ECLI:NL:GHARL:2015:6081

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
18 augustus 2015
Publicatiedatum
17 augustus 2015
Zaaknummer
21-003629-13
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling in hoger beroep wegens medeplegen van wederrechtelijke vrijheidsberoving, diefstal met geweld en afpersing

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 18 augustus 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte is veroordeeld voor de voortgezette handeling van het medeplegen van wederrechtelijke vrijheidsberoving, diefstal met geweld en afpersing. De feiten vonden plaats op 18 januari 2012, waarbij de verdachte samen met anderen de aangever heeft beroofd van zijn vrijheid en goederen, waaronder geld en mobiele telefoons, door middel van geweld en bedreiging. Het hof oordeelt dat de verklaringen van de aangever betrouwbaar zijn, ondersteund door ander bewijs, en dat de verdachte een actieve rol heeft gespeeld in de vrijheidsberoving en beroving. De rechtbank had eerder een gevangenisstraf van 24 maanden opgelegd, welke het hof bevestigt. Het hof vernietigt het eerdere vonnis en doet opnieuw recht, waarbij het de verdachte veroordeelt tot een gevangenisstraf van 24 maanden, met aftrek van voorarrest. Tevens wordt de in beslag genomen auto verbeurd verklaard en het onder verdachte in beslag genomen geld teruggegeven. Het hof overweegt dat de ernst van de feiten en de impact op de aangever zwaarwegend zijn in de strafoplegging.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-003629-13
Uitspraak d.d.: 18 augustus 2015
TEGENSPRAAK
Promis
Verkort arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 26 februari 2013 met parketnummer 07-660026-12 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
wonende te [woonadres] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 28 mei 2014 en 4 augustus 2015 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte wegens de feiten 1, 2 en 3 tot gevangenisstraf voor de duur van vierhonderdtweeëntachtig dagen gevangenisstraf, met aftrek van voorarrest en tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zes maanden, met een proeftijd van twee jaren. De advocaat-generaal heeft voorts gevorderd dat de inbeslaggenomen personenauto met het kenteken [kenteken] wordt verbeurd verklaard en dat het onder verdachte inbeslaggenomen geld aan hem wordt teruggegeven. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman,
mr. R.D.A. van Boom, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen en opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg – tenlastegelegd dat:
1:
hij op of omstreeks 18 januari 2012 in de gemeente [gemeente] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [aangever] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, immers heeft/is (hebben/zijn) verdachte en/of één of meerdere van zijn mededader(s) met dat opzet:
  • die [aangever] vastgepakt en/of (vervolgens) geduwd in de richting van het (linker) achterportier van een (personen) auto (gekentekend [kenteken] ,) en/of
  • één of meerdere (2) vuurwapen(s), althans één of meerdere op (een) vuurwapen(s,) gelijkende voorwerp(en), en/of een mes getoond aan die [aangever] en/of
  • die [aangever] één of meerdere malen (met kracht) gestompt en/of geslagen in/op/tegen de buik, althans het lichaam en/of het hoofd en/of
  • die [aangever] de woorden toegevoegd: “Stap in de auto, stap in de auto” en/of
  • (vervolgens) nadat die [aangever] in voornoemde auto is gestapt, met voornoemde auto weggereden met een voor die [aangever] onbekende bestemming en/of
  • (vervolgens) met voornoemde auto met daarin die [aangever] naar de woning van die [aangever] gelegen aan de [adres] gereden en/of
  • (vervolgens) voornoemde auto geparkeerd in de nabijheid van de woning van [aangever] en/of
  • meerdere malen, althans één maal, een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, doorgeladen en/of op/tegen de slaap, althans het hoofd van die [aangever] gedrukt en/of gehouden en/of op die [aangever] gericht en/of
  • die [aangever] dreigend de woorden toegevoegd: “Als je een verkeerde beweging maakt knal ik je neer” en/of
