ECLI:NL:GHARL:2015:3428

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
12 mei 2015
Publicatiedatum
12 mei 2015
Zaaknummer
200.164.324-01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van instantie wegens niet-stellen van advocaat in hoger beroep

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 12 mei 2015, is het hoger beroep ingesteld door Stichting [appellant] tegen mr. [X], die voorheen h.o.d.n. Advocatenkantoor [X] vertegenwoordigde. De zaak betreft een ontslag van instantie omdat de appellante, Stichting [appellant], op de eerst dienende dag geen advocaat heeft gesteld. De procedure in eerste aanleg vond plaats bij de rechtbank Noord-Nederland, waar eerder vonnissen zijn gewezen op 21 november 2013 en 7 augustus 2014. De appellante heeft op 6 november 2014 hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter van 7 augustus 2014, met als doel het bestreden vonnis te vernietigen en haar vordering toe te wijzen.

De eerst dienende dag was vervroegd naar 10 februari 2015, maar op deze datum heeft zich geen advocaat voor de appellante gesteld. Het hof heeft de appellante de gelegenheid gegeven om binnen een gestelde termijn alsnog een advocaat te stellen, maar ook op de rol van 24 februari 2015 heeft zij geen advocaat gepresenteerd. De zaak is vervolgens verwezen naar de rol van 1 maart 2016, maar ook op de vervroegde rol van 17 maart 2015 heeft de appellante geen advocaat gesteld, waarna mr. [X] arrest heeft gevraagd.

Het hof heeft vastgesteld dat de appellante niet heeft voldaan aan de geboden gelegenheid om het verzuim van advocaatstelling te herstellen. Gezien het bepaalde in artikel 123 lid 1 en 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, heeft het hof besloten om mr. [X] van de instantie te ontslaan en de appellante te veroordelen in de kosten van het geding in hoger beroep. De kosten zijn vastgesteld op € 579,00 aan geliquideerd salaris voor de advocaat en € 807,43 aan verschotten. Dit arrest is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.164.324/01
(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland 2379336 CV EXPL 13-12462)
arrest van de eerste kamer van 12 mei 2015 in de zaak van:
Stichting [appellant],
gevestigd te [vestigingsplaats],
appellante,
in eerste aanleg: eiseres,
hierna:
[appellant],
niet verschenen,
tegen
mr. [geïntimeerde], voorheen h.o.d.n. Advocatenkantoor [X],
wonende te [woonplaats] ([provincie]),
geïntimeerde,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna:
[X],
advocaat: mr. S.M.H. van Boheemen, kantoorhoudend te Amsterdam.

1.Het geding in eerste instantie

1.1
In eerste aanleg is geprocedeerd en beslist zoals weergegeven in de vonnissen van 21 november 2013 en 7 augustus 2014 van de rechtbank Noord-Nederland, afdeling privaatrecht, locatie Groningen(hierna: de kantonrechter).

2.Het geding in hoger beroep

2.1
Bij exploot van 6 november 2014 is door [appellant] hoger beroep ingesteld van voormeld vonnis van de kantonrechter van 7 augustus 2014, met dagvaarding van [X] tegen de zitting van 2 juni 2015. De conclusie van de appeldagvaarding strekt tot vernietiging van het bestreden vonnis, toewijzing van de vordering van [appellant] en veroordeling van [X] in de proceskosten in beide instanties.
2.2
[X] heeft bij exploot van anticipatie van 28 januari 2015 de eerst dienende dag vervroegd naar 10 februari 2015.
2.3
Op de eerst dienende dag heeft zich namens [appellant] geen advocaat gesteld.
2.4
Aan [appellant] is daarop, conform het bepaalde in art. 123 lid 1 Rv, gelegenheid gegeven om binnen een door het hof gestelde termijn alsnog advocaat te stellen. De zaak is hiervoor op de rol van geplaatst van 24 februari 2015, maar op die datum heeft zich geen advocaat gesteld voor [appellant]. Vervolgens is de zaak verwezen naar de rol van 1 maart 2016 voor het stellen van een advocaat door [appellant], ambtshalve peremptoir.
2.5
Op verzoek van de advocaat van [X] is de zaak vervroegd naar de rol van 17 maart 2015. Op deze roldatum heeft zich voor [appellant] geen advocaat gesteld en heeft [X] arrest gevraagd.
2.6
Arrest is bepaald op heden, te wijzen op het griffiedossier.

3.De beoordeling

3.1
Het hof stelt vast dat [appellant] binnen de haar gegeven termijnen geen gebruik heeft gemaakt van de geboden gelegenheden tot herstel van het verzuim van advocaatstelling. [X] zal daarom van de instantie worden ontslagen.
3.2
Met toepassing van het bepaalde in art. 123 lid 2 Rv in samenhang met de artikelen 127 lid 2 Rv en 353 lid 1 Rv zal [appellant] worden veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep (salaris advocaat: ½ punt in tarief III).
De beslissing
Het hof, rechtdoende in hoger beroep:
ontslaat [X] van de instantie (de procedure in hoger beroep);
veroordeelt [appellant] in de kosten van het geding in hoger beroep en stelt die kosten aan de zijde van [X] tot aan deze uitspraak vast op € 579,00 aan geliquideerd salaris voor de advocaat en op € 807,43 aan verschotten.
Dit arrest is gewezen door mr. J.H. Kuiper, mr. L. Groefsema en mr. D.H. de Witte, en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op dinsdag 12 mei 2015.