Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[geïntimeerde sub 1],
[geïntimeerde sub 2],
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, gaat het om een hoger beroep betreffende de ontbinding van een koopovereenkomst van een onroerende zaak. De appellante, een besloten vennootschap, had op 11 mei 2011 een mondelinge overeenkomst gesloten met de geïntimeerden voor de aankoop van een woon-/kantoorobject. De overeenkomst werd op 23/26 mei 2012 ondertekend, met een leveringsdatum van 1 september 2011. De geïntimeerden deden op 11 april 2012 een beroep op ontbindende voorwaarden, maar de appellante stelde dat deze voorwaarden niet tijdig waren ingeroepen. De rechtbank Midden-Nederland had in eerste aanleg de vordering van de appellante toegewezen, maar de geïntimeerden kwamen in verzet. De rechtbank vernietigde het verstekvonnis en wees de vordering van de appellante af, wat leidde tot het hoger beroep.
Het hof oordeelde dat de partijen de overeengekomen termijnen voor het inroepen van de ontbindende voorwaarden hadden losgelaten. Het hof concludeerde dat de geïntimeerden op 11 april 2012 een geldig beroep op de ontbindende voorwaarden hadden gedaan, waardoor de koopovereenkomst op die datum was komen te vervallen. De appellante's beroep op ontbinding per 5 oktober 2012 werd verworpen, en het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank. De appellante werd veroordeeld in de kosten van het hoger beroep, vastgesteld op € 704,- aan griffierecht en € 3.262,- aan salaris advocaat.