  • (vervolgens, nadat hij, verdachte, en/of één of meerdere van zijn mededader(s) en/of die [aangever] uit voornoemde auto is/zijn gestapt) tegen die [aangever] gezegd dat die [aangever] met hem verdachte en/of één of meer medeverdachte(n) zijn woning gelegen aan de [adres] in moest gaan;
2:
hij op of omstreeks 18 januari 2012 in de gemeente [gemeente] , tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, één of meer wapens van categorie III, te weten één of meerdere pisto(o)l(en) (merk FN, model: GP-35, kaliber 9mm en/of merk Beretta, model Px4 Storm, kaliber 9mm,) en/of munitie van categorie III, te weten één of meerdere (29) kogelpatro(o)n(en) (9mm), voorhanden heeft/hebben gehad;
3:
hij op of omstreeks 18januari 2012 in de gemeente [gemeente] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag van 3050 euro, althans een geldbedrag en/of één of meerdere (2) mobiele telefoon(s) (merk Blackberry en/of Samsung,) en/of een (gouden) ketting met hanger en/of één of meerdere (2) (gouden) oorbel(len), in elk gevat enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [aangever] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren
en/of
hij op of omstreeks 18 januari 2012 in de gemeente [gemeente] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk zich wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [aangever] heeft gedwongen tot de afgifte van één of meerdere geldbedrag(en) (in totaal 3050 euro), althans een geldbedrag en/of één of meerdere mobiele telefoon(s) (merk Blackberry en/of Samsung) en/of een (gouden) ketting met hanger en/of één of meerdere (2) (gouden,) oorbel(len), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s)
  • die [aangever] heeft/hebben vastgepakt en/of geduwd in de richting van het (linker achter)portier van een (personen)auto (gekentekend [kenteken] ) en/of
  • één of meerdere (2) vuurwapen(s), althans één of meerdere op (een) vuurwapen gelijkend(e) voorwerp(en), en/of een mes heeft/hebben getoond aan die [aangever] en/of
  • die [aangever] één of meerdere malen (met kracht) heeft/hebben gestompt en/of geslagen in/op/tegen de buik, althans het lichaam en/of het hoofd en/of
  • die [aangever] de woorden heeft/hebben toegevoegd: “Stap in de auto, stap in de auto” en/of
  • (vervolgens), nadat die [aangever] in voornoemde auto is gestapt, met voornoemde auto is/zijn weggereden met een voor die [aangever] onbekende bestemming en/of
  • die [aangever] de woorden heeft/hebben toegevoegd: “Ik wil geld zien” en/of “We maken geen grappen” en/of ”Wat heb je nog meer bij je” en/of ”Doe je oorbellen uit en geef ze aan mij” en/of “Houd je mond” en/of
  • (daarbij) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen de slaap/het hoofd van die [aangever] heeft/hebben gedrukt en/of gehouden en/of aan die [aangever] getoond en/of
  • (daarbij) één of meerdere (2) mobiele telefoon(s) uit de zak van die [aangever] heeft/hebben gepakt en/of
  • (vervolgens) met voornoemde auto met daarin die [aangever] naar de woning van die [aangever] gelegen aan de [adres] is/zijn gereden en/of
  • (vervolgens) voornoemde auto heeft/hebben geparkeerd in de nabijheid van de woning van [aangever] en/of
  • meerdere malen, althans één maal, een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, heeft/hebben doorgeladen en/of op/tegen de slaap, althans het hoofd van die [aangever] heeft/hebben gedrukt en/of gehouden en/of op die [aangever] heeft/hebben gericht en/of
  • die [aangever] dreigend de woorden heeft/hebben toegevoegd: “Als je een verkeerde beweging maakt knal ik je neer” en/of
  • (vervolgens, nadat hij, verdachte, en/of één of meerdere van zijn mededader(s) en/of die [aangever] uit voornoemde auto is/zijn gestapt) tegen die [aangever] heeft/hebben gezegd dat die [aangever] met hem verdachte en/of één of meer medeverdachten) zijn woning gelegen aan de [adres] in moest gaan;
  • (vervolgens, in de woning gelegen aan de [adres] ) aan die [aangever] de woorden heeft/hebben toegevoegd: “Pak je pinpas” en/of “Je moet gaan pinnen” en/of “Waar ligt er geld” en/of “Ga op je bed zitten”.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Vormverzuimen

De raadsman heeft aangevoerd dat met betrekking tot de observatie door de politie van de medeverdachte [medeverdachte] sprake is van een aantal onherstelbare vormverzuimen.
