ECLI:NL:GHARL:2015:4094

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
5 juni 2015
Publicatiedatum
5 juni 2015
Zaaknummer
21-000839-14
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling ter zake van mensenhandel met een gevangenisstraf van 42 maanden

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 5 juni 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Gelderland. De verdachte, die eerder was veroordeeld voor mensenhandel, heeft opnieuw hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank. Het hof heeft de zaak behandeld op de zitting van 22 mei 2015, waarbij het hof kennisnam van de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte, vertegenwoordigd door zijn raadsvrouw, mr. G.A. Jansen. De verdachte werd beschuldigd van het werven, vervoeren en uitbuiten van twee slachtoffers, aangeduid als [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte misbruik heeft gemaakt van de kwetsbare posities van beide slachtoffers, die onder druk zijn gezet om in de prostitutie te werken en hun verdiensten aan de verdachte af te staan. Het hof heeft de verklaringen van de slachtoffers en getuigen als bewijs gebruikt, evenals de financiële gegevens die aantonen dat de verdachte financieel heeft geprofiteerd van hun werkzaamheden. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 42 maanden, waarbij het hof rekening heeft gehouden met de ernst van de feiten, de kwetsbaarheid van de slachtoffers en de recidive van de verdachte. Daarnaast is er een schadevergoeding toegewezen aan [slachtoffer 2] voor gederfde inkomsten en immateriële schade. Het hof heeft de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toegewezen en de verdachte verplicht om een bedrag van 10.000 euro te betalen, bestaande uit 9.000 euro materiële schade en 1.000 euro immateriële schade.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-000839-14
Uitspraak d.d.: 5 juni 2015
TEGENSPRAAK
Promis
Arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Gelderland van 3 februari 2014 met parketnummer 05-860183-13 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedatum 1],
wonende te [woonplaats].
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 22 mei 2015 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw, mr. G.A. Jansen, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het (onder meer door een gewijzigde tenlastelegging) op verschillende onderdelen tot een andere beslissing komt.
Het hof zal daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is -na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in hoger beroep- tenlastegelegd dat:

1.hij (op meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 april 2011 tot en met 31 juni 2011 te [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats], in elk geval (telkens) in Nederland,

meermalen, althans eenmaal (telkens),
A: (lid 1, onder 1)
een ander, genaamd [slachtoffer 1], door dwang en/of geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of door dreiging met geweld en/of één of meer andere feitelijkheden, door afpersing, fraude, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare positie, heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest en/of opgenomen met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 1],
en/of
B: (lid 1, onder 4)
[slachtoffer 1] door dwang en/of geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of door dreiging met geweld en/of één of meer andere feitelijkheden, door afpersing, fraude, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare positie heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten
dan wel onder de onder 1 van dit artikel genoemde omstandigheden, te weten dwang en/of geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of door dreiging met geweld en/of één of meer andere feitelijkheden, door afpersing, fraude, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare positie enige handeling(en) heeft/hebben ondernomen waarvan hij, verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer 1] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten,
en/of
C: (lid 1, onder 6)
opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de (seksuele) uitbuiting van [slachtoffer 1],
en/of
D: (lid 1, onder 9)
met één of meerdere van de onder 1 genoemde middelen, te weten dwang en/of geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of door dreiging met geweld en/of één of meer andere feitelijkheden, door afpersing, fraude, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare positie [slachtoffer 1] heeft gedwongen dan wel bewogen hem, verdachte, te bevoordelen uit de opbrengst van haar seksuele handelingen met en/of voor een derde,
immers heeft/is verdachte (telkens)
- terwijl zij een borderline persoonlijkheidsstoornis heeft en/of
- een (liefdes)relatie met die [slachtoffer 1] aangegaan en/of
- die [slachtoffer 1] beloofd dat hij haar zou beschermen tegen het geweld van haar ex-vriend en/of
- die [slachtoffer 1] bedreigd en/of gedreigd met geweld en/of
- die [slachtoffer 1] toegeschreeuwd en/of vernederd en/of
- herhaaldelijk geld aan die [slachtoffer 1] gevraagd en/of
- die [slachtoffer 1] vijf, althans meerdere telefoonabonnementen op naam van die [slachtoffer 1] laten afsluiten en/of beloofd dat hij het bankrekeningnummer kon wijzigen van de automatische incasso en/of omzetten naar zijn eigen rekening, zodat ze zich geen zorgen hoefde te maken en/of
- aan die [slachtoffer 1] informatie en/of een telefoonnummer gegeven over een seksclub en/of aangegeven dat ze veel geld kon verdienen en/of achter het raam nog meer kon verdienen en/of
- die [slachtoffer 1] vervoerd en/of
- die [slachtoffer 1] instructies gegeven en/of
- aan die [slachtoffer 1] gevraagd hoeveel geld ze had verdiend en/of
- ( een deel van) het door die [slachtoffer 1] verdiende geld ingenomen en/of beheerd en/of (deels) aangewend voor zijn eigen gebruik,
door welke feiten en omstandigheden voor voornoemde [slachtoffer 1] een (afhankelijkheids)situatie is ontstaan waaraan zij zich niet heeft kunnen onttrekken en/of ten gevolge waarvan zij geen weerstand aan verdachte heeft kunnen bieden,
terwijl nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een eerdere veroordeling van verdachte in kracht van gewijsde is gegaan;

2.2.hij (op meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 juni 2012 tot en met 28 februari 2013 te [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats], in elk geval (telkens) in Nederland,

meermalen, althans eenmaal (telkens),
A: (lid 1, onder 1)
een ander, genaamd [slachtoffer 2], door dwang en/of geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of door dreiging met geweld en/of één of meer andere feitelijkheden, door afpersing, fraude, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare positie, heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest en/of opgenomen met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 2],
en/of
B: (lid 1, onder 4)
[slachtoffer 2] door dwang en/of geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of door dreiging met geweld en/of één of meer andere feitelijkheden, door afpersing, fraude, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare positie heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten
dan wel onder de onder 1 van dit artikel genoemde omstandigheden, te weten dwang en/of geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of door dreiging met geweld en/of één of meer andere feitelijkheden, door afpersing, fraude, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare positie enige handeling(en) heeft/hebben ondernomen waarvan hij, verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer 2] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten,
en/of
C: (lid 1, onder 6)
opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de (seksuele) uitbuiting van [slachtoffer 2],
en/of
D: (lid 1, onder 9)
met één of meerdere van de onder 1 genoemde middelen, te weten dwang en/of geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of door dreiging met geweld en/of één of meer andere feitelijkheden, door afpersing, fraude, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare positie [slachtoffer 2] heeft gedwongen dan wel bewogen hem, verdachte, te bevoordelen uit de opbrengst van haar seksuele handelingen met en/of voor een derde,
immers heeft/is verdachte (telkens)
- terwijl die [slachtoffer 2] een laag IQ heeft en/of uit huis geplaatst was als kind en/of drugs gebruikt en/of
- terwijl die [slachtoffer 2] verliefd is op verdachte en/of
- tegen die [slachtoffer 2] gezegd dat dat het beter was voor hen als zij in de prostitutie ging werken en/of dat ze snel geld konden verdienen en/of dat ze dan leuke dingen konden doen en/of samen een huisje konden huren en/of
- die [slachtoffer 2] mishandeld en/of
- boos geworden op die [slachtoffer 2] en/of tegen die [slachtoffer 2] geschreeuwd als zij niet genoeg had verdiend en/of
- die [slachtoffer 2] drugs verstrekt en/of gedrogeerd en/of
- die [slachtoffer 2] zonder dat zij het wist seks laten hebben en/of
- aan die [slachtoffer 2] adressen van seksclubs gegeven en/of
- die [slachtoffer 2] als prostituee laten werken en/of
- die [slachtoffer 2] drugs laten verkopen en/of
- die [slachtoffer 2] gehuisvest en/of
- die [slachtoffer 2] vervoerd en/of
- ( een deel van) het door die [slachtoffer 2] verdiende geld ingenomen en/of beheerd en/of (deels) aangewend voor zijn eigen gebruik,
door welke feiten en omstandigheden voor voornoemde [slachtoffer 2] een (afhankelijkheids)situatie is ontstaan waaraan zij zich niet heeft kunnen onttrekken en/of ten gevolge waarvan zij geen weerstand aan verdachte heeft kunnen bieden,
terwijl nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een eerdere veroordeling van verdachte in kracht van gewijsde is gegaan;
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsoverweging
Inleiding
Het hof geeft onderstaand eerst een overzicht van de relevante bewijsmiddelen, waarvan de redengevende onderdelen voor het bewijs worden gebruikt. Vervolgens wordt de beoordeling door het hof van de tenlastelegging besproken.
De advocaat-generaal heeft gerequireerd tot bewezenverklaring van de feiten 1 en 2, de raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit ten aanzien van die feiten. Hetgeen door de raadsvrouw naar voren is gebracht wordt weersproken door de bewijsmiddelen en de beoordeling daarvan door het hof, zoals hieronder wordt weergegeven.
