ECLI:NL:GHARL:2015:4297

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
15 juni 2015
Publicatiedatum
12 juni 2015
Zaaknummer
21-001490-14
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vergoeding van schade door onrechtmatige vrijheidsbeneming en kosten van een nieuw geboekte vakantie

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 15 juni 2015 uitspraak gedaan op een verzoekschrift ex artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering. Verzoeker, die in een strafzaak was gedetineerd, verzocht om vergoeding van de kosten van een nieuw geboekte vakantie, nadat hij door zijn vrijheidsbeneming een eerder geboekte vlucht had gemist. Het hof oordeelde dat de kosten van de nieuwe vakantie redelijkerwijs als schade konden worden aangemerkt die voortvloeide uit de onrechtmatige vrijheidsbeneming. Verzoeker had in totaal € 3.043,41 aan schadevergoeding gevraagd, bestaande uit € 105,- voor één dag in verzekering en € 2.938,41 voor de kosten van de nieuwe vakantie. Het hof heeft de kosten van de nieuwe vakantie, die duurder was door het missen van de vlucht, als schade erkend, evenals de kosten voor de indiening van het verzoekschrift, die op € 550,- werden vastgesteld. Het hof kende uiteindelijk een totale schadevergoeding van € 3.084,41 toe aan verzoeker, waarbij het meer of anders verzochte werd afgewezen. De voorzitter van het hof, J.J. Beswerda, heeft de beschikking ondertekend, samen met de andere rechters en de griffier.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN,
LOCATIE LEEUWARDEN
Beschikking d.d. 15 juni 2015 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, locatie Leeuwarden, meervoudige raadkamer, op het verzoek ex artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering van:

[verzoeker],

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [woonadres],
verschenen in persoon en bijgestaan door zijn advocaat mr. B.P.M. Canoy,
advocaat te Leeuwarden.

De inhoud van het verzoek

Verzoeker vraagt vergoeding ten laste van de Staat voor de schade welke hij ten gevolge van ondergane detentie in een strafzaak heeft geleden ten bedrage van € 3.043,41, nader gespecificeerd als volgt:
- 1 dag in verzekering gesteld op het politiebureau € 105,-
- kosten nieuw geboekte vakantie € 2.938,41
Voorts vraagt verzoeker een vergoeding voor de gemaakte kosten voor de indiening en behandeling van het verzoekschrift.

De behandeling in raadkamer

Het hof heeft in openbare raadkamer van 1 juni 2015 gehoord de advocaat-generaal, alsmede verzoeker en diens advocaat.
Voorts heeft het hof heeft gezien de stukken, waaronder het verzoekschrift en de op de zaak betrekking hebbende stukken.

De beoordeling van het verzoek

Uit het onderzoek in openbare raadkamer is - voor zover hier van belang - het navolgende gebleken:
- tegen verzoeker is een strafzaak aanhangig geweest, behandeld in eerste aanleg onder parketnummer 17-166202-12 door de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, en vervolgens in hoger beroep onder parketnummer 21-007171-13 door dit hof op 18 april 2014;
- verzoeker heeft 1 dag (te weten van 22 mei 2012 tot en met 23 mei 2012) in verzekering doorgebracht;
- verzoeker is bij arrest van dit hof d.d. 2 mei 2014 vrijgesproken van het feit, waarop voormelde detentie betrekking had;
- voormeld arrest is onherroepelijk geworden op 17 mei 2014;
- de strafzaak tegen verzoeker is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel;
- verzoeker heeft tengevolge van voormelde detentie schade geleden;
- verzoeker heeft het verzoek op de voorgeschreven wijze en tijdig ingediend;
Het hof is van oordeel, alle omstandigheden in aanmerking genomen, dat gronden van billijkheid aanwezig zijn om aan verzoeker ter zake van immateriële schade een schadevergoeding toe te kennen. Gelet op de ter zake landelijk gehanteerde uitgangspunten zal een vergoeding worden toegekend voor één dag verblijf in een politiecel tegen het daarvoor geldende tarief, te weten € 105,- per dag.
Voorts is verzocht om vergoeding van de kosten van een nieuw geboekte vakantie. Ten tijde van de aanhouding was verzoeker op Schiphol om – samen met zijn partner en twee andere personen – naar hun vakantiebestemming te vliegen. Door de vrijheidsbeneming heeft verzoeker zijn vlucht gemist en ook zijn partner is niet op vakantie gegaan. De kosten van deze vakantie zijn niet gerestitueerd. Kort nadat verzoeker was heengezonden heeft hij een nieuwe vakantie geboekt, van dezelfde duur en in hetzelfde hotel. Omdat er geen sprake meer was van vroegboekkorting en de vakantie in een andere periode viel, was deze vakantie duurder.
Anders dan de advocaat-generaal kunnen de kosten van een nieuw geboekte vakantie, naar het oordeel van het hof, redelijkerwijs wel worden aangemerkt als schade die als gevolg van de onrechtmatige vrijheidsbeneming is geleden. Het hof ziet voorts aanleiding om ook de gemaakte kosten van verzoekers partner te vergoeden, nu het niet doorgaan van haar vakantie redelijkerwijs evenzeer als het gevolg van verzoekers detentie kan worden beschouwd. Nu de gevraagde kosten echter ook betrekking hebben op de vakantiekosten van de meereizende kleinzoon van verzoeker, terwijl niet is gebleken dat hij tevens met de eerste vakantie zou meereizen, zal het hof het verzoek in zoverre afwijzen.
De kosten van het verzoekschrift moeten worden vergoed overeenkomstig de ter zake landelijk gehanteerde uitgangspunten, en wel tot een bedrag van € 550,-
Gelet op het vorenstaande zal het hof aan verzoeker de volgende vergoeding ten laste van de Staat toe kennen voor de schade, welke hij tengevolge van voormelde detentie in voormelde strafzaak heeft geleden:
- ondergane detentie: 1 dag politiebureau ad € 105,- € 105,-
- materiele schade € 2.429,41
- kosten indiening en behandeling verzoek € 550,-
totaal € 3.084,41

De beschikking

Het hof:
kent aan verzoeker
[verzoeker]toe een vergoeding ten laste van de Staat ten bedrage van
€ 3.084,41;
wijst af het meer of anders verzochte.
Aldus gegeven door mr. J.J. Beswerda als voorzitter, mrs. W.M. van Schuijlenburg en H.J. de Ruijter, in tegenwoordigheid van mr. H.J. Samplonius als griffier, en ondertekend door de voorzitter en de griffier voornoemd.
De voorzitter beveelt de tenuitvoerlegging ten aanzien van dit bedrag door overmaking van dat bedrag op bankrekeningnummer [nummer] ten name van Stichting Beheer Derdengelden Canoy Strafrechtadvocatuur Leeuwarden onder vermelding van [verzoeker]/89 Sv.
Voorzitter