Het hof overweegt dat, voor zover al sprake zou zijn geweest van vormverzuimen met betrekking tot de observatie van [medeverdachte] , niet is aangevoerd noch blijkt dat verdachte daardoor is geschaad in enig rechtens te respecteren belang. Het hof verwerpt daarom dit verweer.

Overwegingen met betrekking tot het bewijs

Het hof acht de verklaringen die zijn afgelegd door de aangever [aangever] (hierna: [aangever] ) betrouwbaar en bezigt deze verklaringen voor het bewijs voor zover het betreft de gebeurtenissen die in de auto plaats vonden.
De verklaring van [aangever] vindt met betrekking tot die gebeurtenissen op een aantal belangrijke punten steun in ander bewijsmateriaal. Op basis van de verklaring van [aangever] en dit andere bewijsmateriaal komt het hof tot een bewezenverklaring voor de gebeurtenissen in de auto. Op slechts enkele onderdelen van de ten laste legging is het bewijs weliswaar alleen te vinden in de verklaring van [aangever] maar gelet op de omstandigheid dat de bewezenverklaring in zijn geheel ook op belangrijke onderdelen uit ander bewijsmateriaal komt is voldaan aan het beginsel van artikel 342 lid 2 van het wetboek van Strafvordering.
Voor wat betreft de gebeurtenissen in de woning vindt het hof voor de verklaring van [aangever] geen steun in ander bewijsmateriaal. Het enige andere bewijsmateriaal zou moeten komen van de verklaringen van [medeverdachte] (hierna: [medeverdachte] ) en [betrokkene] (hierna: [betrokkene] ). Die bieden geen steun aan de verklaring van [aangever] en verschillen bovendien onderling ook nog sterk. Voor de ten laste gelegde gebeurtenissen in de woning zal het hof dan ook partieel vrijspreken.
Het hof is van oordeel dat de verklaring van [aangever] steun vindt in het volgende.
Uit pingberichten tussen [betrokkene] en [medeverdachte] [1] blijkt dat zij beiden een plan hadden om [aangever] een kilo harddrugs dan wel een groot geldbedrag afhandig te maken. [betrokkene] heeft hierover – zakelijk weergegeven – op de terechtzitting van het hof van 4 augustus 2015 ook verklaard dat [aangever] een gemakkelijk slachtoffer was, waarvan op een eenvoudige manier een buit kon worden verkregen. De bedoeling was om [aangever] onder druk te zetten door te beweren dat zij handelden uit naam van degene van wie [aangever] een kilo drugs had gestolen. Dit maakte [aangever] een gemakkelijk slachtoffer, aldus [betrokkene] [2] , omdat hij zelf de drugs gestolen had en hij dus niet de politie kon inschakelen. Dit plan hebben zij vervolgens uitgevoerd. [medeverdachte] heeft op diezelfde zitting van het hof verklaard dat hetgeen [betrokkene] heeft verklaard over de bedoeling juist is en dat ze dat samen ook zo hebben uitgevoerd.
Uit een tapgesprek [3] blijkt dat [medeverdachte] in de auto belde met degene van wie de kilo drugs gestolen zou zijn. [medeverdachte] heeft daarover verklaard dat het een gesprek met een willekeurig door hem gebelde persoon was. Dat gesprek met een onbekende heeft hij alleen gevoerd om [aangever] de indruk te geven dat hij met de bestolene belde. [4] Ook dit werd gedaan om de druk op [aangever] op te voeren. Voorts kan uit dit tapgesprek worden opgemaakt dat met [aangever] over geld wordt gesproken en dat aangever wat zou pakken. [5]
[aangever] heeft verklaard dat er in de auto druk op hem is uitgeoefend en dat daarbij ook een telefoongesprek werd gevoerd en die verklaring vindt steun in het voorgaande.