Bewijsmiddelen [1]
1. Het proces-verbaal van aangifte (op 14 juli 2011), inhoudende – zakelijk weergegeven – de
verklaring van [slachtoffer 1], geboren op [geboortedatum 2]:
Ongeveer in maart 2011 heb ik [verdachte] leren kennen. Er is bij mij in juni 2011 de diagnose borderline vastgesteld. Hierdoor ben ik heel naïef en te goed van vertrouwen in andere mensen. Ook heb ik van een eerdere relatie een posttraumatische stoornis overgehouden. In maart 2011 ben ik zo erg door mijn ex-vriend op straat in elkaar geslagen, dat ik behoorlijk door alle stress en spanning de weg was kwijt geraakt. Dat was ook de tijd dat ik [verdachte] heb leren kennen. [verdachte] heeft toen aan mij beloofd dat hij mij zou beschermen tegen het geweld van mijn ex-vriend. Dat gaf mij vertrouwen in [verdachte] en ik wilde toen ook graag iemand om mij heen die mij bescherming kon bieden. In april 2011 vertelde [verdachte] aan mij dat hij voor iemand een Iphone nodig had. [verdachte] vroeg toen aan mij of ik dit toestel met abonnement op mijn naam wilde zetten. Ik heb toen tegen [verdachte] gezegd dat ik dit niet wilde. [verdachte] heeft toen tegen mij gezegd dat ik mij nergens zorgen om hoefde te maken. Hij zou na het afsluiten van het abonnement het bankrekeningnummer wijzigen van de automatische incasso. Hij zou deze dan om laten zetten naar zijn eigen bankrekening. Omdat ik geloofde wat [verdachte] zei, zijn we op 12 april 2011 naar een telefoonwinkel [telefoonwinkel] te [plaats] gegaan. Hier is toen op mijn naam een Iphone met T-Mobile abonnement afgesloten. Het contract en de telefoon heeft [verdachte] gelijk onder zich gehouden. Ongeveer een dag later kwam [verdachte] weer bij mij. Hij vertelde tegen mij dat hij voor zichzelf ook een mobiele telefoon nodig had. Ook hier heb ik weer gezegd dat ik dit liever niet wilde hebben. Hij wilde dus dat ik voor hem op mijn naam een telefoonabonnement afsloot. Toch heeft hij mij weer zover gekregen dat ik hem geloofde. Ik geloofde dat hij na het afsluiten van het abonnement de automatische incasso zou laten omzetten naar zijn eigen bankrekening. We zijn toen naar de [telefoonwinkel] te [plaats] geweest. Hier is toen een BlackBerry toestel met abonnement op mijn naam afgesloten. [verdachte] heeft het contract en de BlackBerry weer bij zich gehouden. Ik heb [verdachte] meerdere malen gevraagd of hij de automatische incasso, zoals hij beloofd had, al had veranderd. [verdachte] reageerde hier nogal agressief op tegen mij. Hij vond dat ik niet moest zeuren en zei dat alles wel goed zou komen. [verdachte] begon toen ook tegen mij te schreeuwen, hij begon mij uit te schelden en zijn hele houding veranderde. [verdachte] weet dat ik erg bang ben voor fysiek geweld. Hier heeft hij misbruik van gemaakt. Er zijn op 28 april 2011 en 3 mei 2011 nog twee Vodafone sim only abonnementen afgesloten bij [telefoonwinkel] te [plaats]. Ik heb toen heel duidelijk gezegd dat ik dit niet wilde doen. Ook omdat [verdachte] zich niet aan zijn belofte hield. Toen ik dit tegen [verdachte] zei, werd hij erg kwaad. Het gesprek begon te escaleren en ik voelde mij er niet erg prettig bij. Ik werd angstig, eigenlijk heel erg bang. [verdachte] heeft zijn woorden extra kracht bij gezet door zijn hand omhoog te heffen en een dreigende slaande beweging te maken in de richting van mij. Bij deze houding en zijn gedrag werd ik herinnerd aan mijn ex-vriend die mij regelmatig mishandelde. Ik werd hierdoor zo bang dat ik uiteindelijk maar heb toegegeven aan zijn dringende verzoek. De laatste keer dat er een mobiele telefoon met een abonnement is aangeschaft op mijn naam, is na 3 mei 2011 geweest, bij de [telefoonwinkel] te [plaats]. Door het verbale en non-verbale gedrag van [verdachte] zijn er in totaal vijf abonnementen afgesloten op naam van mij. In het begin was ik te naïef en ik geloofde alles wat [verdachte] tegen mij zei. [verdachte] heeft misbruik gemaakt van mij en met name mijn psychische kwetsbaarheid. Door de telefoonabonnementen sta ik nu in het rood. Ik heb hierdoor een schuld opgebouwd. Voordat ik [verdachte] leerde kennen, heb ik nog nooit in het rood gestaan. [2]
2. Het proces-verbaal van verhoor (op 8 september 2011), inhoudende – zakelijk weergegeven – de
verklaring van [slachtoffer 1]:
Ik ben door [verdachte] in de prostitutie terecht gekomen. Ik heb voor hem als hoer moeten werken achter de ramen en het geld wat ik daarmee verdiende aan hem moeten afstaan. Ik ben een meisje met een heel groot verleden. Ik heb heel veel meegemaakt. Toen ik [verdachte] leerde kennen, was het net uit met mijn ex-vriend. Het ging toen niet erg goed met me. [verdachte] heeft dit ook gezien van mij. Ik was bang dat mijn ex mij kwam opzoeken. [verdachte] zei altijd tegen mij dat zolang ik bij hem in de buurt zou blijven, hij mij niets kon maken. [verdachte] zou mij altijd beschermen. Dat gaf mij een veiliger gevoel. Op het moment dat ik [verdachte] leerde kennen, maakte hij een goede indruk op mij. Toen ik moest werken, dronk ik wel heel veel. Toen was ik wel een beetje verslaafd. Ik dronk om het vol te kunnen houden. Ik vond het werk psychisch zwaar en daarom dronk ik ook. [verdachte] heeft mij veel gedreigd dat hij mij zou slaan. Hij begon altijd met schreeuwen en dan dreigde hij mij te slaan door zijn hand omhoog te halen. Doen alsof hij een slaande beweging maakte. Ik heb [verdachte] begin april 2011 leren kennen. Ik ging naar mijn vriendin [getuige 4] op de [adres]. Daar was hij ook. Ik kon goed met hem opschieten. Er was wel een klik tussen ons. Ik mocht hem wel. We hadden contact via de telefoon. Hij kwam steeds vaker bij mij thuis langs. Na zijn vakantie in Turkije kregen wij min of meer een relatie. Vanaf dat moment bleef hij ook bij mij slapen. Onze relatie heeft ongeveer van april tot en met juni 2011 geduurd. [verdachte] woonde toen in [woonplaats]. In die periode waren wij veel samen. Het veranderde tussen ons vrij snel toen hij terug kwam uit Turkije. Hij werd met name verbaal erg agressief naar mij toe. Ik kon niets goed doen. Ik was dom en naïef. Hij zou mij wel veranderen zodat ik wel wat harder zou worden. Gewoon veel schreeuwen tegen mij. Ik kan daar helemaal niet tegen, vooral als mannen tegen mij schreeuwen. Ik klap dan helemaal dicht. [verdachte] vond dat ik te veel tijd besteedde aan mijn vriendinnen en te weinig met hem doorbracht. Het begon toen hij mij vertelde dat hij geen geld meer had. Ik heb een Wajong-uitkering. Ik kan goed sparen. Dat met die abonnementen was vlak voordat hij naar Turkije ging. [3]
3. Het proces-verbaal van verhoor (op 15 september 2011), inhoudende – zakelijk weergegeven – de
verklaring van [slachtoffer 1]:
Ik ben bij [verdachte] ingetrokken in april 2011. Ik betaalde bijna alles. Hij heeft al mijn geld opgemaakt. Na ongeveer twee weken veranderde het samenwonen. Op een avond kwam hij helemaal overstuur thuis. Hij vertelde dat hij iemand moest vermoorden. Hij moest in één keer 500 euro hebben om een pistool te kopen. Dat wilde ik eerst niet geven. Uiteindelijk heeft hij heel erg doorgezeurd en doorgedramd. Toen kreeg ik een migraine aanval. Ik heb toen tegen hem gezegd ‘pak m’n bankpasje maar en pak het geld maar’. Hij heeft vervolgens mijn pasje gepakt en is toen weggegaan. Hij wist mijn pincode. De volgende dag kwam hij terug met een pistool. [verdachte] begon steeds agressiever naar mij te worden. Gewoon, boos, schreeuwen, schelden, dreigen en hij was heel erg gemeen. Hij wist precies hoe hij mij pijn kon doen. [4]
4. Het proces-verbaal van verhoor (op 10 oktober 2011), inhoudende – zakelijk weergegeven – de
verklaring van [slachtoffer 1]:
Vlak daarna gingen wij samen naar [plaats]. [verdachte] had geld nodig, dus heeft hij met mijn pinpas 250 euro van mijn rekening gepind. Ik kon geen ‘nee’ meer zeggen. Dan kregen we spanning en ruzies. Ik kon er gewoon niet meer tegen. Ik kon niet tegen het geschreeuw en de spanning. We zijn naar het casino in [plaats] gegaan. [verdachte] heeft nog meer geld van mij opgemaakt. Hij had zelf geen geld. Natuurlijk vond ik dat niet leuk. Tegen hem hoef ik geen ‘nee’ te zeggen. Begin van de avond zijn we weer naar [plaats] gegaan. Op de terugreis begon [verdachte] mij te vragen of ik in de prostitutie wilde werken. Hij zocht een manier om geld te verdienen. Hij had het er continue over hoe ‘we’ geld moesten verdienen. Hij vertelde op een gegeven moment heel serieus dat ik met het werken in een club heel veel geld zou kunnen verdienen en dat we dan alles konden doen wat we maar wilden. Hij bedoelde een hoerenclub. Ik probeerde hem duidelijk te maken dat ik niet zo ben en dat ik dat niet zou doen. Hij zei dat ik dat wel zou kunnen. Dat ik daar sterk genoeg voor was en dat het allemaal wel mee zou vallen. [verdachte] bleef er maar over doorpraten, over dit onderwerp. Hij probeerde mij over te halen om in de prostitutie te gaan werken. Hij liet het blijken alsof het positief was. Hij zei ook dwingerig ‘je moet het gaan doen, je kunt het wel’ of woorden van gelijke strekking. Ik voelde mij op dat moment erg ongemakkelijk omdat ik niet wist wat ik ermee aan moest. Op een gegeven moment zei ik tegen hem ‘ja is goed, ik ga erover nadenken’. Ik zei het om er vanaf te komen. Ik dacht dan ben ik er nu vanaf en dan kan ik altijd nog terugkrabbelen. Ik had verwacht dat als ik ‘nee’ zou zeggen dat hij mij nooit zou dwingen om te gaan werken in de prostitutie. Hij was helemaal blij. Hij was trots op me. Hij zei van, als ik dit zou doen, dat hij nooit meer gemeen tegen mij zou doen en hij had er spijt van dat hij dit gedaan had. Verder heeft hij het er niet meer over gehad. Hij had wel door dat ik het er moeilijk mee had. Ongeveer twee dagen later stuurde hij mij een sms. Daarna belde hij mij. Hij zei tegen mij dat er in het sms-berichtje een nummer stond dat ik moest bellen. Dat was het nummer van [getuige 2] voor een kamer in [plaats]. Dit om een raam te huren. [verdachte] zei tegen mij dat ik haar moest bellen om te vragen wat de huur kostte en of er een plek vrij was. Dat wilde ik niet. Dus ik zei tegen [verdachte] dat ik gebeld had, maar dat ze niet op nam. Ik durfde eigenlijk niet te zeggen dat ik het niet wilde. [verdachte] raakte mij psychisch. Het plan was dat ik achter de ramen moest werken als hoer. [verdachte] begon er zo vaak mogelijk over. Hij zei continue tegen mij ‘probeer het nog eens’. Ik deed dan alsof ik belde maar ik belde helemaal niet. Uiteindelijk ging [verdachte] zelf bellen. Zij nam dus wel gelijk op. Hij zei tegen mij waarom ik zat te liegen. Ik bleef volhouden dat ze bij mij echt niet op nam. [verdachte] zei toen tegen mij dat ik [getuige 2] opnieuw moest bellen. Op dat moment kwam ik er niet onderuit. Ik zei tegen hem dat ik met de hond ging lopen. Ik wilde niet bellen waar [verdachte] bij was. Ik vond het doodeng om te bellen. Ik was bang dat ik iets verkeerds zou zeggen wat hij dan zou horen. Ik was doodsbang. Voor wat me stond te gebeuren. Ik had geen idee wat me te wachten stond. Toen heb ik buiten gebeld. Ik stelde me voor als [slachtoffer 1]. [getuige 2] vertelde de kosten. [verdachte] zei tegen mij dat ik een andere naam moest gaan zeggen. Ik vroeg dus of er een kamer vrij was. Zij zei tegen mij dat ik de volgende dag kon komen en of ik tegen 17.00 uur kon komen. Ze heeft de naam [kamerverhuurder] genoemd. [verdachte] wist waar het was. Het was ergens in mei 2011. [verdachte] was blij dat ik het echt ging doen. Ik vertelde dat ik gebeld had en dat ik de volgende dag daar naar toe kon en dat we daar tegen zo en zo laat moesten zijn. Die avond sliep hij bij mij. Hij legde mij uit wat mij te wachten stond en hoe het in zijn werk ging. Hij vertelde mij dat pijpen neuken 50 euro kostte. Ik moest ook heel duidelijk zijn naar de klanten. Zulk soort tips gaf hij mij. Wat hij mij heel duidelijk maakte was dat ik niet moest laten merken dat ik bang of onzeker was en dat ik het niet wilde. Omdat hij hiervoor bang was, dat hij hiervoor opgepakt zou worden. Hij was doodsbang voor de politie. Hij was bang dat hij als loverboy opgepakt zou worden. Hij zei dat ik niks over de telefoon mocht zegen, omdat bij bang was dat hij afgetapt zou worden. Hij was bang dat de politie hem afluisterde en dat het dan allemaal zou uitkomen. De volgende dag gingen wij naar [plaats]. Hij heeft alles kapot gemaakt. Hij heeft al mijn geld afgepakt. [5]
