ECLI:NL:GHARL:2015:3321

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
7 mei 2015
Publicatiedatum
8 mei 2015
Zaaknummer
200.160.962-01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervangende toestemming tot afgifte van een Bulgaars paspoort voor minderjarige

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 7 mei 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vervangende toestemming tot afgifte van een Bulgaars paspoort voor de minderjarige [de minderjarige]. De moeder, verzoekster in hoger beroep, had eerder bij de rechtbank Noord-Nederland verzocht om toestemming voor de afgifte van zowel een Nederlands als een Bulgaars paspoort voor haar kind, maar dit verzoek was afgewezen. De rechtbank had geoordeeld dat de moeder onvoldoende had aangetoond dat het in het belang van het kind was om een Bulgaars paspoort aan te vragen.

In hoger beroep heeft de moeder betoogd dat het persoonlijk belang van [de minderjarige] bij het verkrijgen van een Bulgaars paspoort niet voldoende was meegewogen. De moeder heeft aangevoerd dat [de minderjarige] zowel de Nederlandse als de Bulgaarse nationaliteit heeft en dat beide nationaliteiten voor hem van gelijke waarde zijn. Bovendien heeft hij familie in Bulgarije, wat volgens de moeder zijn gevoel van verbondenheid versterkt.

Het hof heeft de argumenten van de moeder overwogen en geconcludeerd dat het verzoek om vervangende toestemming voor de aanvraag van een Bulgaars paspoort moet worden toegewezen. Het hof heeft daarbij in aanmerking genomen dat [de minderjarige] eerder over een Bulgaars paspoort beschikte en dat er geen feiten zijn die een nieuwe aanvraag zouden uitsluiten.

Echter, het verzoek van de moeder om een machtiging tot verblijf in het buitenland voor [de minderjarige] is afgewezen. Het hof oordeelde dat deze machtiging het gezamenlijk gezag van de ouders te veel zou ondermijnen, en dat de moeder in overleg met de vader moet treden voor dergelijke beslissingen. De beschikking van de rechtbank is gedeeltelijk vernietigd en de moeder is toestemming verleend voor de aanvraag van het Bulgaars paspoort, terwijl het overige verzoek is afgewezen.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.160.962/01
(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland 150982/FA RK 14-2515)
beschikking van de familiekamer van 7 mei 2015
inzake
[verzoekster],
wonende te [A],
verzoekster in hoger beroep,
verder te noemen: de moeder,
advocaat: mr. I. Wagenaar, kantoorhoudend te Groningen,
tegen
[verweerder],
wonende te [B],
verweerder in hoger beroep,
verder te noemen: de vader,
advocaat: mr. M. Schlepers, kantoorhoudend te Groningen.

1.Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, van 11 november 2014, uitgesproken onder voormeld zaaknummer.