In de auto zijn achteraf een vuurwapen en een mes aangetroffen. Bij [medeverdachte] werd een Beretta vuurwapen aangetroffen [6] .
Ten slotte zijn de gouden oorbellen en een mobiele telefoon van [aangever] in verdachtes auto aangetroffen [7] .
Deze vondsten bieden steun aan de verklaring van [aangever] dat hij in de auto met een mes en twee vuurwapens is bedreigd en dat zijn telefoons van hem zijn afgepakt en dat hij zijn oorbellen moest afgeven.
Uit de verklaringen van verdachte, [medeverdachte] en [betrokkene] blijkt verder dat zij [aangever] daadwerkelijk in een auto hebben meegenomen en dat [medeverdachte] , [betrokkene] en [aangever] vanuit de auto naar de woning van [aangever] zijn gegaan.
Ten tijde van de gebeurtenis was een observatieteam actief dat [medeverdachte] onder observatie had. Daar is een verslag van opgemaakt [8] en hierin is geen bevestiging te vinden dat [aangever] (met bedreiging met geweld) in de auto is geduwd noch van de (gewelds)handelingen die in de auto hebben plaatsgevonden. Uit een later opgemaakt proces-verbaal [9] wordt uitleg gegeven dat het observatieteam “vanwege tactische- en veiligheidsredenen” niet continu de locatie waar [medeverdachte] zich bevond in het oog heeft gehouden en dat daarom niet alles is waargenomen wat daar heeft plaatsgevonden. Hieruit kan naar het oordeel van het hof dan ook niet geconcludeerd worden dat de verklaring van [aangever] als onbetrouwbaar moet worden aangemerkt maar kan slechts geconcludeerd worden dat hierin geen bevestiging van zijn verklaring kan worden gevonden.
Ambtshalve heeft het hof onderzocht of de handelingen van verdachte zijn aan te merken als medeplegen of als medeplichtigheid. Blijkens het voorgaande was verdachte immers niet betrokken bij het maken van het plan en hij was bestuurder van de auto.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 2 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3474 onder meer overwogen:
3.2.2.
(…) Indien het tenlastegelegde medeplegen in de kern niet bestaat uit een gezamenlijke uitvoering, maar uit gedragingen die met medeplichtigheid in verband plegen te worden gebracht (zoals het verstrekken van inlichtingen, op de uitkijk staan, helpen bij de vlucht), (…) rust op de rechter de taak om in het geval dat hij toch tot een bewezenverklaring van het medeplegen komt, in de bewijsvoering - dus in de bewijsmiddelen en zo nodig in een afzonderlijke bewijsoverweging - dat medeplegen nauwkeurig te motiveren.
Uit de later op te nemen bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen, blijkt dat verdachtes rol niet beperkt is gebleven tot die van chauffeur. Hij heeft een actieve rol gespeeld in de vrijheidsberoving van
[aangever]. Toen
[aangever]bij de auto was, stapte verdachte uit de auto, net als beide medeverdachten, die voorzien waren van een vuurwapen.
Verdachte had toen een mes in zijn hand. Hij heeft
[aangever]vastgepakt die vervolgens in de auto werd geduwd. In de auto heeft [betrokkene] tegen
[aangever]gezegd dat hij geld wilde zien. [medeverdachte] had een wapen in zijn hand, zichtbaar ter hoogte van zijn hoofd en zei dat ze geen grappen aan het maken waren. [betrokkene] hield zijn vuurwapen tegen slaap van aangever aan. [betrokkene] heeft aangever toen onder meer geld en een telefoon afhandig gemaakt. Aangever moest van [betrokkene] ook zijn oorbellen afdoen aan hem geven. Vervolgens ging verdachte rijden. Tijdens de rit is blijkens het hiervoor genoemde tapgesprek gesproken over geld.
