ECLI:NL:GHARL:2015:507
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Raadkamer
- H.J. de Ruijter
- W.M. van Schuijlenburg
- H.M. Poelman
- Rechtspraak.nl
Vordering tot gevangenneming in het kader van voorlopige hechtenis en TBS-maatregel
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 26 januari 2015 uitspraak gedaan over een vordering tot gevangenneming van een verdachte die in voorlopige hechtenis verbleef. De verdachte was eerder door de rechtbank veroordeeld tot de maatregel van TBS met dwangverpleging, waarbij het risico op herhaling van geweldsdelicten een belangrijke rol speelde. De advocaat-generaal had een vordering ingediend op basis van artikel 66a van het Wetboek van Strafvordering, omdat de termijn voor de voorlopige hechtenis was verstreken zonder tijdige verlenging door het openbaar ministerie. Het hof heeft vastgesteld dat de belangen van de verdachte door het verzuim van het openbaar ministerie ernstig zijn geschaad, maar heeft geoordeeld dat het maatschappelijke belang bij voortzetting van de voorlopige hechtenis zwaarder weegt. Het hof heeft daarom de gevangenneming van de verdachte bevolen voor de duur van 90 dagen, waarbij het hof zich baseerde op de artikelen 66a, 67, 67a en 75 van het Wetboek van Strafvordering. De beslissing is genomen in raadkamer, waarbij de advocaat-generaal, de verdachte en zijn raadsman aanwezig waren.