3.9Op grond van artikel 4:78 BW kan [appellant] als legitimaris jegens [geïntimeerde] als erfgenaam aanspraak maken op inzage en een afschrift van alle bescheiden die hij voor de berekening van zijn legitieme portie behoeft en dient [geïntimeerde] hem desverlangd alle daartoe strekkende inlichtingen te verschaffen. Het hof overweegt dat uit de bewoordingen ‘alle daartoe strekkende inlichtingen’ in artikel 4:78 lid 1 BW afgeleid kan worden dat dit begrip weliswaar zo ruim als mogelijk moet worden uitgelegd, maar dat het wel beperkt is tot de gegevens die nodig zijn voor de berekening van de legitieme portie. Artikel 4:65 BW bepaalt dat de legitieme portie wordt berekend over de waarde van de goederen der nalatenschap, welke waarde wordt vermeerderd met de bij deze berekening in aanmerking te nemen giften en verminderd met de schulden vermeld in artikel 4:7 lid 1 onder a tot en met c en f BW.
Het hof zal de gevraagde stukken en informatie aan de hand van de opsomming van [appellant] in de memorie van grieven (a. tot en met j.) toetsen aan dit uitgangspunt en daarbij het verweer van [geïntimeerde] betrekken:
a.
Boedelbeschrijving.
[geïntimeerde] is als erfgenaam niet verplicht ten behoeve van [appellant] als legitimaris over te gaan tot het opmaken van een boedelbeschrijving; hij dient wel een overzicht van de goederen en de schulden op de sterfdatum te verstrekken. Gelet op het gemotiveerde en niet weersproken verweer van [geïntimeerde] dat aan [appellant] door tussenkomst van de notaris inzage is gegeven in en stukken zijn verstrekt die nodig zijn voor de berekening van zijn legitieme portie, dat deze stukken ongeveer vier jaar ter inzage hebben gelegen bij de notaris en dat [geïntimeerde] bereid is deze stukken opnieuw bij de notaris ter inzage te leggen, zal het hof dit onderdeel van de vordering afwijzen. Nu aan [appellant] ruim de gelegenheid is geboden en andermaal wordt geboden kennis te nemen van stukken waarvan hij in deze procedure inzage en afschrift verlangt, valt niet in te zien welk belang hij heeft bij dit onderdeel van zijn vordering.
Bankafschriften
[geïntimeerde] dient aan [appellant] slechts die bankafschriften te verstrekken die nodig zijn voor het bepalen van het saldo op de sterfdatum van erflaatster. In het algemeen is daartoe voldoende het afschrift dat het verloop van de bankrekening op die datum toont of een print van de internetpagina met de gegevens op die datum. Gelet op het hiervoor onder a weergegeven verweer van [geïntimeerde] en het eveneens onweersproken verweer dat de bankafschriften vanaf 2003 bij de notaris voor [appellant] ter inzage hebben gelegen, valt niet in te zien welk belang hij bij dit onderdeel van zijn vordering heeft, zodat het hof dit zal afwijzen.
Levensverzekeringen en koopsompolissen
[geïntimeerde] heeft [appellant] meegedeeld dat voor zover hem bekend de erflaatster geen levensverzekeringen of koopsompolissen had. [appellant] heeft geen enkele aanwijzing gegeven dat erflaatster deze wel had. Dit onderdeel zal bij gebreke van (voldoende onderbouwd en gespecificeerd) belang worden afgewezen.
Uitkeringen van de voormalige melkfabriek te Boekelo
Dat gegevens of documenten betreffende deze uitkering (gedaan rond 1975/1976) relevant zouden kunnen zijn voor de berekening van de legitieme portie van [appellant] is niet gebleken. Bovendien heeft [geïntimeerde] [appellant] al meegedeeld dat hij de door [appellant] gevraagde gegevens niet heeft aangetroffen in de administratie van erflaatster. Dit onderdeel zal bij gebrek aan (voldoende onderbouwd en gespecificeerd) belang worden afgewezen.
Uitkeringen voormalige meelleverancier A.B.T.B. te Haaksbergen
Dit onderdeel wordt afgewezen op dezelfde grond als onderdeel d.
Giften
Nu [geïntimeerde] aan [appellant] door tussenkomst van de notaris de gevraagde informatie omtrent giften heeft verschaft, heeft hij geen belang meer bij dit onderdeel. Het hof zal dit onderdeel afwijzen.
Rente geldlening erflaatster en [geïntimeerde]
heeft aan [appellant] al meegedeeld dat hij geen rente was verschuldigd over het door hem van erflaatster geleende bedrag, hetgeen onvoldoende gemotiveerd betwist is door [appellant], zodat ook dit onderdeel bij gebrek aan enig belang van [appellant] zal worden afgewezen.
Informatie besteding ledenkapitaal van de melkinrichting en de Coöperatieve Aan- en Verkoopvereniging
[geïntimeerde] heeft aan [appellant] meegedeeld, dat hij geen informatie heeft over deze besteding. Ook dit onderdeel strandt derhalve bij gebrek aan (voldoende onderbouwd en gespecificeerd) belang.
i.
Opgave betalingen aan legitimarissen
Niet valt in te zien dat deze opgave, voor zover dergelijke betalingen al zijn gedaan, relevant kan zijn voor de berekening van de legitieme portie van [appellant].
Alle overige informatie die van belang kan zijn voor berekening legitieme portie
Gelet op het verweer dat [geïntimeerde] alle hem bekende informatie heeft verstrekt, bestaat ook geen belang bij dit onderdeel van de vordering.