Gezien al deze gedragingen is er sprake geweest van een zodanig bewuste en nauwe samenwerking tussen verdachte, [medeverdachte] en [betrokkene] waar het gaat om de vrijheidsberoving van [aangever] , maar ook waar het gaat om diens beroving en afpersing in de auto van verdachte, dat van medeplegen sprake is.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1:
hij op 18 januari 2012 in de gemeente [gemeente] , tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk [aangever] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden, immers heeft/is (hebben/zijn) verdachte en één of meerdere van zijn mededader(s) met dat opzet:
  • die [aangever] vastgepakt en/of (vervolgens) geduwd in de richting van een (personen)auto (gekentekend [kenteken] ,) en
  • 2 vuurwapens en een mes getoond aan die [aangever] en
  • die [aangever] gestompt in de buik en geslagen tegen het hoofd en
  • die [aangever] de woorden toegevoegd: “Stap in de auto, stap in de auto” en
  • nadat die [aangever] in voornoemde auto is gestapt, met voornoemde auto weggereden met een voor die [aangever] onbekende bestemming en
  • vervolgens met voornoemde auto met daarin die [aangever] naar de woning van die [aangever] gelegen aan de [adres] gereden en
  • vervolgens voornoemde auto geparkeerd in de nabijheid van de woning van [aangever] en
  • meerdere malen een vuurwapen doorgeladen en tegen de slaap van die [aangever] gedrukt en gehouden en op die [aangever] gericht en
  • die [aangever] dreigend de woorden toegevoegd: “Als je een verkeerde beweging maakt knal ik je neer”;
2:
hij op 18 januari 2012 in de gemeente [gemeente] , tezamen en in vereniging met anderen, vuurwapens van categorie III, te weten pistolen (merk FN, model: GP-35, kaliber 9mm en merk Beretta, model Px4 Storm, kaliber 9mm,) en munitie van categorie III, te weten 29 kogelpatronen (9mm), voorhanden heeft gehad;
3:
hij op 18 januari 2012 in de gemeente [gemeente] tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag en een mobiele telefoon (merk Blackberry) toebehorende aan [aangever] , welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [aangever] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken
en
hij op 18 januari 2012 in de gemeente [gemeente] tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk zich wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [aangever] heeft gedwongen tot de afgifte van 2 gouden oorbellen, toebehorende aan [aangever] , welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat hij, verdachte en/of zijn mededaders
  • die [aangever] heeft/hebben vastgepakt en geduwd in de richting van een (personen)auto (gekentekend [kenteken] ) en
  • 2 vuurwapens, en een mes heeft/hebben getoond aan die [aangever] en
  • die [aangever] heeft/hebben gestompt in de buik en heeft/hebben geslagen tegen het hoofd en
  • die [aangever] de woorden heeft/hebben toegevoegd: “Stap in de auto, stap in de auto” en
  • nadat die [aangever] in voornoemde auto is gestapt, met voornoemde auto is/zijn weggereden met een voor die [aangever] onbekende bestemming en
  • die [aangever] de woorden heeft/hebben toegevoegd: “Ik wil geld zien” en “We maken geen grappen” en ”Wat heb je nog meer bij je” en ”Doe je oorbellen uit en geef ze aan mij” en “Houd je mond” en
  • een vuurwapen tegen de slaap van die [aangever] heeft/hebben gedrukt en gehouden en aan die [aangever] getoond en
  • een mobiele telefoon uit de zak van die [aangever] heeft/hebben gepakt en
  • met voornoemde auto met daarin die [aangever] naar de woning van die [aangever] gelegen aan de [adres] is/zijn gereden en
  • voornoemde auto heeft/hebben geparkeerd in de nabijheid van de woning van [aangever] .
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het onder 1 en onder 3 bewezen verklaarde levert op:
De voortgezette handeling van medeplegen van opzettelijk iemand van de vrijheid beroven en beroofd houden
en
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
en
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
het onder 2 bewezen verklaarde levert respectievelijk op:
medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III.
meermalen gepleegd
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf

De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich – zakelijk weergegeven – op 18 januari 2012 schuldig gemaakt aan medeplegen van wederrechtelijke vrijheidsberoving, medeplegen van verboden wapenbezit, diefstal met geweld in vereniging en medeplegen van afpersing. Door aldus te handelen hebben verdachte en zijn mededaders grote gevoelens van angst en onveiligheid veroorzaakt bij het slachtoffer en een ernstige inbreuk gemaakt op zijn lichamelijke en psychische integriteit, alsook op zijn bewegingsvrijheid.