5. Het proces-verbaal van verhoor (op 19 oktober 2011), inhoudende – zakelijk weergegeven – de
verklaring van [slachtoffer 1]:
Het klopt dat we met de auto naar [plaats] zijn gegaan. [naam] reed. [verdachte] en ik zaten achterin. Tegen 19.00 uur was ik in [plaats]. Ze hebben mij bij het Pathé theater afgezet. Dit is een bioscoop in [plaats]. Dat is vlak achter de [naam raamprostitutie]. Dat zijn de ramen. De prostitutieramen. De auto stopte. [verdachte] en ik stapten uit de auto. Buiten de auto zei [verdachte] tegen mij welke straat ik in moest lopen om bij het prostitutiegebied te komen. Ik zag een man op mij afkomen die mij aansprak en vroeg of ik [slachtoffer 1] was. De man stelde zich voor als [kamerverhuurder]. Ik ben achter het raam gaan zitten. Net nadat [kamerverhuurder] weg was, heb ik gelijk [verdachte] gebeld. Als de recherche langs zou komen, vertelde [verdachte] mij wat ik dan moest zegen. Ik mocht totaal niet huilen. Ik mocht niet zenuwachtig doen en ik moest zeggen dat ik het gewoon voor mezelf deed en dat ik het niet erg vond om te doen. Ik vond het gewoon doodeng allemaal. Omdat ik bang was voor [verdachte]. Hoe hij zou reageren. [verdachte] komt gewoon dreigend over. Als er een klant was geweest, moest ik [verdachte] bellen. Ik ben nog nooit zo bang geweest. Ik zat daar achter het raam. Iedereen die langs liep dacht ik, loop gewoon door. Doe alsof ik hier niet ben. Ik vond het vreselijk dat mensen naar mij keken, ik voelde me gewoon vies. Na een half uur kreeg ik mijn eerste klant. Met hem had ik afgesproken dat pijpen en neuken 50 euro kost. Wat we hadden afgesproken, is toen ook gebeurd. Nadat hij weg ging, ben ik gaan douchen. Ik voelde me heel vies. Ik voelde me kapot. Ik heb zitten huilen en huilen. Na een kwartier ben ik weer achter het raam gaan zitten. [verdachte] zei tegen mij dat het minder erg was wanneer ik het een paar keer had gedaan. Tijdens de klant werd ik gebeld door [verdachte]. Ik had mijn telefoon op stil gezet. Na de klant keek ik op mijn telefoon en toen zag ik dat hij gebeld had. Ik heb hem toen teruggebeld. Ik moest huilen en dat mocht niet. Ik huilde aan de telefoon. Hij werd boos. ‘Je weet dat ik word afgeluisterd en dan ga jij zitten huilen’. Ik was helemaal overstuur. Ik wilde het gewoon niet. Ik durfde hem niet tegen te spreken. Na de tweede klant kwam [verdachte] bij me langs. Hij kwam bij mij op mijn kamer. Ik moest heel erg huilen. Hij bleef maar volhouden hoe sterk ik was, hoe mooi ik was. Hij heeft me even vast gehouden, geknuffeld. Hij bleef tegen mij zeggen ‘probeer het nou maar’. Ik zei tegen hem dat ik het weer ging proberen. Ik probeerde mij sterk te houden. Ik doe vaak dingen die anderen van mij verwachten. Bij [verdachte] was dat wel erger. Voor [verdachte] was ik echt bang. Het geld heb ik aan hem gegeven. Dat was van twee klanten en dat was 100 euro. Die dag heb ik twee klanten gehad. Ik heb het geld niet teruggekregen. Op een gegeven moment raakte ik zodanig overstuur dat ik [verdachte] belde en hem vertelde dat ik naar huis wilde. [verdachte] werd toen boos op mij omdat ik weer huilde aan de telefoon. Ik moest naar de Pathé komen lopen. In het straatje voor de [naam raamprostitutie] zat [verdachte] in de auto. Toen ik instapte, zei [verdachte] gelijk tegen mij dat ik rustig moest gaan instappen en niet moest gaan huilen. Hij was bang dat de recherche op straat zou lopen en dat zij mij zouden zien. [verdachte] bleef er de volgende dag wel over praten. Hij zei dat ik heel sterk was en dat hij het heel knap van me vond dat ik het had geprobeerd en dat het heel normaal was dat ik het moeilijk vond. Toen we eigenlijk hadden besloten dat ik het nog een keer ging proberen, kwam [verdachte] met een vriend van hem, [vriend verdachte]. [vriend verdachte] die zou samen met ons lingerie gaan kopen. [verdachte] kwam op een gegeven moment bij me. Hij zei dat ik al die spullen van [vriend verdachte] zou krijgen, maar dat ik dan wel met [vriend verdachte] naar bed moest. Ik heb toen gezegd dat ik dat niet wou. [verdachte] zei alleen ‘doe het nou maar’. [vriend verdachte] heeft die spullen betaald. Ik ben met [vriend verdachte] naar bed geweest. Ik durfde geen ‘nee’ te zeggen. Ik ben met [vriend verdachte] meegegaan voor [verdachte]. Ik deed alles voor [verdachte]. [verdachte] vertelde mij dat ik wel heel erg goed was en dat ik wel heel veel geld kon verdienen. Een dag later ben ik naar [plaats] gegaan. (Op de vraag: Je vertelde net dat jullie samen hadden besloten dat jij nog een keer ging werken. Hoe hebben jullie dat samen besloten?) [verdachte] bleef er maar over doorpraten, dat ik het zo goed had gedaan en dat ik heel sterk en mooi was. Dat als ik het nog een keer zou proberen, dat het veel minder moeilijk zou zijn. Uiteindelijk heb ik gezegd dat ik het wel wilde proberen. Aan de ene kant wilde ik hem niet teleurstellen en aan de andere kant zat ik ook met die abonnementen die ik anders nooit terug zou kunnen betalen. [6]
6. Het proces-verbaal van verhoor (op 26 oktober 2011), inhoudende – zakelijk weergegeven – de
verklaring van [slachtoffer 1]:
De tweede dag in [plaats] heb ik veel klanten gehad, tussen de 15 en 20 klanten. Ik had toen rond de 1.000 euro verdiend. Meestal kwam [verdachte] ook in [plaats] als ik werkte. Hij ging dan de stad in en kwam dan tussendoor bij mij langs om het geld op te halen. Ik bracht het geld ook wel eens naar hem. [verdachte] praatte heel veel over dingen wat hij wilde kopen. Ik heb heel vaak tegen hem gezegd van ‘Kunnen we niet eerst de rekeningen van die abonnementen betalen?’ Hij heeft van mijn verdiende geld twee auto’s gehuurd en verder weet ik alleen dat hij er kleding voor zichzelf van kocht. Ik heb een keer gezegd dat het toch mijn geld was. Hij werd pislink toen ik dat zei. Een keer bij mij thuis stelde ik voor dat ik mijn verdiende geld zelf wilde bewaren. Hij werd echt helemaal gek. Hij was heel agressief op dat moment. (Op de vraag: Waarom ben je dan niet weggelopen?) Ik heb het wel geprobeerd, maar dat voorkwam hij door mij tegen te houden en mij terug te trekken. [verdachte] schreeuwde altijd. (Op de vraag: Hoe vaak ben je naar [plaats] gegaan om te werken?) Tussen de 15 en 20 dagen. Er zijn een keer mensen van de kerk langs geweest. Toen ben ik in huilen uitgebarsten. Ik heb ook nog een bijbel van hen gekregen. In het begin vond ik het werk achter het raam vreselijk. Maar naarmate ik steeds meer alcohol ging drinken, werd dat steeds minder. Ik kon steeds makkelijker een soort knop omzetten. Ik dronk alcohol om het makkelijker voor mezelf te maken. Uiteindelijk ben ik gevlucht. Meestal verdiende ik tussen de 500 en 1.000 euro per dag. Het geld ging naar [verdachte]. Iets voor 20 juni 2011 heb ik voor het laatst gewerkt in [plaats]. Op de 20e ben ik gevlucht. [verdachte] kwam ineens bij mij en hij zei dat ik nu moest gaan werken in een seksclub in [plaats]. Hij vroeg aan mij of ik dat wilde. Ik heb hem toen gezegd dat ik het niet wilde, omdat ik heel erg kapot was. [verdachte] bleef doorzeuren. Ik heb hem duidelijk gemaakt dat ik er klaar mee was. [7]
7. Het proces-verbaal van verhoor (op 6 juni 2012), inhoudende – zakelijk weergegeven – de
verklaring van [slachtoffer 1]:
[verdachte] weet dat mijn ex-vriend mij sloeg en dat hij vreemd ging. Toen ik voor [verdachte] werkte, dronk ik elke dag. [verdachte] zou de telefoonabonnementen wel terugbetalen. [verdachte] kon op een heel dwingende manier zeggen dat ik abonnementen af moest sluiten. Hij kon mij heel makkelijk klein krijgen. Ik klapte dan dicht, omdat hij verbaal agressief werd en dan kon hij alles met mij doen. De schulden die ik had waren zo groot dat ik wel aan hem bleef hangen. [verdachte] nam onmiddellijk de afgesloten telefoons in beslag. Ik gaf hem de telefoons. Ik durfde geen ‘nee’ tegen hem te zeggen. [getuige 2] is de vrouw die kamers verhuurt in [plaats]. Zij is de beheerster van de raamprostitutie ([naam raamprostitutie]) in [plaats]. (Op de vraag: Waarom heb je [verdachte] dan niet duidelijk gemaakt dat je het niet wilde?) Heb ik ook in het begin gedaan. [verdachte] heeft op mij ingepraat en dan klap ik op een gegeven moment dicht en dan doe ik wat hij wil. [verdachte] bepaalde hoe lang ik moest werken. [verdachte] vertelde dat het beter was om daar in de weekenden te gaan staan omdat het dan drukker is. Ik kon niet altijd zelf bepalen wanneer ik wilde stoppen met werken. Als ik moe was en ik wilde stoppen, dan moest ik van [verdachte] door blijven werken om geld te verdienen. [verdachte] wilde dat ik zoveel mogelijk door bleef werken. De eerste dag heb ik heel kort gewerkt. Het was heel kort omdat ik heel overstuur raakte. Ik raakte overstuur omdat ik het niet kon om met die mannen naar bed te gaan. Ik raakte hier helemaal van overstuur. [verdachte] was daar niet blij mee. Hij liet mij doorwerken terwijl hij zag hoe verdrietig ik was. Ik moest van [verdachte] met [vriend verdachte] mee. [verdachte] zei tegen mij dat ik met [vriend verdachte] mee moest gaan om seks met hem te hebben. Ik ben met [vriend verdachte] meegegaan, omdat ik geen ‘nee’ durfde te zeggen tegen [verdachte]. Ik was bang voor hem dat hij weer boos op mij zou worden en dat hij weer tegen mij zou gaan schreeuwen. [verdachte] ziet alleen geld. De bijbel die mij is gegeven heb ik nog. In deze bijbel staat de naam van [getuige 3]. Van haar heb ik deze bijbel gekregen in de gehuurde kamer in [plaats]. Het liefst moest ik zoveel mogelijk geld op een dag verdienen. Als ik niet genoeg geld verdiende op een dag, dacht [verdachte] dat ik het geld achter liet. Hij werd dan boos en ging schreeuwen. Ik heb nooit geld voor mij zelf gehouden, dat durfde ik niet. Het verdiende geld heb ik aan [verdachte] gegeven omdat dat van hem moest. Als ik het geld voor mezelf wilde houden, werd hij boos. Ik heb alleen in [plaats] achter de ramen gewerkt. In de maanden mei en juni 2011 heb ik daar gewerkt. Ik heb gemiddeld tussen de 10 a 15 klanten per dag gehad. [verdachte] heeft ook al mijn spaargeld opgemaakt. [8]
8. Een
schriftelijk bescheid, te weten een geneeskundige verklaring, inhoudende – zakelijk weergegeven –:
Medische informatie betreffende:
[slachtoffer 1], geboren [geboortedatum 2] te [geboorteplaats 1].
Psychische stoornissen? Ja, bekende Borderliner. [9]
9. Het proces-verbaal van bevindingen, inhoudende – zakelijk weergegeven – het
relaas van verbalisant:
Ik heb onderzoek gedaan naar de transactieoverzichten van de bankrekening van [slachtoffer 1]. [slachtoffer 1] heeft deze aan het team in [plaats] gegeven tijdens haar eerste aangifte. Het betreffen de transactieoverzichten van de rekening van [slachtoffer 1] met nummer [rekeningnummer] in de periode 1 april 2011 tot en met 13 juli 2011. In de transactieoverzichten is te zien dat
  • op 16 mei 2011 om 00.53 uur een pinopname gedaan is in [plaats] van 400 euro;
  • op 17 mei 2011 om 12.25 uur een pinbetaling gedaan is van 22 euro bij de NS in [plaats];
  • op 17 mei 2011 om 13.21 uur een pinopname gedaan is in [plaats] van 250 euro.
