ECLI:NL:GHARL:2015:404

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
22 januari 2015
Publicatiedatum
22 januari 2015
Zaaknummer
200.151.672
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van bewindvoerder en benoeming nieuwe bewindvoerder in beschermingsbewind

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 22 januari 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over het verzoek van betrokkene tot ontslag van zijn huidige bewindvoerder en de benoeming van een nieuwe bewindvoerder. Betrokkene, geboren in 1961, had eerder verzocht om ontslag van de bewindvoerder, die sinds 2002 was aangesteld. De kantonrechter had dit verzoek op 3 april 2014 afgewezen. Betrokkene stelde dat het vertrouwen in de bewindvoerder ernstig was beschadigd en dat er geen samenwerking was. Hij had slechts één keer contact gehad met de bewindvoerder en ontving geen periodieke overzichten van zijn financiën.

Tijdens de mondelinge behandeling op 16 december 2014 werd duidelijk dat de bewindvoerder niet was verschenen, terwijl betrokkene wel aanwezig was met zijn advocaat, mr. J.J. van Ewijk. De advocaat benadrukte het belang van een vertrouwensbasis in beschermingsbewind en stelde dat de huidige bewindvoerder niet voldeed aan de verwachtingen. Betrokkene verzocht om de benoeming van [A.] van Bragos als nieuwe bewindvoerder, die volgens hem beter in staat zou zijn om de benodigde ondersteuning te bieden.

Het hof oordeelde dat er voldoende gewichtige redenen waren voor ontslag van de huidige bewindvoerder, gezien de serieuze klachten over diens functioneren en het gebrek aan vertrouwen van betrokkene. Het hof vernietigde de eerdere beschikking van de kantonrechter en benoemde [A.] tot nieuwe bewindvoerder, met ingang van 29 januari 2015. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.151.672
(zaaknummer rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, 2722569)
beschikking van de familiekamer van 22 januari 2015
inzake
[verzoeker],
wonende te [woonplaats],
verzoeker in hoger beroep, verder te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. J.J. van Ewijk te Utrecht.
Als overige belanghebbenden zijn aangemerkt:
[belanghebbende],
gevestigd te [vestigingsplaats],
verder te noemen: de bewindvoerder,
en
[belanghebbende],
wonende te[woonplaats],
verder te noemen: de dochter.

1.Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de kantonrechter (rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht) van 3 april 2014, uitgesproken onder voormeld zaaknummer.

2.Het geding in hoger beroep

2.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het beroepschrift, ingekomen op 30 juni 2014;
- een brief van de bewindvoerder van 6 november 2014, ingekomen op dezelfde datum;
- een journaalbericht van mr. Van Ewijk van 5 december 2014 met bijlagen, ingekomen op
8 december 2014.
2.2
De mondelinge behandeling heeft op 16 december 2014 plaatsgevonden. Betrokkene is in persoon verschenen, bijgestaan door zijn advocaat. De bewindvoerder is met bericht vooraf niet verschenen. De dochter is, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.

3.De vaststaande feiten

3.1
Betrokkene is geboren op [geboortedatum] 1961.
3.2
Bij beschikking van 15 juli 2002 heeft de kantonrechter te Utrecht het vermogen van betrokkene onder bewind gesteld.
3.3
Bij verzoekschrift, ingekomen bij de rechtbank op 13 januari 2014, heeft betrokkene verzocht de bewindvoerder te ontslaan en om [A.] als nieuwe bewindvoerder te benoemen.
3.4
Bij de bestreden - uitvoerbaar bij voorraad verklaarde - beschikking heeft de kantonrechter het verzoek afgewezen.

4.4. De omvang van het geschil

4.1
In geschil is het verzoek van betrokkene tot ontslag van de huidige bewindvoerder en benoeming van een nieuwe bewindvoerder.
4.2
Betrokkene is met drie grieven in hoger beroep gekomen tegen de beschikking van
3 april 2014. Deze grieven beogen het geschil in hoger beroep in volle omvang aan de orde te stellen.
4.3
Het hof zal de grieven in hoger beroep gezamenlijk beoordelen.

