Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 16 juli 2015, betreft het een hoger beroep over de vaststelling van kinderalimentatie. De man, verzoeker in hoger beroep, heeft een kind met de vrouw, verweerster in hoger beroep, en is in geschil over de hoogte van de bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van het kind. De rechtbank Overijssel had eerder bepaald dat de man vanaf 17 december 2012 € 600,- per maand moest betalen. De man heeft in hoger beroep twee grieven ingediend, waarbij hij betoogt dat hij niet in staat is om deze bijdrage te betalen vanwege onvoldoende draagkracht. De vrouw heeft haar verzoek tot kinderalimentatie beperkt tot € 600,- per maand, maar het hof heeft vastgesteld dat beide partijen onvoldoende inzicht hebben gegeven in hun financiële situatie.
Het hof heeft geoordeeld dat de man onvoldoende bewijs heeft geleverd van zijn financiële situatie en dat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat zijn draagkracht ontoereikend is. De vrouw heeft ook niet voldoende inzicht gegeven in haar financiële positie, waardoor het hof niet in staat was om een draagkrachtvergelijking te maken. Uiteindelijk heeft het hof besloten dat beide partijen ieder voor de helft in de behoefte van het kind moeten voorzien, wat resulteert in een maandelijkse bijdrage van € 400,14 per persoon, met ingang van 17 december 2012. De eerdere beschikking van de rechtbank is vernietigd en de nieuwe beslissing is uitvoerbaar bij voorraad.