10. Een
schriftelijk bescheid, te weten een transactieoverzicht [bank], inhoudende – zakelijk weergegeven –:
[rekeningnummer] – [naam rekening] – [slachtoffer 1]
21 mei 2011 [bedrijf] [plaats] 0,01 euro [11]
11. Een
schriftelijk bescheid, te weten een transactieoverzicht [bank], inhoudende – zakelijk weergegeven –:
[rekeningnummer] – [naam rekening] – [slachtoffer 1]
3 mei 2011 Optie 1 [plaats] 0,01 euro
28 april 2011 Optie 1 [plaats] 0,01 euro [12]
12. Een
schriftelijk bescheid, te weten een transactieoverzicht [bank], inhoudende – zakelijk weergegeven –:
[rekeningnummer] – [naam rekening] – [slachtoffer 1]
13 april 2011 [bedrijf] [plaats] 0,01 euro
12 april 2011 Optie 1 [plaats] 0,01 euro. [13]
13. Het proces-verbaal van verhoor (op 16 mei 2012), inhoudende – zakelijk weergegeven – de
verklaring van [getuige 1]:
(Op de vraag: Is er op 12 april 2011 een Iphone gekocht met T-Mobile abonnement?) Getuige overlegt een drietal abonnementen afgesloten op 12 april 2011, 28 april 2011 en 3 mei 2011. [slachtoffer 1] hoefde alleen een ID en bankpas te tonen, want dat is onze vaste werkwijze. [slachtoffer 1] was samen met [verdachte]. Die woonde toen boven deze zaak. Later mailde [slachtoffer 1] dat ze in de problemen zat. Dat was drie maanden na aankoop van het eerste toestel. Voordat alles met een handtekening werd geplaatst, moet met een bankpas 1 eurocent gepind worden ter controle dat de rekening betrouwbaar is. [14]
14. Het proces-verbaal van bevindingen, inhoudende – zakelijk weergegeven – het
relaas van verbalisant:
Op 17 juli 2012 heb ik getuige [getuige 2] gehoord. Op mijn verzoek heeft getuige in haar administratie opgezocht wanneer en waar aangeefster [slachtoffer 1] als prostituee heeft gewerkt in de plaats [plaats]. Getuige [getuige 2] stuurde mij deze informatie via e-mail. Het betreffen werkstaten, beginnende vanaf 5 en 12 juni 2011. Uit deze administratie blijkt dat aangeefster [slachtoffer 1] acht dagen een kamer heeft gehuurd alwaar zij als prostituee heeft kunnen werken. De data betreffen: 6 juni 2011, 8 tot en met 10 juni 2011, 15 tot en met 18 juni 2011. [15]
15. Het proces-verbaal van verhoor (op 17 juli 2012), inhoudende – zakelijke weergegeven – de
verklaring van [getuige 3] echtgenoot van [naam echtgenoot]:
(Op de vraag: Aangeefster [slachtoffer 1] heeft aangifte gedaan van mensenhandel en zij verklaart dat zij met een mevrouw heeft gesproken die haar een bijbel heeft overhandigd op haar werkplek. Deze vrouw is genaamd [getuige 3], de naam welke zij in de bijbel heeft geschreven). Dat ben ik en de bijbel heb ik aan haar gegeven. (Op de vraag: Kunt u zich de persoon [slachtoffer 1] of een meisje met de werknaam [slachtoffer 1] herinneren? Ja een beetje. Ik weet dat wij toen met zijn tweeën waren en met het Nederlands meisje hebben gesproken. Zij vertelde dat zij [slachtoffer 1] heette en dat zij het werk pas deed. Zij antwoordde dat ze het niet fijn vond om hier te zijn. Tijdens het gesprek heeft zij vreselijk gehuild. Het is voor de zomervakantie van 2011 geweest. [16]
16. Het proces-verbaal van verhoor (op 24 juli 2012), inhoudende – zakelijke weergegeven – de
verklaring van [getuige 5]:
Mijn dochter [slachtoffer 1] heeft verteld dat zij onder bedreiging van [verdachte] heeft moeten werken in de prostitutie. Ik kwam achter de afgesloten telefoonabonnementen omdat op mijn adres post kwam van [slachtoffer 1]. Toen ik een brief open gemaakt had, zag ik dat [slachtoffer 1] een schuld had van 1.200 euro. Daarvoor heeft zij nooit schulden gehad. Zij kon heel goed met geld omgaan. [slachtoffer 1] was er van overtuigd dat [verdachte] haar alles zou terugbetalen. In de tijd dat [slachtoffer 1] met [verdachte] omging, werd het steeds moeilijker om bij haar op bezoek te komen in haar flat. [slachtoffer 1] is heel naïef en gelooft alles wat anderen haar vertellen. [17]
17. Het proces-verbaal van verhoor (op 31 juli 2012), inhoudende – zakelijke weergegeven – de
verklaring van [getuige 6]:
Begin 2010 kregen [verdachte] en ik wat met elkaar. We kregen toen een relatie met elkaar. De relatie met hem is begin oktober 2011 uitgegaan. [verdachte] bedroog mij met [slachtoffer 1]. Hij maakte mij soms psychisch helemaal gek. Hij kan je helemaal kapot laten gaan zonder dat het hem wat doet. [18]
18. Het proces-verbaal van verhoor (op 2 augustus 2012), inhoudende – zakelijke weergegeven – de
verklaring van [getuige 4]:
Ik ken [slachtoffer 1] al een hele tijd. Al vanaf de middelbare school. [verdachte] ken ik al jaren. Ik heb al gehoord, voordat [verdachte] er was, dat hij bezig was met loverboy praktijken. Ik heb [slachtoffer 1] hiervoor nog gewaarschuwd. Ik heb van [slachtoffer 1] gehoord dat hij haar gedwongen heeft om achter het raam te werken. Ik weet dat zij dit tegen mij verteld heeft. Ik weet dat zij voor [verdachte] een drietal telefoonabonnementen moest afsluiten en dat zij daardoor schulden had. [slachtoffer 1] heeft [verdachte] voor het eerst ontmoet op de [adres]. Ik zat daar al op de [adres] met [naam] en [verdachte]. [slachtoffer 1] was een keer bij mij op bezoek. We zaten toen samen televisie te kijken. Er was toen een programma over prostitutie en loverboys. Ik zag toen aan [slachtoffer 1]’s gezicht dat er iets was. Ik vroeg haar hiernaar en toen begon zij in tranen uit te barsten. Ze heeft toen verteld dat zij in [plaats] voor [verdachte] moest werken. Dat [verdachte] haar bracht en ophaalde. Ze vertelde dat ze het heel erg vond om dit werk te doen. Ze vertelde dat zij voor hem gevlucht was. [19]
19. Het proces-verbaal van verhoor (op 26 augustus 2013), inhoudende – zakelijke weergegeven – de
verklaring van [getuige 7]:
Ik werk sinds twee a drie jaar als bijbaan bij een kroeg met cafetaria. [verdachte] is een klant die daar ook kwam. Het laatste jaar heb ik hem daar niet meer gezien. [verdachte] vertelde mij dat hij problemen had met grotere jongens. Hij kon er vanaf komen door twee Iphones te geven aan de kinderen van die jongens. Hij vroeg aan mij of ik twee abonnementen kon afsluiten voor hem. Ik heb dat gedaan omdat hij zo zielig kon doen. Hierdoor ben ik in de schulden gekomen. Voor de KPN heb ik een incasso van bijna 1.500 euro en voor T-Mobile, dat abonnement loopt nog een jaar en zal dan 1.200 euro gekost hebben. Het was de bedoeling dat de abonnementen overgezet zouden worden naar [verdachte]. Hier is nooit wat van gekomen. Het zou allemaal goedkomen, zei [verdachte], maar dat is dus niet zo. Door zijn manier van praten kreeg hij me ook zo ver dat ik geld van mijn spaarrekening naar mijn betaalrekening boekte. Hij haalde dat met mijn toestemming met de pinpas en pincode van mijn rekening. Totaal denk ik 1.280 euro. Ik heb hier vreselijk spijt van en heb er veel verdriet van gehad. Hij zou het snel terugbetalen met rente binnen drie dagen en ik vertrouwde dat. [20]
20. Het proces-verbaal van verhoor (op 27 augustus 2013), inhoudende – zakelijke weergegeven – de
verklaring van [getuige 8]:
Het klopt dat ik [verdachte] ken. Op een gegeven moment vond hij mij op het chatprogramma MSN. Dit is nu twee jaar geleden. We gingen steeds meer met elkaar om. We hadden eigenlijk wel een relatie. Vanaf 2011 ben ik met [verdachte] omgegaan. [verdachte] werkte niet. Ik betaalde alles voor hem. [verdachte] had nooit geld. [verdachte] heeft wel eens geld geleend van me. Hij heeft het meeste nooit terugbetaald. Ik denk dat hij 1.000 euro geleend heeft en niet heeft terug betaald. Hij had wel iets waardoor ik toch geloofde dat hij dit terugbetaalde. Verder heb ik bekeuringen, omdat [verdachte] mijn auto leende. Ik denk dat ik ongeveer 600 euro aan bekeuringen heb moeten betalen. Ik heb ook een keer een woning voor [verdachte] in [plaats] gehuurd. Dat was in november 2011, begin 2012. Hij wilde onderdak en vroeg of ik het wilde betalen. Hij had geen geld en ik wilde hem helpen. Hij zei toen dat de woning voor hem was. Later zei hij dat de woning voor zijn zus was. Ik werd op een gegeven moment gebeld door de politie. Ik kwam er toen achter dat er een wietplantage in de woning zat. [21]
21. Het proces-verbaal van bevindingen, inhoudende – zakelijk weergegeven – het
relaas van verbalisant(en):
Op 20 november 2012 hebben wij een intakegesprek gehouden met [slachtoffer 2], geboren op [geboortedatum 3] te [geboorteplaats 2] ([geboorteland]). Ze verklaarde:
  • Dat ze sinds ongeveer vijf maanden in de prostitutie werkt voor een jongen genaamd [verdachte].
  • Dat ze in verschillende seksclubs heeft gewerkt in Nederland, waaronder [seksclub] in [plaats] en [plaats] en [seksclub] in [plaats].
  • Dat [verdachte] haar naar deze clubs reed en ze haar verdiende geld af moest geven aan [verdachte].
  • Ze verschillende soorten drugs van [verdachte] heeft gekregen die ze in moest nemen van hem.