5.De motivering van de beslissing

5.1
Op grond van artikel 1:448 lid 2 Burgerlijk Wetboek (BW) wordt de bewindvoerder ontslag verleend hetzij op eigen verzoek, hetzij wegens gewichtige reden of omdat hij niet meer voldoet aan de eisen om bewindvoerder te kunnen worden, zulks op verzoek van de medebewindvoerder of degene die gerechtigd is onderbewindstelling te verzoeken als bedoeld in artikel 1:432 BW leden 1 en 2, dan wel ambtshalve.
5.2
Op grond van 1:435 lid 3 BW volgt de rechter bij de benoeming van de bewindvoerder de uitdrukkelijke voorkeur van de rechthebbende, tenzij gegronde redenen zich tegen zodanige benoeming verzetten.
5.3
Betrokkene stelt dat het vertrouwen tussen hem en de bewindvoerder ernstig is beschadigd en dat er geen samenwerking is in verband met het gebrek aan vertrouwen. Betrokkene heeft de bewindvoerder slechts één keer ontmoet, terwijl hij graag vaker contact zou willen hebben met zijn bewindvoerder. Vanwege de grote afstand tussen de woonplaats van betrokkene en het bewindvoerderskantoor is frequenter contact moeilijk tot stand te brengen. Daarnaast heeft hij geen budgetplan ontvangen en geen overzicht gekregen van zijn vaste inkomsten, lasten en schulden. Betrokkene ontvangt geen periodiek overzicht van zijn inkomsten en uitgaven en op verzoeken om opheldering wordt niet of onvoldoende gereageerd. Betrokkene verzoekt [A.] namens Bragos te benoemen als nieuwe bewindvoerder. Zij is volgens betrokkene wel in staat om hem het contact te bieden dat hij nodig heeft. Op dit moment komt zij wekelijks in het huis waar betrokkene ook woont in verband met een andere cliënt van haar.
5.4
Ter mondelinge behandeling heeft mr. Van Ewijk aangevoerd dat het hier een beschermingsbewind betreft en dat juist dan een vertrouwensbasis van groot belang is. Die basis ontbreekt op dit moment echter volledig. Betrokkene heeft het nodig dat hij met enige regelmaat wordt bezocht door de bewindvoerder, hetgeen op dit moment niet gebeurt. Van de bewindvoerder mag meer betrokkenheid en maatschappelijk inzicht verwacht worden, juist omdat het een beschermingsbewind betreft. Doordat dit thans ontbreekt, loopt betrokkene in financieel opzicht verschillende kortingen en toeslagen mis. Daarnaast ontstaan problemen door het gebrekkige functioneren van de bewindvoerder. Zo is de aanvullende zorgverzekering van betrokkene stopgezet omdat de premie van de zorgverzekering niet werd voldaan. Voorts is zijn reispas niet betaald waardoor betrokkene wordt geconfronteerd met incassomaatregelen.
5.5
Gelet op het voorgaande is het hof van oordeel dat sprake is van voldoende gewichtige redenen tot ontslag van de bewindvoerder van betrokkene. Het hof overweegt daartoe als volgt. Namens betrokkene zijn serieuze klachten over het functioneren van de huidige bewindvoerder geuit. De bewindvoerder heeft de klachten in hoger beroep onvoldoende weersproken noch enige reactie daarop gegeven. Een verweerschrift van de zijde van de bewindvoerder ontbreekt en de bewindvoerder is, ondanks uitdrukkelijk telefonisch verzoek daartoe namens het hof, niet ter mondelinge behandeling verschenen om een en ander toe te lichten. Voorts is voor het hof aannemelijk geworden dat onvoldoende vertrouwen bij betrokkene bestaat voor een goede voortzetting van het bewind. Daarbij merkt het hof op dat betrokkene onweersproken heeft gesteld dat hij sinds 2002 onder bewind staat en dat dit de eerste maal is dat er problemen bij de uitvoering van het bewind zijn ontstaan. Tevens betrekt het hof in zijn oordeel de omstandigheid dat betrokkene kennelijk een frequent persoonlijk contact bij de uitvoering van de onderbewindstelling behoeft en de huidige bewindvoerder daaraan niet lijkt te kunnen voldoen. Nu mevrouw [A.] van “Bragos bewindvoering op maat” zich bereid heeft verklaard de bewindvoering op zich te nemen en betrokkene verklaard heeft vertrouwen te hebben in deze persoon, zal het hof haar tot bewindvoerder benoemen.

6.De slotsom

Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen zal het hof de bestreden beschikking vernietigen en beslissen als volgt.

7.De beslissing

Het hof, beschikkende in hoger beroep:
vernietigt de beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Midden-Nederland, sector kanton, locatie Utrecht van 3 april 2014 en opnieuw beschikkende:
ontslaat [belanghebbende] met ingang van 29 januari 2015 als bewindvoerder;
benoemt met ingang van 29 januari 2015 [A.], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum], (Bragos bewindvoering op maat, Postbus 8066, 3503 RB Utrecht) tot bewindvoerder over alle goederen die toebehoren of zullen toebehoren aan de rechthebbende [verzoeker], geboren op [geboortedatum] 1961;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mrs. E.H. Schulten, A.W. Beversluis en R. Krijger, bijgestaan door mr. A.J. Hase als griffier, en is op 22 januari 2015 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.