Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[appellant],
[bedrijfsnaam],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
- het proces-verbaal van de op 30 augustus 2013 gehouden comparitie van partijen,
- de memorie van grieven, met producties,
- de memorie van antwoord, met producties,
- de door [appellant] genomen akte uitlating producties, waarbij tevens een productie is overgelegd.
2.De vaststaande feiten
3.De motivering van de beslissing in hoger beroep
‘(aangepaste)BEVESTIGING’, waarin staat dat [geïntimeerde] het vervoer zou uitvoeren met een 50- of 57-persoons touringcar en waarin verder hetzelfde staat als in de eerste bevestiging. [appellant] heeft nagelaten om de tweede bevestiging ondertekend te retourneren. Volgens [geïntimeerde] ontstond hierdoor bij hem onduidelijkheid over de vraag of [appellant] het vervoer nog wel wilde laten plaatsvinden, maar voor een dergelijke onzekerheid heeft hij onvoldoende redenen opgegeven. De datum van het vervoer, de vertrektijden en plaatsen, de bestemming en de aantallen deelnemers waren immers alle onveranderd en de enige reden voor toezending van de bevestiging van 12 juli 2011 was het herstel van de vergissing met betrekking tot het type bus. Indien juist is, zoals [geïntimeerde] in § 6 van zijn memorie van antwoord heeft geschetst, dat het in zijn bedrijf gebruikelijk was om een rit pas te agenderen na ontvangst van een ondertekende bevestiging, neemt dat niet weg dat [geïntimeerde] , die immers de eerste bevestiging met handtekening van [appellant] had terugontvangen, zonder nader bericht van [appellant] geen reden had om eraan te twijfelen dat deze wilde dat [geïntimeerde] het vervoer zou uitvoeren.
out of pocket expenseshebben volgens de memorie van grieven pag. 2, laatste alinea circa € 25.000 bedragen) te verminderen met het gedeelte daarvan dat aan hem is gerestitueerd (bijvoorbeeld wegens de annulering). Van deze restituties of besparingen (op hotelkosten?) is geen specificatie gegeven. [appellant] zal dat alsnog kunnen doen.
35 alternatieve tripsad totaal € 8.400 (kennelijk: retourtickets die ongebruikt en niet gerestitueerd zijn - [appellant] dient nog toe te lichten dat hij de tickets heeft betaald en dat ondanks het bepaalde in artikel 9.1. van de algemene vervoersvoorwaarden van Wizz Air Hungary Kft. er niets werd gerestitueerd of overgeboekt in verband met een andere reis),
14 restitutiesad totaal € 10.610 (niet onderbouwd is dat het teruggeven van betaalde reissommen als een ten behoeve van de reis gemaakte kostenpost kan worden beschouwd het opvoeren van deze post berust kennelijk op een onjuiste aanname met betrekking tot de wijze van schadeberekening, zodat de vordering tot vergoeding daarvan zal worden afgewezen),
annuleringskostenad € 500 (de uitgave van dit bedrag staat niet vast, evenmin als de relatie van de kosten met de reis; de schadepost behoeft een nadere toelichting),
dinerkostenad € 768 (het hof rekent het betalen van het diner op 18 juli 2011 in het licht van de ongemakken die het missen van de vlucht voor de reizigers heeft veroorzaakt, toe als een gevolg van [geïntimeerdes] tekortkoming - deze post is toewijsbaar),
extra kantoorurenvan [appellant] ad € 800 (de omvang van het aantal uren dat [geïntimeerde] heeft gewerkt als gevolg van het missen van de vlucht is niet nader onderbouwd, evenmin als het gehanteerde uurtarief - [appellant] kan een nadere toelichting geven) en
buitengerechtelijke incassokostenter hoogte van 15% van de hoofdsom (ondanks reeds in eerste aanleg gevoerd verweer heeft [appellant] niet uiteengezet dat hij buitengerechtelijke incassowerkzaamheden heeft ondernomen of laten ondernemen, zodat de post zal worden afgewezen).
35 alternatieve trips,
annuleringskostenen
extra kantooruren. Dit kan hij doen op de hierna gelaste comparitie van partijen, zulks aan de hand van een uiterlijk vier weken voor die comparitie aan het hof en [geïntimeerde] toe te zenden schriftelijke uiteenzetting, zoveel mogelijk onderbouwd met schriftelijke (betalings- en andere) bescheiden waaruit de juistheid van de daarin gestelde gegevens blijkt. Uiterlijk twee weken vóór de comparitie zal [geïntimeerde] daarop schriftelijk kunnen reageren. [appellants] toelichting en [geïntimeerdes] reactie zullen ter comparitie als akte, respectievelijk antwoordakte kunnen worden ingediend. Ter comparitie kan, indien de raadsheer-commissaris daartoe aanleiding ziet, verder nog worden bezien in hoeverre een vergelijk mogelijk is.
4.Slotsom
5.De beslissing
4 augustus 2015, waarna dag en uur van de comparitie (ook indien voormelde opgave van een of meer van partijen ontbreekt) door de raadsheer-commissaris zullen worden vastgesteld;