22. Het proces-verbaal van bevindingen, inhoudende – zakelijk weergegeven – het
relaas van verbalisant:
Op 23 augustus 2013 werd in een verhoorstudio als getuige gehoord [slachtoffer 2], geboren op [geboortedatum 3] te [geboorteplaats 2] ([geboorteland]). Zij heeft samengevat en zakelijk weergegeven verklaard: [verdachte] heb ik via via leren kennen. Hij zette me af bij de club. Ik ging daar werken als prostituee. Hij bracht en haalde mij. [verdachte] zei dat het beter was voor ons, snel geld verdienen. [verdachte] had adresjes, hij wist waar het allemaal stond en zo. Ik heb door heel Nederland gewerkt, ook in [plaats] in [plaats]. In [plaats] heb ik achter het raam gewerkt, overal. Hij bracht me met de auto. Ik heb in [plaats] een dag of twee gewerkt. Hij bracht mij naar [plaats], met de huurauto die ik heb betaald. Daarvoor moest ik werken. [verdachte] zei in het begin dat hij niks had, daarom deed ik het ook. Ik heb het geld nooit bij me gehouden, ik heb altijd alles aan [verdachte] gegeven. Belangrijke dingen bespraken we niet over de telefoon. Het ging om puur contact houden via de telefoon. Over hoeveel ik verdiend had of zo, daar praten wij niet over via de telefoon. Dat kon gevaarlijk zijn, zei [verdachte]. Dat kon afgeluisterd worden, zei hij. Mijn verdiensten waren verschillend. Ik wilde per kwartier 50 euro. In [plaats] moest een klant 50 euro per kwartier betalen. Ik ben begonnen in [plaats] bij seksclub [seksclub]. [verdachte] bracht me en haalde me op van de club, maar later ging ik ook met de bus. [verdachte] wist van [seksclub]. Hij wist heel goed waar dat allemaal zat. Je moest huur betalen. De rest van het geld gaf ik aan [verdachte]. In de club had ik contact met [verdachte], bellen en sms-en. Ik heb ook gewerkt bij [seksclub] in [plaats]. [verdachte] bracht me naar [seksclub] en later ging ik met de bus. Ik heb ook gewerkt bij clubs in [plaats] en [plaats]. Ook heb ik gewerkt in [plaats] en [plaats]. [verdachte] bracht me in [plaats] en later ging ik ook met de trein. Ik wilde dat eigenlijk niet doen. Ik vond dat niet leuk. (Op de vraag: Hoe komt het dan dat je het toch doet?) Ja voor hem, omdat hij zei dat het moest, dat het nodig was. Ik geloof hem een beetje. Dat kwam omdat ik zo verliefd op hem was. [verdachte] heeft tegen mij gezegd dat als de politie zou komen, ik zou moeten vertellen dat ik het zelf wilde. Hij zei dat het makkelijk verdienen was, maar het was niet leuk. [verdachte] zei dat hij geen geld had, hij deed altijd zielig. Daarom deed ik het. Hij zei dat we dan ook leuke dingen konden doen. Als ik klaar was met werken, gaf ik het geld aan [verdachte]. Ik gaf het als ik klaar was met werken, als hij me ophaalde of als ik bij hem was. Het geld van [plaats] heb ik aan [verdachte] gegeven toen ik klaar was. Hij wilde liever niks over de telefoon bespreken, ook niet over klanten en zo, niks. Het sms-contact op 17 september 2012 was met [verdachte]. 85 betekent 85 euro. 500, 400, moest ik hebben meestal. Als ik dat niet had, dan zei [verdachte] dat ik het niet goed gedaan had, dat ik wel beter kon. Daarover had ik vaak met hem ruzie. Het sms-contact op 18 september 2012 was ook met [verdachte]. De getallen die u mij voorleest, 85, 45, 130, dat is geld. In [plaats] heb ik ook gewerkt. [verdachte] wilde het liefst dat ik naar [seksclub] ging. [plaats] was [seksclub]. [verdachte] bracht me altijd. Hij wist al die adressen. Ik heb ook bij [seksclub] in [plaats] gewerkt. [verdachte] bracht me naar [plaats]. Hij bracht me bij die club in de buurt, maar hij stopte daar niet in verband met camerabeelden, zodat ze het niet konden zien. Hij haalde me op in [plaats] in de buurt van de club, [seksclub]. In [plaats] bracht hij me bij dat straatje, bij die ramen. Ik ging dan naar binnen bij het raam en dan ging ik werken. Hij wachtte nog even bij de bioscoop, bij de Pathé bioscoop. In [plaats] haalde hij me weer op bij de bioscoop Pathé. [verdachte] bracht me naar een club in [plaats], naar het station. Hij haalde me ook op van het station. Ik ben een keer geweest in [plaats]. In [plaats] ben ik ook een keer geweest. Hij haalde me op bij die ramen. Hij heeft me daar ook gebracht. In [plaats] heb ik bij [seksclub] gewerkt, dat is in de buurt van de ramen. Ik deed maar wat hij wilde, ik geloof hem. Ik wilde bij hem zijn. Want ik was verliefd op hem. We hebben niks van het geld gedaan. Ik heb alles aan hem gegeven. Een paar keer had ik ruzie met hem dat ik gewoon naar huis was gegaan. Die ruzie ging er over dat ik niet genoeg verdiende en zo. Als ik een dag niet wilde werken, dan werd hij boos. Dan ging hij schreeuwen. Een half jaar geleden heb ik voor het laatst contact gehad met [verdachte]. [23]
23. Het proces-verbaal van bevindingen, inhoudende – zakelijk weergegeven – het
relaas van verbalisant:
Ik werd door [kamerverhuurder], kamerverhuurder van prostitutiepanden, benaderd dat hij een huurovereenkomst SOR (Samenwerkend Overleg Raamprostitutie) van [slachtoffer 2], welke is gedateerd op 23 juni 2012, in zijn bezit heeft. In de huurovereenkomst staat onder andere vermeld de personalia, de leeftijd en het paspoort ID kaart nummer van voornoemde [slachtoffer 2]. Ook staat vermeld welke kamer/raambordeel aan haar is verhuurd en de huurprijs die zij hiervoor heeft moeten betalen. Aan de huurovereenkomst is een kopie van de voor- en achterzijde van het Nederlandse verblijfsdocument geniet. [24]
24. Het proces-verbaal intake, inhoudende – zakelijk weergegeven – het
relaas van verbalisant(en):
Op 4 september 2012 hielden wij een intake met [getuige 9], roepnaam [getuige 9]. [getuige 9] vertelde ons dat zij deze intake hield in haar hoedanigheid als mentor en bewindvoerder van [slachtoffer 2]. [getuige 9] vertelde ons dat [slachtoffer 2] had aangegeven gedwongen in de prostitutie te hebben gewerkt en op 30 augustus 2012 te zijn gevlucht voor degene die zich uit gaf als haar pooier. Van deze man had zij een foto kunnen maken van zijn ID bewijs. Hierop stonden de gegevens van [verdachte], geboren te [plaats] op [geboortedatum 1]. Soms werd [slachtoffer 2] door [verdachte] gebracht naar klanten. [25]
25. Het proces-verbaal van aangifte (op 14 november 2012), inhoudende – zakelijk weergegeven – de
verklaring van [getuige 9]:
Ik ben [getuige 9] en ik ben provisioneel bewindvoerder van [slachtoffer 2]. Van februari 2011 tot aan september 2012 was ik mentor van [slachtoffer 2]. Verder in de aangifte zal ik [slachtoffer 2] als [slachtoffer 2] noemen. Ik doe aangifte voor [slachtoffer 2]. [slachtoffer 2] heeft een gemiddeld IQ van tussen de 60 en 65. Sinds dit jaar gebruikt [slachtoffer 2] drugs en alcohol. [slachtoffer 2] vertelde dat zij in en club genaamd [seksclub] in [plaats], op 20 en 21 augustus 2012, als prostituee heeft gewerkt. [slachtoffer 2] heeft in een club genaamd [seksclub] in [plaats] en [plaats] als prostituee gewerkt. [26]
26. Het proces-verbaal van verhoor (op 21 augustus 2013), inhoudende – zakelijk weergegeven – de
verklaring van [getuige 9]:
[slachtoffer 2] heeft een posttraumatische stressstoornis. Ze is zwakbegaafd. [27]
27. Het proces-verbaal van bevindingen, inhoudende – zakelijk weergegeven – het
relaas van verbalisant(en):
Op 18 januari 2013 spraken wij met [getuige 10]. [getuige 10] vertelde ons dat [slachtoffer 2] tot 6 januari 2013 bij hem had verbleven. [getuige 10] vertelde dat [slachtoffer 2] nooit geld heeft, en dat hij ook niet weet waar dat geld dan blijft. [28]
28. Het proces-verbaal van verhoor (op 2 april 2013), inhoudende – zakelijk weergegeven – de
verklaring van [getuige 11], beheerder bij seksclub [seksclub] te [plaats]:
(Op de vraag: Ik heb een foto bij me van een meisje dat hier vorig jaar heeft gewerkt. Herken je ze? Noot verbalisant: Wij tonen getuige een foto van [slachtoffer 2]). Ik herken het meisje als [slachtoffer 2] (werknaam) op de foto. Ze heeft hier een redelijk tijdje gewerkt. Een maand of twee denk ik, af en aan. [slachtoffer 2] verdiende altijd heel goed. Ze draaide als een tierelier. [29]
29. Het proces-verbaal van verhoor (op 24 april 2013), inhoudende – zakelijk weergegeven – de
verklaring van [getuige 12]:
(Noot verbalisant: Wij tonen de getuige een foto van [slachtoffer 2]). Ik werkte in de seksclub [seksclub] in [plaats]. Ik herken haar. Het is [slachtoffer 2]. Ergens in 2012 heb ik haar voor het eerst gezien. Dit was bij seksclub [seksclub] in [plaats]. [slachtoffer 2] vertelde dat ze een pooier had en dat ze haar verdiende geld allemaal aan hem gaf. Ze deed dit omdat ze hem zielig vond. Hij had schulden en geen huis en geen familie om op terug te vallen. Ik weet nog dat we samen op vakantie wilden naar Ibiza. Dat moet ook in de zomer van 2012 geweest zijn. Ik denk september 2012 om precies te zijn. We hadden een datum afgesproken om te boeken, maar dat ging niet door. [slachtoffer 2] vertelde dat ze niet kon, omdat ze geen geld. Ik hoorde dat ze van de ID-kaart van haar pooier een foto had gemaakt en dat ze er tussen uitgepiept was. [slachtoffer 2] heeft ook in [plaats] bij [seksclub] gewerkt. [slachtoffer 2] verdiende goed bij [seksclub]. [30]
30. Het proces-verbaal van verhoor (op 21 januari 2013), inhoudende – zakelijk weergegeven – de
verklaring van [getuige 13]:
(Getuige werd door verbalisanten medegedeeld dat ze haar als eigenaresse van [seksclub], te [plaats] vragen wilde stellen over [slachtoffer 2]). Ik weet dat het meisje [slachtoffer 2] gebracht werd met een autootje. Zij heeft maar twee dagen bij ons gewerkt. Na twee dagen kwam ze niet meer. Ik heb haar toen een sms gestuurd. Ik kreeg een berichtje terug waarin zij aangaf een pooier te hebben. Alle sms-berichten zijn verstuurd op 30 augustus 2012. Het telefoonnummer dat ik van [slachtoffer 2] heb is [telefoonnummer].
De verzonden berichten:
(…)
Ontvangen bericht van [slachtoffer 2]: ‘Nou ik ga nu aangifte doen wand heb pooier’
(….)
Ontvangen bericht van [slachtoffer 2]: ‘(…) heb vanagt toen hij sliep ze id gekopiert’. [31]
31. Het proces-verbaal van bevindingen, inhoudende – zakelijk weergegeven – het
relaas van verbalisant:
Op 22 november 2012 kreeg ik de opdracht om de sms-berichten, welke afkomstig zijn van de mobiele telefoon van [slachtoffer 2] te onderzoeken. Uit onderzoek blijkt dat [slachtoffer 2] de gebruikster is van de telefoon. Dit blijkt uit verzonden berichten: ‘Ik ben het [slachtoffer 2] neem op sgat x x’. Er is een inkomend bericht van de begeleidster van [slachtoffer 2] op 30 juli 2012: ‘Hai [slachtoffer 2], wij hebben vandaag om half 10 een afspraak, maar ik ben ziek. Tot volgende week maandag, half 10. Gr [naam]’.
Conversatie op 17 september 2012:
(…)
[slachtoffer 2]: ‘Schat komt goed heb nu al 85 voel je je al wat beter schatje x x’
Inkomend bericht: ‘500/400 x x x’
[slachtoffer 2]: ‘Ja dat gaat zeker luken sgatje x x x x’.
Conversatie op 18 september 2012 vanaf 20.31 uur:
Inkomend bericht: ‘Je hebt 45 vandaag’
Inkomend bericht: ‘Zet hem op skatje heb nu goed gevoel x’
[slachtoffer 2]: ‘Ja ik ga er voor schatje x x x x’
[slachtoffer 2]: ‘Dit is echt niks heb pas 130 schat waneer kom je me ophaalen x x x x’
Inkomend bericht: ‘Je ophalen ? 130 dat is tank pak ma trein morgen je kan na [plaats] tog’
[slachtoffer 2]: ‘Ja dat kan tog niet ben de halfe dag onder wegf hoe kan ik dan naar [plaats]’
Inkomend bericht: ‘Wat praat je nou als je 12 ur trein zit dan ben je da dik dik dik op tijd dus verzin wat beter skat’
[slachtoffer 2]: ‘Verzinen ik kan niet geloofen dat je dat zeg kijk wat ik alemaal doe maar is goed’
(…)
Inkomend bericht: ‘Ik dacht dat je na [seksclub] [plaats] kon ik weet niet ma het hs bijna vrijdag maarjah doe wat je wil ik hoor het wel’
[slachtoffer 2]: ‘Slaap leker schatje ik hou van jou wil je nooit laten gaan het voelt super goed met je ik weet niet hoe je het hebt gedaan maar je hebt me echt verliefd gemaakt al sinds het begin x x x’.
