Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Zwolle(hierna: de Inspecteur)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een geschil tussen belanghebbende, een directeur-grootaandeelhouder van een BV, en de Inspecteur van de Belastingdienst over de vraag of een bedrag van € 122.000 ten laste mag worden gebracht van het belastbare inkomen uit werk en woning. De belanghebbende ontving in 2009 een kapitaalsuitkering van € 122.115 uit een kapitaalverzekering met lijfrenteclausule. De Inspecteur had een aanslag in de inkomstenbelasting opgelegd, waarbij de belanghebbende in beroep ging tegen de uitspraak van de rechtbank die de aanslag gedeeltelijk had vernietigd. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat de stortingen aan de BV als een geldlening zijn verstrekt, en concludeert dat het hoger beroep ongegrond is. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en er zijn geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten. De beslissing is openbaar uitgesproken op 2 juni 2015.