ECLI:NL:GHARL:2015:4242
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- W. Foppen
- J.D.S.L. Bosch
- D.J. Buijs
- Rechtspraak.nl
Matigingsbevoegdheid onderhoudsbijdrage jongmeerderjarige op grond van artikel 1:399 BW
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 28 mei 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de onderhoudsbijdrage die een vader aan zijn jongmeerderjarige zoon moet betalen. De vader had in hoger beroep de beschikking van de rechtbank Noord-Nederland van 24 september 2014 aangevochten, waarin was bepaald dat hij maandelijks € 575,- aan zijn zoon moest betalen. De vader voerde aan dat zijn zoon grievend gedrag vertoonde, wat volgens hem een grond was om de onderhoudsverplichting te matigen. Het hof oordeelde dat er geen voldoende bewijs was voor de stelling van de vader dat het gedrag van de jongmeerderjarige zodanig grievend was dat het niet redelijk was om van hem te verlangen dat hij bijdroeg in de kosten van levensonderhoud en studie. Het hof stelde vast dat de jongmeerderjarige vanaf 30 april 2014 geen opleiding had gevolgd, maar dat hij per 1 augustus 2014 was ingeschreven voor een beroepsopleiding. Het hof concludeerde dat de behoefte van de jongmeerderjarige op € 575,- per maand werd vastgesteld, maar dat na aftrek van de ontvangen studiefinanciering de vader een bijdrage van € 424,- per maand moest betalen. De vader had niet gegriefd tegen de ingangsdatum van de bijdrage, die op 30 april 2014 was vastgesteld. Het hof vernietigde de eerdere beschikking en bepaalde de onderhoudsbijdrage op € 424,- per maand, uitvoerbaar bij voorraad.