen zwaarder weegt dan het belang van de vader bij het behoud van de huidige zorgregeling. Het hof heeft de moeder vervangende toestemming verleend om met de kinderen te verhuizen en hen in te schrijven op de scholen in [woonplaats]. Tevens is de zorgregeling aangepast, waarbij de overdracht van de kinderen op vrijdag en zondag is vastgesteld.