Het hof heeft gelet op een verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 27 juli 2015, waaruit blijkt dat verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld ter zake van strafbare feiten, waaronder soortgelijke feiten. Deze veroordelingen hebben hem kennelijk niet weerhouden van het opnieuw begaan van een vergelijkbaar feit.
Gelet op de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder gepleegd en de persoon van verdachte zoals volgt uit al het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, is het hof – met de rechtbank – van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, met aftrek van de tijd die verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht, een passende bestraffing is. Voor oplegging van de door de advocaat-generaal gevorderde deels voorwaardelijke gevangenisstraf, per saldo een hogere straf ziet het hof, mede gezien het tijdsverloop sinds de berechting in eerste aanleg, geen aanleiding.

Beslag

Het onder 1 en 3 tenlastegelegde en bewezenverklaarde is begaan met behulp van de hierna te noemen inbeslaggenomen en niet teruggegeven personenauto. Deze behoort de veroordeelde toe. De auto zal daarom worden verbeurd verklaard.
Het hof heeft hierbij rekening gehouden met de draagkracht van veroordeelde.
Het onder verdachte in beslaggenomen geld zal, nu niet kan worden vastgesteld dat er een verband bestaat met het bewezenverklaarde, aan verdachte worden teruggegeven.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 24, 33, 33a, 47, 56, 57, 63, 282, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Verklaart verbeurdhet in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
- een personenauto (merk Ford, type Focus, voorzien van kenteken [kenteken] ).
Gelast de teruggave aan verdachte van het onder hem inbeslaggenomen geldbedrag van € 660,00 (zeshonderdzestig euro).
Aldus gewezen door
mr. K. Lahuis, voorzitter,
mr. J. Hielkema en mr. A.J. Rietveld, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. A. Meester, griffier,
en op 18 augustus 2015 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. A.J. Rietveld voornoemd is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Proces-verbaal met nummer [nummer 1] met bijlagen, d.d. 12 maart 2012 in de wettelijke vorm opgemaakt door een opsporingsambtenaar (bladzijden 959 tot en met 961).
2.Proces-verbaal van de behandeling ter terechtzitting van dit hof d.d. 4 augustus 2015.
3.Een schriftelijk stuk, te weten de schriftelijke uitwerking van een telefoontap van een gesprek op 18 januari 2012 te 14:55:56 uur met nummer [telefoonnummer] (bladzijden 933 en 934) en deskundigenverslag van J.F.M. Vermeulen, MSc, d.d. 25 februari 2015, verbonden aan het Nederlands Forensisch Instituut.
4.Een proces-verbaal van verhoor met nummer [nummer 1] , d.d. 24 januari 2012 in de wettelijke vorm opgemaakt door opsporingsambtenaren (bladzijden 1071 tot en met 1078).
5.Deskundigenverslag Vermeulen, pagina 4 en het door de raadsman ter terechtzitting van de rechtbank (d.d. 12 februari 2013) overgelegde door de raadsman zelf uitgewerkte verslag van de bandopname, pagina 1 en 2.
6.Een proces-verbaal met nummer [nummer 2] , d.d. 17 april 2012 in de wettelijke vorm opgemaakt door een opsporingsambtenaar (bladzijden 924 tot en met 928).
7.Het hiervoor in voetnoot 5 genoemde proces-verbaal.
8.Een proces-verbaal met nummer [nummer 3] , d.d. 18 januari 2012 in de wettelijke vorm opgemaakt door opsporingsambtenaren (bladzijden 1111 tot en met 1114).
9.Een proces-verbaal met nummer [nummer 3] .aanvulling, d.d. 22 mei 2012 in de wettelijke vorm opgemaakt door opsporingsambtenaren (ongenummerd).