2.Het geding in hoger beroep

2.1
Bij beroepschrift, ingekomen ter griffie van het hof op 17 december 2014, is de moeder in hoger beroep gekomen van voormelde beschikking. De moeder verzoekt het hof, na wijziging van haar petitum ter zitting, die beschikking te vernietigen voor zover het betreft de afwijzing Bulgaars paspoort en de afwijzing vervangende machtiging verblijf in het buitenland en:
I. de moeder vervangende toestemming te verlenen tot afgifte van een Bulgaars paspoort ten behoeve van de na te noemen minderjarige [de minderjarige];
II. de moeder vervangende machtiging te verlenen tot verblijf in het buitenland in de reguliere schoolvakanties en op vrije schooldagen alsmede in het geval van bijzondere familiegebeurtenissen, zoals begrafenis, ziekte, huwelijk, doop, et cetera.
2.2
De vader heeft geen verweerschrift ingediend.
2.3
Ter griffie van het hof is voorts binnengekomen een journaalbericht met bijlage d.d. 22 december 2014 van mr. Wagenaar.
2.4
De mondelinge behandeling heeft op 14 april 2015 plaatsgevonden. Verschenen zijn de moeder, bijgestaan door mr. Wagenaar, en de vader, bijgestaan door mr. Schlepers. Mr. Wagenaar heeft ter zitting mede het woord gevoerd aan de hand van door haar overgelegde pleitnotities.
3.
De vaststaande feiten
3.1
Uit de affectieve relatie die tot eind 2012 tussen de moeder en de vader heeft bestaan is [in] 2004 te [A] geboren de minderjarige [de minderjarige] (verder te noemen: [de minderjarige]). De vader heeft [de minderjarige] erkend. De moeder en de vader oefenen gezamenlijk het gezag uit over [de minderjarige].
3.2
De vader heeft de Nederlandse nationaliteit, de moeder heeft de Bulgaarse nationaliteit en [de minderjarige] heeft zowel de Nederlandse als de Bulgaarse nationaliteit.
3.3
Bij brieven van 28 juli 2014 en 7 augustus 2014 heeft de moeder de vader verzocht om medewerking te verlenen aan de afgifte van een nieuw Nederlands en een nieuw Bulgaars paspoort aan [de minderjarige]. Bij e-mail van 7 augustus 2014 heeft mevrouw [C], secretaresse bij Accountantskantoor [D], kennelijk namens de vader, bericht dat hij akkoord gaat met de aanvraag van een identiteitskaart voor [de minderjarige].
3.4
Bij inleidend verzoekschrift van 4 september 2014, ingekomen ter griffie van de rechtbank op 12 september 2014, heeft de moeder verzocht:
- vervangende toestemming te verlenen tot afgifte van een Nederlands en een Bulgaars
paspoort ten behoeve van [de minderjarige]; en
- met betrekking tot [de minderjarige] voor de duur van zijn minderjarigheid een machtiging af te geven tot verblijf in het buitenland vanwege vakantie en/of familiebezoek.
3.5
De vader heeft geen verweer gevoerd.
3.6
Bij de - uitvoerbaar bij voorraad verklaarde - beschikking waarvan beroep heeft de rechtbank de moeder ter vervanging van de toestemming van de vader toestemming verleend tot de aanvraag van de afgifte van een Nederlands paspoort voor [de minderjarige]. Het meer of anders verzochte is afgewezen.

