Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[appellant],
[X],
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 12 mei 2015, is het hoger beroep ingesteld door Stichting [appellant] tegen mr. [X], die voorheen h.o.d.n. Advocatenkantoor [X] vertegenwoordigde. De zaak betreft een ontslag van instantie omdat de appellante, Stichting [appellant], op de eerst dienende dag geen advocaat heeft gesteld. De procedure in eerste aanleg vond plaats bij de rechtbank Noord-Nederland, waar eerder vonnissen zijn gewezen op 21 november 2013 en 7 augustus 2014. De appellante heeft op 6 november 2014 hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter van 7 augustus 2014, met als doel het bestreden vonnis te vernietigen en haar vordering toe te wijzen.
De eerst dienende dag was vervroegd naar 10 februari 2015, maar op deze datum heeft zich geen advocaat voor de appellante gesteld. Het hof heeft de appellante de gelegenheid gegeven om binnen een gestelde termijn alsnog een advocaat te stellen, maar ook op de rol van 24 februari 2015 heeft zij geen advocaat gepresenteerd. De zaak is vervolgens verwezen naar de rol van 1 maart 2016, maar ook op de vervroegde rol van 17 maart 2015 heeft de appellante geen advocaat gesteld, waarna mr. [X] arrest heeft gevraagd.
Het hof heeft vastgesteld dat de appellante niet heeft voldaan aan de geboden gelegenheid om het verzuim van advocaatstelling te herstellen. Gezien het bepaalde in artikel 123 lid 1 en 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, heeft het hof besloten om mr. [X] van de instantie te ontslaan en de appellante te veroordelen in de kosten van het geding in hoger beroep. De kosten zijn vastgesteld op € 579,00 aan geliquideerd salaris voor de advocaat en € 807,43 aan verschotten. Dit arrest is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.