Uitspraak
Overwegingen:
Beslissing
[terbeschikkinggestelde]niet-ontvankelijk in het door hem tegen de beslissing van de rechtbank Oost-Brabant van 5 februari 2015 ingestelde beroep.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 25 juni 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de verlenging van de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde, die sinds 2006 op een longstayafdeling verblijft. Het hof oordeelt dat het hoger beroep niet bedoeld is als rechtsmiddel tegen de longstayplaatsing, waarvoor de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) de bevoegde instantie is. De terbeschikkinggestelde had beroep ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Oost-Brabant van 5 februari 2015, die de terbeschikkingstelling met twee jaar had verlengd. Tijdens de zitting op 11 juni 2015 zijn de terbeschikkinggestelde en zijn raadsvrouw, mr. H.S.K. Jap A Joe, gehoord, evenals de advocaat-generaal, mr. G.J. de Haas.
Het hof heeft de relevante stukken in overweging genomen, waaronder eerdere uitspraken en adviezen van de kliniek. De raadsvrouw heeft verzocht om het hoger beroep ontvankelijk te verklaren, maar het hof concludeert dat er geen grieven zijn ingediend die een inhoudelijke behandeling rechtvaardigen. De terbeschikkinggestelde heeft tot nu toe onvoldoende bewijs geleverd dat het recidivegevaar niet meer aan de orde is. De behandelingen hebben voornamelijk bestaan uit medicatie, en er is vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde behandelresistent is.
Het hof heeft uiteindelijk geoordeeld dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is, omdat het niet gericht is tegen de longstayplaatsing. De beslissing van de rechtbank Oost-Brabant wordt bevestigd, en de terbeschikkinggestelde wordt niet-ontvankelijk verklaard in zijn beroep. Deze uitspraak is gedaan door een kamer van het hof, met mr. Y.A.J.M. van Kuijck als voorzitter, en is openbaar uitgesproken op 25 juni 2015.