Conversatie op 19 september 2012 vanaf 10.54 uur:
Inkomend bericht: ‘Hey skatje wil je 1dag je nog doen daar? En kijken heb goed gevoel over x x x mis je’. [32]
32. De
verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van dit hof op 22 mei 2015, inhoudende – zakelijk weergegeven –:
De inkomende sms-berichten van 17, 18 en 19 september 2012, zoals weergegeven op p. 692-694 zijn door mij gestuurd. [slachtoffer 2] was echt dom. Ze was stapelverliefd op mij. Ze was geobsedeerd door mij.
33. Het proces-verbaal van bevindingen, inhoudende – zakelijke weergegeven – het
relaas van verbalisant:
Gezien het gebruik van dezelfde telefoontoestellen en het opvolgen van telefoonnummers zijn de telefoonnummers [telefoonnummer], [telefoonnummer] en [telefoonnummer], alsmede de gebruikte toestellen (waaronder het toestel met het IMEI-nummer [imei-nummer]) allemaal in gebruik (geweest) bij [slachtoffer 2].
Uit de contacten van telefoonnummer [telefoonnummer] blijkt dat het in de periode 2 mei 2012 tot en met 25 september 2012 231 keer contact heeft gehad met telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [slachtoffer 2]. Tevens is er contact met telefoonnummers geweest met tenaamstelling Seksclub [seksclub] te [plaats] en [seksclub], [adres] te [plaats]. Op het adres [adres] in [plaats] zit ook een seksclub van [naam] gevestigd.
Gezien het gebruik van dezelfde telefoontoestellen en het opvolgen van telefoonnummers zijn de telefoonnummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer], alsmede de gebruikte toestellen (waaronder het toestel met het IMEI-nummer [imei-nummer]) allemaal in gebruik (geweest) bij [verdachte]. [33]
34. Het proces-verbaal van bevindingen, inhoudende – zakelijke weergegeven – het
relaas van verbalisant:
Op 20 november 2012 is de zwarte Samsung, welke in gebruik was bij [slachtoffer 2] in beslag genomen. In de telefoon staan in de contactenlijst de volgende personen en telefoonnummers:
[verdachte] [telefoonnummer]
[verdachte] . [34]
35. Het proces-verbaal van bevindingen, inhoudende – zakelijke weergegeven – het
relaas van verbalisant:
Van de Imei-nummers [imei-nummer], te relateren aan [verdachte] en [imei-nummer], te relateren aan [slachtoffer 2] werden de historische verkeersgegevens opgevraagd. Met deze historische verkeersgegevens is er onderzoek gedaan naar de locaties waar deze telefoontoestellen zich bevonden ten opzichte van elkaar. Op 21 juni 2012 omstreeks 15.00 uur blijkt dat zowel telefoontoestel 2570 als telefoontoestel 1350 over de telefoonmast komen aan de [adres] te [plaats]. Dit betreft nabij de woning van [slachtoffer 2]. Beide toestellen komen over de telefoonmast aan de [adres] te [plaats]. Deze telefoonmast staat binnen het bereik van seksclub [seksclub] te [plaats]. Een klein uur nadat het toestel 2570 nog over de telefoonmast kwam in [plaats] is deze weer terug in [plaats]. Op 22 juni 2012 om 00.04 uur komt toestel 1350 over de telefoonmast [adres] te [plaats]. Op 23 juni 2012 maken toestel 2570 en 1350 gelijktijdig de reisbeweging van [plaats] richting [plaats]. Toestel 2570 komt om 13.58 uur over de telefoonmast in [plaats] en toestel 1350 om 13.41 uur. Uit de historische verkeersgegevens van telefoonnummer [telefoonnummer] (het telefoonnummer in telefoontoestel 1350) blijkt dat er twee telefooncontacten zijn waar te nemen: 23 juni 2012 uitgaand, 13.41.37 en 13.57.30 naar Kamerverhuur [kamerverhuurder]. Kamerverhuur [kamerverhuurder] verhuurt kamers binnen de raamprostitutie in [plaats]. Door het toestel 2570 is op 23 juni 2012 ook gebeld naar Kamerverhuur [kamerverhuurder] te [plaats]. Op 27 juni 2012 omstreeks 14.50 uur zijn beide toestellen nog in [plaats]. Vervolgens is waar te nemen dat beide toestellen zich verplaatsen naar de telefoonmast aan de [adres] te [plaats], welke mast binnen het bereik van seksclub [seksclub] te [plaats] staat. Beide toestellen komen omstreeks 16.55 uur over de telefoonmast aan de [adres] te [plaats]. Toestel 2570 heeft op 27 juni 2012 om 14.07 uur telefonisch contact met [seksclub] te [plaats]. De seksclubs van [naam] vallen onder de handelsnaam [seksclub]. In de periode 21 juni 2012 tot en met 29 juni 2012 hebben de telefoonnummers [telefoonnummer] (met telefoontoestel 2570) en [telefoonnummer] (met telefoontoestel 1350) 488 keer telefonisch contact met elkaar gehad. [35]
36. Het proces-verbaal van bevindingen, inhoudende – zakelijk weergegeven – het
relaas van verbalisant:
Op 23 augustus 2013 werd [slachtoffer 2] gehoord en verklaarde zij onder andere over de locaties waar zij had gewerkt als prostituee. [slachtoffer 2] gaf tijdens het verhoor aan dat zij buskaartjes en treinkaartjes had bewaard die mogelijk relevant waren voor het onderzoek. Onder andere werden de volgende kaartjes in beslag genomen:
Syntus, o.a. twee bustickets waaruit blijkt dat op 11 en 12 augustus 2012 in [plaats] werd ingestapt.
Treinkaartje [plaats]-[plaats] C (aankoopdatum: 20-8-2012).
Treinkaartje [plaats]-[plaats], 9-8-2012, 14.22 uur.
Treinkaartje [plaats]-[plaats], 9-8-2012, 22.27 uur.
Treinkaartje [plaats] C.-[plaats], 22-8-2012, 07.55 uur.
Treinkaartje [plaats]-[plaats], 15-9-2012, ?6.21 uur.
Treinkaartje [plaats]-[plaats], 16-9-2012, 18.30 uur.
Treinkaartje [plaats]-[plaats], 19-9-2012, ?1.42 uur. [36]
37. Het proces-verbaal van bevindingen, inhoudende – zakelijk weergegeven – het
relaas van verbalisant:
Het telefoonnummer [telefoonnummer] werd opgegeven door [getuige 13], mede-eigenaresse van Privéhuis [seksclub] te [plaats]. Zij heeft via dit telefoonnummer contact onderhouden met [slachtoffer 2] in de periode dat [slachtoffer 2] in Privéhuis [seksclub] had gewerkt.
Uit de historische verkeersgegevens van telefoonnummer [telefoonnummer] blijkt dat dit telefoonnummer op 20 augustus 2012 van [plaats] naar [plaats] is gereisd. Op 20 augustus 2012 om 22:39 uur is er een uitgaand telefoongesprek met telefoonnummer [telefoonnummer] op naam van [naam], [adres], [plaats]. Op dit adres is een seksclub van [naam] gevestigd. Op 21 augustus 2012 om 00:05 uur komt het telefoonnummer [telefoonnummer] voor het eerst over de telefoonmast [adres] te [plaats]. Deze telefoonmast staat in de nabije omgeving van seksclub [seksclub] te [plaats]. Tussen 21 augustus 2012 te 00:05 uur en 18:30 uur komt het telefoonnummer vrijwel continue over de telefoonmast aan de [adres] te [plaats]. Ook op 22 augustus 2012 tussen 04:34 en 07:30 uur komt de telefoon over de telefoonmast [adres] te [plaats]. [37]
38. Een
schriftelijk bescheid,te weten een uittreksel justitiële documentatie betreffende [verdachte], geboren [geboortedatum 1] te [plaats], gedateerd 22 april 2015, inhoudende – zakelijk weergegeven –:
Volledig afgedane zaken betreffende misdrijven
Gerechtshof Leeuwarden 8 oktober 2007
Feit: art 273a Wetboek van Strafrecht
Kwalificatie: Mensenhandel
Pleegperiode: 26 mrt 2005 tot 21 mei 2005
Onherroepelijk 13 oktober 2009
Beslissing: 8 maanden gevangenisstraf, waarvan 108 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. [38]
Oordeel hof
Uit het bovenstaande blijkt dat er vier vrouwen zijn die hebben verklaard dat verdachte in de jaren 2011 en/of 2012 financieel van hun heeft geprofiteerd. Hij leende geld zonder dit terug te betalen, hij liet ze telefoonabonnementen afsluiten en betalen en/of profiteerde van de opbrengsten uit prostitutiewerkzaamheden.
Verdachte heeft zich lang op zijn zwijgrecht beroepen. Pas tijdens de inhoudelijke behandeling in hoger beroep heeft hij een verklaring afgelegd. Over [slachtoffer 2] (hierna: [slachtoffer 2]) heeft hij verklaard dat zij echt dom was en dat ze stapelverliefd op hem was.
[slachtoffer 2] heeft verklaard dat ze het geld dat ze in de prostitutie verdiende aan verdachte afdroeg, omdat ze verliefd op hem was.
Haar verklaring dat ze in verschillende plaatsen in de prostitutie heeft gewerkt wordt door ander bewijsmateriaal ondersteund. Daaruit blijkt dat [slachtoffer 2] in de maanden juni, augustus en september 2012 in [plaats], [plaats], [plaats], [plaats] en [plaats] heeft gewerkt.
De verklaring van [slachtoffer 2] dat verdachte haar (in het begin) vervoerde naar de verschillende plaatsen waar ze prostitutiewerkzaamheden verrichtte, wordt ondersteund door het onderzoek van de telefoongegevens van verdachte en [slachtoffer 2]. Daaruit kan worden afgeleid dat ze in juni 2012 gezamenlijk reisden naar [plaats] en [plaats].
Voor de verklaring van [slachtoffer 2] dat ze haar geld afstond aan verdachte en dat hij dus belang had bij haar werkzaamheden, kan bevestiging worden gevonden in de sms-berichten tussen verdachte en [slachtoffer 2]. Uit de sms-berichten die verdachte in september 2012 aan [slachtoffer 2] stuurde kan worden afgeleid of blijkt dat hij haar aangaf hoeveel ze moest verdienen (‘400/500’) en haar vroeg meer of langer te werken (‘wil je 1 dag nog doen daar’). Ook blijkt uit de sms-berichten dat [slachtoffer 2] verliefd is op verdachte en dat ze weet hoe ze verdachte blij kan maken (‘Schat komt goed heb nu al 85 voel je je al wat beter schatje x x’).
Er was geen sprake van een gelijkwaardige relatie tussen verdachte en [slachtoffer 2]. Er was een (aanmerkelijk) verschil in intelligentie en [slachtoffer 2] was verliefd op verdachte, terwijl verdachte dat (kennelijk) niet op haar was. Verdachte die op de hoogte was van de gebrekkige intelligentie van [slachtoffer 2] en wist dat ze verliefd op hem was, heeft in de bewezenverklaarde periode intensief contact met [slachtoffer 2] onderhouden. Niet is gebleken dat dit met een ander doel was dan om financieel van haar te profiteren. [slachtoffer 2] heeft haar verdiensten aan verdachte afgestaan, omdat ze verliefd op hem was en omdat ze door had dat ze verdachte op die manier tevreden kon stellen of houden.
Naar het oordeel van het hof heeft verdachte geprofiteerd van de prostitutieverdiensten van [slachtoffer 2] door misbruik te maken van haar verliefdheid en haar beperkte intelligentie. Een dergelijke situatie valt onder het bereik van artikel 273f lid 1 onder 9 Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr).
Verdachte heeft met misbruik van de verliefdheid en gebrekkige intelligentie van [slachtoffer 2] en voor zijn financiële gewin de prostitutiewerkzaamheden van [slachtoffer 2] gefaciliteerd door haar adressen te verschaffen van seksclubs en haar naar die adressen te vervoeren. Voorts heeft hij [slachtoffer 2] gestimuleerd om (meer uren of dagen) prostitutiewerkzaamheden te verrichten door haar hiertoe aan te moedigen of boos te worden als zij te weinig had verdiend. Een dergelijke situatie valt onder het bereik van artikel 273f lid 1 onder 4 Sr.
