In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 9 juni 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep. De appellant, die woonachtig is in [woonplaats], had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Overijssel van 6 januari 2015. De advocaat van de appellant, mr. H. Killi, heeft zich onttrokken aan de zaak, waardoor de appellant zonder vertegenwoordiging kwam te zitten. De geïntimeerde, wonende te [woonplaats], heeft vervolgens arrest gevraagd. Het hof heeft vastgesteld dat er geen proceshandeling is verricht die langer dan een jaar niet is uitgevoerd, waardoor ontslag van instantie niet aan de orde is. Tevens is het hof van oordeel dat de appellant nog niet voor grieven heeft gestaan, wat betekent dat de verwerping van het appel op die grond ook niet aan de orde is. Het hof heeft de zaak daarom verwezen naar de rol voor het nemen van de memorie van grieven en het (opnieuw) stellen van een advocaat door de appellant. De zaak is aangehouden voor verdere beslissingen, waarbij het hof de appellant heeft gewezen op de gevolgen van het niet stellen van een nieuwe advocaat binnen de gestelde termijn.