4.De motivering van de beslissing

4.1
Ingevolge artikel 1:253a lid 1 Burgerlijk Wetboek (BW) kunnen geschillen omtrent de gezamenlijke uitoefening van het ouderlijk gezag aan de rechter worden voorgelegd. De rechter neemt een zodanige beslissing als hem in het belang van het kind wenselijk voor komt.
* Vervangende toestemming aanvraag Bulgaars paspoort voor [de minderjarige]
4.2
De rechtbank heeft het verzoek van de moeder om toestemming te verlenen voor de aanvraag van de afgifte van een Bulgaars paspoort afgewezen. De rechtbank heeft daartoe overwogen dat de moeder slechts heeft aangevoerd dat met een dergelijk reisdocument hoge toeristenbelasting kan worden voorkomen. Daarin ziet de rechtbank onvoldoende aanleiding tot het verlenen van bedoelde vervangende toestemming.
4.3
In hoger beroep heeft de moeder aangevoerd dat het persoonlijk belang van [de minderjarige] bij een Bulgaars paspoort in de beoordeling dient te worden betrokken. [de minderjarige] heeft zowel de Nederlandse als de Bulgaarse nationaliteit. Beide nationaliteiten zijn volgens de moeder voor hem nevengeschikt en van gelijke waarde. Hij wordt ook tweetalig opgevoed. Daarnaast heeft [de minderjarige] een uitgebreide familie in Bulgarije, met wie hij zich verbonden voelt. Volgens de moeder maakt het Bulgaarse paspoort dit gevoel van verbondenheid tastbaar.
4.4
Op grond van de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting is het hof van oordeel dat het verzoek van de moeder om vervangende toestemming te verlenen voor de aanvraag van een Bulgaars paspoort voor [de minderjarige] dient te worden toegewezen. Het hof neemt daartoe in aanmerking dat [de minderjarige] de Bulgaarse nationaliteit heeft en dat hij al eerder over een Bulgaars paspoort heeft beschikt, voor de aanvraag waarvan de vader toen wel toestemming had verleend, welk paspoort geldig was tot 24 augustus 2014. Er zijn geen feiten en omstandigheden gebleken op grond waarvan thans niet opnieuw een Bulgaars paspoort voor [de minderjarige] zou kunnen worden aangevraagd.
Machtiging tot verblijf in het buitenland
4.5
De rechtbank heeft het verzoek van de moeder om machtiging te verlenen tot verblijf van [de minderjarige] in het buitenland vanwege vakantie en/of familiebezoek afgewezen als te onbepaald en onvoldoende gemotiveerd.
4.6
In hoger beroep heeft de moeder aangevoerd dat zij vrijelijk met [de minderjarige] naar het buitenland wil kunnen reizen. De moeder stelt dat bij elke uitreis het risico bestaat dat zij en [de minderjarige], op verzoek van de vader, door de douane zullen worden tegengehouden en zij wenst [de minderjarige], en ook zichzelf, de daarmee gepaard gaande stress te besparen. De reizen zullen volgens de moeder in beginsel samenvallen met de schoolvakanties, dan wel schoolvrije dagen van [de minderjarige]. Ook bij bijzondere gebeurtenissen, zoals ziektes, begrafenissen en huwelijken betreffende de familie in Bulgarije, wenst de moeder de mogelijkheid te hebben om samen met [de minderjarige] naar Bulgarije te kunnen reizen. Dit zal zij dan afstemmen met de school van [de minderjarige].
4.7
Het hof overweegt als volgt. Vast staat dat de ouders gezamenlijk met het gezag over [de minderjarige] zijn belast en dat de moeder hieromtrent heeft verklaard dat zij 'om haar moverende, strikt persoonlijke redenen', dit gezamenlijk gezag in stand wenst te laten. Gezamenlijk gezag veronderstelt evenwel dat beslissingen over [de minderjarige] in overleg door de ouders worden genomen, waarbij per concrete beslissing beide ouders bij de belangenafweging worden betrokken. De door de moeder verzochte machtiging, die zij tot de meerderjarigheid van [de minderjarige] wil laten gelden en die niet op één specifieke reis ziet, holt naar het oordeel van het hof het gezamenlijk gezag van de ouders te veel uit. De moeder zal daarom, indien zij met [de minderjarige] op vakantie naar het buitenland wenst te gaan of indien één van de door haar geschetste familiegebeurtenissen zich voordoet, in overleg moeten treden met de vader en bij gebreke van zijn toestemming, al dan niet in kort geding, vervangende toestemming moeten verzoeken. Het verzoek van de moeder dient daarom in zoverre te worden afgewezen.
4.8
De slotsom
4.9
Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen zal het hof beslissen als na te melden.

5.De beslissing

Het gerechtshof:
vernietigt de beschikking van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, van 11 november 2014, voor zover daarbij het verzoek van de moeder om vervangende toestemming te verlenen tot afgifte van een Bulgaars paspoort ten behoeve van de minderjarige [de minderjarige] is afgewezen, en in zoverre opnieuw beschikkende:
verleent de moeder ter vervanging van de toestemming van de vader toestemming tot de aanvraag van de afgifte van een Bulgaars paspoort voor de minderjarige [de minderjarige], geboren te [A] [in] 2004;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
bekrachtigt de beschikking van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, van 11 november 2014 voor het overige, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. W. Foppen, mr. A.W. Beversluis en mr. G.K. Schipmölder en uitgesproken ter openbare terechtzitting van dit hof van 7 mei 2015 in bijzijn van de griffier.