Uitspraak
[appellant],
1.[geïntimeerde 1],
[geïntimeerde 1],
[geïntimeerde 2],
[geïntimeerden],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
I. tot vernietiging van het tussenvonnis d.d. 5 juni 2013 en het eindvonnis d.d.25 september 2013 gewezen tussen partijen door de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden;
[geïntimeerden] te veroordelen om aan [appellant] te betalen een bedrag van € 94.439,95, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 6 februari 2012, althans vanaf een in goede justitie te bepalen datum, zulks tot de dag van volledige betaling;
3.Ten aanzien van de feiten
29 april 2011 is ondertekend (met doorhaling van de verwijzing naar niet toepasselijke voorwaarden).
)en (bijlage 7, zelfde datum):
4.De vorderingen en beslissingen in eerste aanleg
5.De wijziging van eis
6.De beoordeling van de grieven
grief 1herhaalt [appellant] zijn in eerste aanleg gevoerde verweer dat, nadat gebleken was dat [geïntimeerden] de woning bij hun sloopwerkzaamheden hadden beschadigd, de aanneemovereenkomst (met vaste prijs) met wederzijdse instemming is beëindigd en is vervangen door een overeenkomst op regiebasis. [appellant] legt daartoe een aantal gelijkluidende verklaringen van medewerkers (c.q. familieleden) over die allen als volgt luiden:
Hierbij verklaar ik aanwezig te zijn geweest bij het gesprek tussen de heer [appellant] en de heer [geïntimeerde 1], op het moment dat wij aan de werkzaamheden in [woonplaats] zouden beginnen. Omdat de heer [geïntimeerde 1] rigoureus en ondeskundig was gaan slopen in de periode tussen de offerte en aanvang werkzaamheden kon niet begonnen worden met de afgesproken en geoffreerde werkzaamheden. Er waren andere prioriteiten o.a. doordat er als geval van zijn acties van alles verzakt was en lekte. Afgesproken werd, dat de oorspronkelijke aanneemsom zou vervallen en er vanaf dat moment op regiebasis gewerkt zou worden".
15 oktober 2011, wat niet past bij het door [appellant] thans gestelde regie contract). Indien het contract voor de eigenlijke start van de werkzaamheden - derhalve rond 1 augustus 2011- al zou zijn vervangen door een regiecontract, dan bevreemdt het zeer dat op
25 augustus 2011 voor het herstel van de verzakkingen een offerte met een vaste prijs is uitgebracht.
Volgens de afspraken zouden de raampjes op de etage gespaard worden en de ruiten vervangen. De ramen en de ruiten bleken echter in een dermate slechte conditie dat ze niet meer te sparen waren. Vandaar dat ik nieuwe gemaakt heb. Deze bereken ik dan ook inc. glas. Weliswaar voor inkoopsprijs want we zullen elkaar toch tegemoet moeten komen. Bv de hele bijkeuken staat niet in de offerte en zeker niet de uitbreiding. allen het nieuwe dak op de bijkeuken en het isoleren van de wanden. Ook over het keukenwoongedeelte staat niet veel in de offerte. Dus we zullen daar afspraken over moeten maken. Wat we nu voor aan het doen zijn valt onder het schadeherstel. Muv. de werkzaamheden aan de bedstee. Dat hebben we goed afgesproken. Ik heb het ook al eerder gehad over het eventuele meerwerk waar je op moet rekenen. te rekenen op 15 tot 20% van het offertebedrag excl." (productie 2 bij de memorie van antwoord).
grief II. In die grief stelt [appellant] dat de ontbinding zijdens [geïntimeerde 1] d.d. 23 februari 2012 geen doel treft, omdat [appellant] zijnerzijds reeds de overeenkomst rechtsgeldig had ontbonden bij brief van 6 februari 2012, omdat hij uit de mededelingen van [geïntimeerden] mocht afleiden dat zij te kort zouden schieten in hun verbintenis tot betaling.
grief IVziet [appellant] dit over het hoofd. Hij stelt dat de waarde van het totaal van de werkzaamheden dat hij heeft verricht, op € 147.587,84 (inclusief btw) moet worden gesteld, zulks gebaseerd op een soort geveltaxatie zijdens Interlloyd Survey. Op die grond vermeerdert hij zijn eis tot € 94.439,95, zijnde het verschil tussen dit bedrag en het bedrag dat [appellant] in totaal reeds had voldaan.
grief IVvoor het overige en
grief Voverweegt het hof verder als volgt.
Grief VIIheeft ten slotte betrekking op de proceskosten. Het hof ziet aanleiding in de aanpassing in de veroordeling die het gevolg is van het gedeeltelijk slagen van de grieven, ook de proceskostenveroordeling in eerste aanleg in conventie aan te passen, in die zin dat de het hof het salaris in eerste aanleg zal compenseren en [appellant] uitsluitend in de verschotten te veroordelen. De proceskostenveroordeling in reconventie zal ongewijzigd blijven.
7.De beslissing
2 juni 2015.