Het vervoer van [slachtoffer 2] naar de verschillende adressen, het werven van [slachtoffer 2] door verdachte om voor hem te werken en het financieel profiteren onder de hier bovengenoemde omstandigheden, levert bovendien overtreding van artikel 273f lid 1 onder 1 en onder 6 Sr op.
[slachtoffer 1] (hierna: [slachtoffer 1]) heeft verklaard dat ze verdachte leerde kennen vlak nadat ze was mishandeld door haar ex-vriend. Verdachte beloofde haar bescherming. Kort daarna heeft ze op verzoek en ten behoeve van verdachte telefoonabonnementen afgesloten. Hoewel verdachte aangaf de kosten te zullen betalen, is dat nooit gebeurd. De verklaring van [slachtoffer 1] dat zij – in de periode dat ze omging met verdachte – telefoonabonnementen heeft afgesloten vindt bevestiging in ander bewijsmateriaal, namelijk haar bankafschriften en de verklaring van [getuige 1]. [slachtoffer 1] heeft op haar kosten vijf abonnementen op verzoek en ten behoeve van verdachte afgesloten. Dit gegeven geeft aan dat verdachte financieel voordeel zag en had bij de relatie met [slachtoffer 1].
Vervolgens is [slachtoffer 1] na sterk aandringen van verdachte in de prostitutie gaan werken. Haar verdiensten stond ze af aan de verdachte. Dat [slachtoffer 1] in de prostitutie heeft gewerkt en dat ze dat niet aangenaam vond, blijkt ook uit ander bewijsmateriaal. Niet is gebleken dat [slachtoffer 1] vóór of na de periode dat ze met verdachte omging, in de prostitutie heeft gewerkt. Ook is niet gebleken (bijvoorbeeld door haar bankafschriften) dat [slachtoffer 1] zelf heeft geprofiteerd van het geld dat ze in de prostitutie verdiende.
[slachtoffer 1] heeft naast haar aangifte bij de politie zes aanvullende verklaringen afgelegd. Voorts is ze nog gehoord bij rechter-commissaris. Bij de politie heeft [slachtoffer 1] – als het gaat om voor de tenlastelegging relevante onderdelen – gedetailleerd en consistent verklaard. Ook heeft ze controleerbaar verklaard in die zin dat ze namen heeft genoemd van personen die (bewust of onbewust) in het bijzijn van de verdachte de prostitutiewerkzaamheden hebben gefaciliteerd door haar naar [plaats] te brengen ([naam]) of door lingerie te betalen ([vriend verdachte]). Opvallend is dat deze personen niet door de politie zijn gehoord. Daar staat tegenover dat ook de verdachte niet heeft verzocht om deze bekenden van hem als getuige te doen horen (bijvoorbeeld) bij de rechter-commissaris.
Hoewel voor belangrijke onderdelen van de verklaring van [slachtoffer 1] geen (directe) bevestiging is te vinden in ander bewijsmateriaal – het bewegen van [slachtoffer 1] door verdachte om de prostitutie in te gaan en het afdragen van het geld door [slachtoffer 1] aan verdachte blijkt slechts uit haar verklaringen – geldt wel dat die onderdelen passen bij – of een logisch geheel vormen met – de onderdelen (uit de verklaringen van [slachtoffer 1] of andere verklaringen) waarvoor wel bevestiging is te vinden. In de eerste plaats blijkt uit de bewijsmiddelen dat verdachte relaties aanknoopte met vrouwen voor zijn financiële gewin – althans dat dat gewin een (hoofd)rol speelde in de relatie – en dat dat financieel gewin afkomstig kon zijn uit prostitutiewerkzaamheden. In de tweede plaats blijkt uit het afsluiten van telefoonabonnementen door [slachtoffer 1] voor verdachte, dat ook in de relatie met [slachtoffer 1] het voor de verdachte ging om het financieel profijt. Daarbij komt nog dat niet is gebleken dat [slachtoffer 1] – anders dan in de korte periode waarin ze met de verdachte omging – ooit werkzaamheden heeft verricht in de prostitutie. Vanwege bovengenoemde omstandigheden staat voor het hof voldoende vast dat verdachte van [slachtoffer 1] heeft willen profiteren en geprofiteerd heeft, niet alleen door haar telefoonabonnementen te laten afsluiten, maar ook door haar te bewegen prostitutiewerkzaamheden te verrichten en het daarmee verdiende geld aan hem af te staan.
Uit de verklaring van [slachtoffer 1] volgt dat verdachte haar met name heeft bewogen zich te prostitueren door op haar in te praten en kon beschikken over het door haar verdiende geld door haar te intimideren. Verder speelde de kwetsbaarheid van [slachtoffer 1] ten opzichte van verdachte een rol in die zin dat ze goedgelovig was (ze dacht dat verdachte haar het geld van de telefoonabonnementen zou terug betalen), waardoor ze in een schuldenpositie kwam. Vervolgens ontstond een zekere afhankelijkheid naar verdachte toe omdat ze hoopte dat hij het verschuldigde geld zou terug betalen. Ook hoopte ze dat het door haar verdiende geld gebruikt zou worden voor het betalen van de telefoonabonnementen. Verdachte had – omdat [slachtoffer 1] hoopte dat hij het geld aan haar terug zou betalen, maar ook omdat hij haar intimideerde – overwicht op [slachtoffer 1].
Verdachte heeft aldus door (met name) feitelijkheden (inpraten, intimidatie) en misbruik van de kwetsbare positie van [slachtoffer 1] en zijn overwicht op haar, [slachtoffer 1] geworven om en haar bewogen zich te prostitueren en vervolgens haar geld af te staan. Onder dezelfde omstandigheden heeft verdachte haar vervoerd, terwijl het vervoer geschiedde met het oogmerk van uitbuiting. Dit alles levert overtreding op van artikel 273f lid onder 1, 4, 6 en 9 Sr.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:

1.hij (op meerdere tijdstippen)in of omstreeksde periode van 1 april 2011 tot en met 31 juni 2011 te [plaats] en/[of [plaats]] en/[of [plaats]] en/of [plaats], in elk geval (telkens) in Nederland,

meermalen,
althans eenmaal (telkens
),
A: (lid 1, onder 1)
een ander, genaamd [slachtoffer 1], door
dwang en/of geweld en/oféén of meer (andere) feitelijkheden en
/ofdoor dreiging met geweld en
/of één of meer andere feitelijkheden,
door afpersing, fraude, misleiding dan weldoor misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en
/ofdoor misbruik van de kwetsbare positie, heeft geworven, vervoerd,
overgebracht, gehuisvest en/of opgenomenmet het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 1],
en
/of
B: (lid 1, onder 4)
[slachtoffer 1] door
dwang en/of geweld en/oféén of meer (andere) feitelijkheden en
/ofdoor dreiging met geweld en
/of één of meer andere feitelijkheden,
door afpersing, fraude, misleiding dan weldoor misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en
/ofdoor misbruik van de kwetsbare positie heeft
gedwongen en/ofbewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten
dan wel onder de onder 1 van dit artikel genoemde omstandigheden, te weten dwang en/of geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of door dreiging met geweld en/of één of meer andere feitelijkheden, door afpersing, fraude, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare positie enige handeling(en) heeft/hebben ondernomen waarvan hij, verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer 1] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten,
en
/of
C: (lid 1, onder 6)
opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de (seksuele) uitbuiting van [slachtoffer 1],
en
/of
D: (lid 1, onder 9)
met
één ofmeerdere van de onder 1 genoemde middelen, te weten
dwang en/of geweld en/oféén of meer (andere) feitelijkheden en
/ofdoor dreiging met geweld en
/of één of meer andere feitelijkheden,
door afpersing, fraude, misleiding dan weldoor misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en
/ofdoor misbruik van de kwetsbare positie [slachtoffer 1] heeft gedwongen dan wel bewogen hem, verdachte, te bevoordelen uit de opbrengst van haar seksuele handelingen met en/of voor een derde,
immers heeft/is verdachte (telkens)
- terwijl zij een borderline persoonlijkheidsstoornis heeft en
/of
- een (liefdes)relatie met die [slachtoffer 1] aangegaan en
/of
- die [slachtoffer 1] beloofd dat hij haar zou beschermen tegen het geweld van haar ex-vriend en
/of
- die [slachtoffer 1] bedreigd en/of gedreigd met geweld en
/of
- die [slachtoffer 1] toegeschreeuwd
en/of vernederden
/of
- herhaaldelijk geld aan die [slachtoffer 1] gevraagd en
/of
- die [slachtoffer 1] vijf,
althans meerderetelefoonabonnementen op naam van die [slachtoffer 1] laten afsluiten en
/ofbeloofd dat hij het bankrekeningnummer kon wijzigen van de automatische incasso en/of omzetten naar zijn eigen rekening, zodat ze zich geen zorgen hoefde te maken en
/of
- aan die [slachtoffer 1] informatie en/of een telefoonnummer gegeven
over een sekscluben/of aangegeven dat ze veel geld kon verdienen
en/of achter het raam nog meer kon verdienenen
/of
- die [slachtoffer 1] vervoerd en
/of
- die [slachtoffer 1] instructies gegeven en
/of
- aan die [slachtoffer 1] gevraagd hoeveel geld ze had verdiend en/of
- ( een deel van) het door die [slachtoffer 1] verdiende geld ingenomen en/of beheerd en/of (deels) aangewend voor zijn eigen gebruik,
door welke feiten en omstandigheden voor voornoemde [slachtoffer 1] een (afhankelijkheids)situatie is ontstaan
waaraan zij zich niet heeft kunnen onttrekken en/often gevolge waarvan zij geen weerstand aan verdachte heeft kunnen bieden,
terwijl nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een eerdere veroordeling van verdachte in kracht van gewijsde is gegaan;

2.2.hij (op meerdere tijdstippen)in of omstreeksde periode van 1 juni 2012 tot en met 30 september 2012 te [plaats] en/of [plaats] en/[of [plaats]] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats], in elk geval (telkens) in Nederland,

meermalen,
althans eenmaal (telkens
),
A: (lid 1, onder 1)
een ander, genaamd [slachtoffer 2],
door dwang en/of geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of door dreiging met geweld en/of één of meer andere feitelijkheden, door afpersing, fraude, misleiding dan weldoor misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en
/ofdoor misbruik van de kwetsbare positie, heeft geworven, vervoerd,
overgebracht, gehuisvest en/of opgenomenmet het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 2],
en
/of
B: (lid 1, onder 4)
[slachtoffer 2] door dwang en/of geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of door dreiging met geweld en/of één of meer andere feitelijkheden, door afpersing, fraude, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare positie heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten
dan welonder de onder 1 van dit artikel genoemde omstandigheden, te weten
dwang en/of geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of door dreiging met geweld en/of één of meer andere feitelijkheden, door afpersing, fraude, misleiding dan weldoor misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en
/ofdoor misbruik van de kwetsbare positie enige handeling
(en
)heeft
/hebbenondernomen waarvan hij, verdachte wist
of redelijkerwijs moest vermoedendat die [slachtoffer 2] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten,
en
/of
C: (lid 1, onder 6)
opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de (seksuele) uitbuiting van [slachtoffer 2],
en
/of
D: (lid 1, onder 9)
met
één ofmeerdere van de onder 1 genoemde middelen, te weten
dwang en/of geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of door dreiging met geweld en/of één of meer andere feitelijkheden, door afpersing, fraude, misleiding dan weldoor misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en
/ofdoor misbruik van de kwetsbare positie [slachtoffer 2] heeft gedwongen dan wel bewogen hem, verdachte, te bevoordelen uit de opbrengst van haar seksuele handelingen met en/of voor een derde,
immers heeft/is verdachte (telkens)
- terwijl die [slachtoffer 2] een laag IQ heeft
en/of uit huis geplaatst was als kinden
/ofdrugs gebruikt en
/of
- terwijl die [slachtoffer 2] verliefd is op verdachte en
/of
- tegen die [slachtoffer 2] gezegd dat dat het beter was voor hen als zij in de prostitutie ging werken en/of dat ze snel geld konden verdienen en/of dat ze dan leuke dingen konden doen en/of samen een huisje konden huren en
/of
- die [slachtoffer 2] mishandeld en/of
- boos geworden op die [slachtoffer 2]
en/of tegen die [slachtoffer 2] geschreeuwdals zij niet genoeg had verdiend en
/of
- die [slachtoffer 2] drugs verstrekt en/of gedrogeerd en/of
- die [slachtoffer 2] zonder dat zij het wist seks laten hebben en/of
- aan die [slachtoffer 2] adressen van seksclubs gegeven en
/of
- die [slachtoffer 2] als prostituee laten werken en
/of
- die [slachtoffer 2] drugs laten verkopen en/of
- die [slachtoffer 2] gehuisvest en/of
- die [slachtoffer 2] vervoerd en
/of
- ( een deel van) het door die [slachtoffer 2] verdiende geld ingenomen en/of beheerd en/of (deels) aangewend voor zijn eigen gebruik,
door welke feiten en omstandigheden voor voornoemde [slachtoffer 2] een (afhankelijkheids)situatie is ontstaan
waaraan zij zich niet heeft kunnen onttrekken en/often gevolge waarvan zij geen weerstand aan verdachte heeft kunnen bieden,
terwijl nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een eerdere veroordeling van verdachte in kracht van gewijsde is gegaan.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 en 2 bewezenverklaarde levert op, telkens:
mensenhandel, terwijl nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een eerdere veroordeling van de schuldige ter zake van mensenhandel in kracht van gewijsde is gegaan, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf
De officier van justitie heeft geëist dat aan verdachte ter zake van de feiten 1 en 2 een gevangenisstraf van 42 maanden wordt opgelegd.
De rechtbank heeft de verdachte ter zake van de feiten 1 en 2 veroordeeld tot drie jaren gevangenisstraf.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat aan verdachte ter zake van de feiten 1 en 2 een gevangenisstraf van 54 maanden wordt opgelegd.
Bij het bepalen van de straf gaat het hof uit van de strafdoeleinden, te weten de vergelding, speciale en generale preventie.
In verband met die strafdoeleinden acht het hof voor strafoplegging in mensenhandelzaken in het algemeen de volgende omstandigheden van belang:
- de periode waarin sprake is geweest van uitbuiting;
- het aantal slachtoffers dat is uitgebuit;
- de omstandigheid dat sprake is van een georganiseerd verband;
- de wijze (zoals de mate van geweld) waarop het slachtoffer is gedwongen/bewogen de prostitutiewerkzaamheden te doen;
- de leeftijd en/of kwetsbaarheid van het slachtoffer;
- het aantal dagen per week en het aantal uren per dag waarop er gewerkt moest worden;
- de werkzaamheden die verricht moesten worden;
- de werkomstandigheden (werken op straat of binnen, werken tijdens ziekte en zwangerschap, zonder condoom);
- de hoeveelheid geld die werd afgedragen;
- het percentage van de verdiensten dat moest worden afgedragen;
- overige omstandigheden zoals gedwongen abortus, tatoeages en borstvergrotingen;
- de rol van verdachte met betrekking tot die uitbuiting (vervulde hij een kernrol of was hij ‘slechts’ faciliterend);
- de houding van de verdachte (heeft hij inzicht getoond in het kwalijke van zijn gedrag);
- relevante recidive.
Verdachte heeft [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] als prostituee laten werken en hun inkomsten afgenomen. [slachtoffer 1] heeft weliswaar slechts een korte periode als prostituee gewerkt, maar daar staat tegenover dat ze veel moeite had met de werkzaamheden, waardoor verdachte door [slachtoffer 1] te bewegen tot het verrichten van die werkzaamheden een vergaande inbreuk heeft gemaakt op haar lichamelijke en seksuele integriteit.
Niet is gebleken dat [slachtoffer 2] grote moeite had met het verrichten van de prostitutiewerkzaamheden. Daar staat echter tegenover dat ze in ieder geval gedurende drie maanden haar verdiensten afstond aan verdachte, waarbij verdachte ernstig misbruik heeft gemaakt van de kwetsbare positie (met name de zwakbegaafdheid en haar verliefdheid op verdachte) waarin [slachtoffer 2] zich bevond.
Ten aanzien van de vergelding speelt niet alleen de ernst van de feiten een rol, maar ook de omstandigheid dat verdachte recidivist is.
Reeds uit oogpunt van vergelding is een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf geboden.
Voor wat betreft de speciale preventie geldt weliswaar dat verdachte ter zitting heeft verklaard dat hij wil breken met het criminele milieu waarin hij zich jarenlang heeft begeven en dat uit het opgemaakte advies van de reclassering blijkt dat verdachte zich inderdaad goed inzet en zich aan de afspraken houdt, maar daar staat tegenover dat verdachte niet alleen recidivist is, maar – door zijn zwijgen en vervolgens zijn ontkennende houding – geen inzicht heeft getoond in het kwalijke van zijn gedrag dat geleid heeft tot de bewezenverklaarde feiten.
Ten aanzien van de generale preventie geldt dat kwetsbare vrouwen als [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] beschermd dienen te worden tegen mensen (zoals verdachte) die dergelijke vrouwen zien als object om aan te verdienen en (dus) uit te buiten. Daarom is ook uit generaal preventief oogpunt een langdurige gevangenisstraf gerechtvaardigd.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt 113.605 euro. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van 30.605 euro. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
Het hof beslist als volgt over de onderscheiden schadeposten.
De vordering met betrekking tot gederfde inkomsten: het hof zal deze schadepost, die zeker door toedoen van verdachte door de benadeelde partij is geleden, gedeeltelijk toewijzen. [slachtoffer 2] heeft haar inkomsten aan verdachte moeten afstaan. Uit de bewijsmiddelen volgt dat [slachtoffer 2] in de maanden juni, augustus en september 2012 voor verdachte heeft gewerkt. Hoewel [slachtoffer 2] op sommige dagen goed verdiende, is niet gebleken dat [slachtoffer 2] alle dagen heeft gewerkt. Verder geldt dat er reiskosten waren en houdt het hof er rekening mee dat [slachtoffer 2] een deel van het geld aan drugs voor haar zelf besteedde. Al met al acht het hof het redelijk om er van uit te gaan dat verdachte gedurende drie maanden (gemiddeld) 100 euro per dag van [slachtoffer 2] heeft ontvangen. Totaal komt dit dan op een bedrag van 9.000 euro. Dat bedrag zal worden toegewezen, met niet-ontvankelijkverklaring voor het overige.
De vordering immateriële schadevergoeding: aan de benadeelde partij is door het onder 2 bewezenverklaarde feit rechtstreeks nadeel toegebracht dat niet in materiële schade bestaat. [slachtoffer 2] moet zich op enig moment gerealiseerd hebben dat haar liefde voor verdachte niet werd beantwoord, verdachte haar puur zag als object om geld te verdienen en misbruik heeft gemaakt van haar verliefdheid. Een dergelijk besef levert psychische schade op. Verdachte heeft dat nadeel toegebracht, zodat dat aan hem is toe te rekenen. Die schade wordt naar maatstaven van billijkheid begroot op 1.000 euro, welk bedrag het hof aan de benadeelde zal toewijzen. Dit bedrag is veel lager dan is toegewezen door de rechtbank, omdat het hof niet heeft kunnen vaststellen dat [slachtoffer 2] ernstig heeft geleden onder de werkzaamheden die ze als prostituee heeft verricht. Weliswaar wordt in de toelichting op de immateriële schade gesteld dat [slachtoffer 2] door verdachte werd geslagen en via verdachte verslaafd is geraakt aan de cocaïne, maar daarvan is onvoldoende gebleken. Ook heeft het hof niet kunnen vaststellen dat er een relatie bestaat tussen het gedrag van de verdachte enerzijds en het overmatig drankgebruik en de agressieproblemen van [slachtoffer 2] anderzijds.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
Tenslotte zal het hof de gevorderde kosten voor rechtsbijstand toekennen met toepassing van het liquidatietarief in kantonzaken, op basis van twee punten à 400 euro.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 36f, 43a, 57, 63 en 273f van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 en 2 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
42 (tweeënveertig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 2] ter zake van het onder 2 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 10.000 (tienduizend euro) bestaande uit € 9.000 (negenduizend euro) materiële schade en € 1.000,00 (duizend euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Verklaart de benadeelde partij in haar vordering voor het overige niet-ontvankelijk en bepaalt dat zij in zoverre haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan materiële en immateriële schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 1 juni 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op
€ 800,00 (achthonderd euro).
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer 2], ter zake van het onder 2 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van
€ 10.000 (tienduizend euro) bestaande uit € 9.000 (negenduizend euro) materiële schade en € 1.000,00 (duizend euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
85 (vijfentachtig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat voormelde betalingsverplichting ter zake van de materiële en immateriële schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 1 juni 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Aldus gewezen door
mr. J.D. den Hartog, voorzitter,
mr. A.H. Garos en mr. A.J. Smit, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. L. Gereke, griffier,
en op 5 juni 2015 ter openbare terechtzitting uitgesproken.

Voetnoten

1.In de hierna te melden bewijsmiddelen wordt telkens tenzij anders aangegeven verwezen naar de bijlagen van het in de wettelijke vorm opgemaakte (relaas) proces-verbaal, Bamboe, 07DMH12011, proces-verbaalnummer 20130326.0800, gesloten en getekend op 10 oktober 2013 door [verbalisant], brigadier van politie.
2.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte (p. 423-428), inhoudende de verklaring van [slachtoffer 1].
3.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor (p. 440-452), inhoudende de verklaring van [slachtoffer 1].
4.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor (p. 453-458), inhoudende de verklaring van [slachtoffer 1].
5.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor (p. 459-466), inhoudende de verklaring van [slachtoffer 1].
6.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor (p. 467-482), inhoudende de verklaring van [slachtoffer 1].
7.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor (p. 483-495), inhoudende de verklaring van [slachtoffer 1].
8.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor (p. 496-505), inhoudende de verklaring van [slachtoffer 1].
9.Een schriftelijk bescheid (p. 509), te weten een geneeskundige verklaring.
10.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen (p. 526-527), inhoudende het relaas van verbalisant.
11.Een schriftelijk bescheid (p. 530-531), te weten een transactieoverzicht [bank].
12.Een schriftelijk bescheid (p. 532-533), te weten een transactieoverzicht [bank].
13.Een schriftelijk bescheid (p. 534-535), te weten een transactieoverzicht [bank].
14.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor (p. 539-540), inhoudende de verklaring van [getuige 1].
15.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen (p. 552), inhoudende het relaas van verbalisant.
16.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor (p. 555-557), inhoudende de verklaring van [getuige 3] e/v [naam echtgenoot].
17.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor (p. 560-562), inhoudende de verklaring van [getuige 5].
18.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor (p. 563-566), inhoudende de verklaring van [getuige 6].
19.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor (p. 567-570), inhoudende de verklaring van [getuige 4].
20.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor (p. 851-854), inhoudende de verklaring van [getuige 7].
21.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor (p. 858-863), inhoudende de verklaring van [getuige 8].
22.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal (p. 605-606), inhoudende het relaas van verbalisant(en).
23.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal (p. 607-634), inhoudende het relaas van verbalisant.
24.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen (p. 655-656), inhoudende het relaas van verbalisant.
25.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal intake (p. 578-580), inhoudende het relaas van verbalisant(en).
26.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte (p. 588-595), inhoudende de verklaring van [getuige 9].
27.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor (p. 397-604), inhoudende de verklaring van [getuige 9].
28.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal (p. 789-790), inhoudende het relaas van verbalisant(en).
29.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor (p. 811-814), inhoudende de verklaring van [getuige 11].
30.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor (p. 817-819), inhoudende de verklaring van [getuige 12].
31.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor (p. 794-796), inhoudende de verklaring van [getuige 13].
32.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen (p. 692-694), inhoudende het relaas van verbalisant.
33.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen (p. 695-698), inhoudende het relaas van verbalisant.
34.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen (p. 699-703), inhoudende het relaas van verbalisant.
35.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen (p. 712-719), inhoudende het relaas van verbalisant.
36.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen (p. 669-671), inhoudende het relaas van verbalisant.
37.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen (p. 683-684), inhoudende het relaas van verbalisant.
38.Een schriftelijk bescheid, te weten een uittreksel justitiële documentatie betreffende [verdachte], geboren [geboortedatum 1] te [plaats], gedateerd 22 april 2015.