[kind] verblijft, met een korte onderbreking tijdens haar eerste levensjaren, al bijna haar gehele leven bij de grootouders van moederszijde en vervolgens, na het overlijden van de grootmoeder in september 2012, bij de grootvader. [kind] heeft met de vader een omgangsregeling. Uit de stukken en het verhandelde ter terechtzitting is gebleken dat zowel de vader als de grootvader [kind] een geschikt opvoedingsklimaat kan bieden. Uit het door Lindenhout van april 2013 tot juli 2013 verrichte onderzoek is gebleken dat er geen redenen zijn waarom [kind], ook na het overlijden van de grootmoeder, niet meer bij de grootvader zou kunnen opgroeien. Uit dat onderzoek is naar voren gekomen dat de grootvader aansluit bij de behoeften van [kind] en dat hij haar de aandacht, regels, grenzen en duidelijkheid biedt die zij nodig heeft. Uit genoemd onderzoek blijkt voorts dat de vader en zijn partner [kind] een geschikt opvoedingsklimaat kunnen bieden, mits de communicatie tussen de vader en de moeder verbetert. Bij gelegenheid van de mondelinge behandeling is gebleken dat de communicatie tussen de vader en de moeder, maar ook de communicatie tussen de vader en de grootvader, nog steeds moeizaam verloopt.
Naar het oordeel van het hof heeft de vader zijn stelling dat de grootvader niet in staat is om [kind] te verzorgen en op te voeden, onvoldoende aannemelijk gemaakt. Niet gebleken is dat de leeftijd van de grootvader – hij is 66 jaar – hem daarbij in onverantwoorde mate hindert of dat het frequente bezoek van de moeder aan [kind] en de grootvader, gelet op de volgens de vader aanwezige verschillen in interpretatie van regels en afspraken, bij [kind] te veel onduidelijkheid schept.
Vanuit de door [kind] bezochte school is voorts verklaard dat [kind] haar hoofdverblijfplaats bij de grootvader als veilige thuisbasis ervaart. Het hof acht het geen reële optie dat de vader [kind], indien haar hoofdverblijfplaats bij de vader zal zijn, dagelijks van en naar haar huidige school in [woonplaats] zal brengen. Niet alleen is de dagelijkse lange reistijd voor [kind] onwenselijk, maar die situatie zal haar ook belemmeren in de sociale contacten met klasgenootjes buiten schooltijd. Het hof acht het voorts in het belang van [kind] dat zij de voor haar nodige, binnenkort te starten, psychische hulp kan ontvangen vanuit haar huidige vertrouwde woonomgeving bij de grootvader.
Hoewel de vader en zijn huidige partner [kind] in principe een geschikt opvoedingsklimaat kunnen bieden, is het hof van oordeel dat de vader onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat thans sprake is van een wijziging van omstandigheden, op grond waarvan [kind] niet langer bij de grootvader zou kunnen en moeten verblijven.
Gelet op al het voorgaande ziet het hof onvoldoende reden om de hoofdverblijfplaats van [kind] te wijzigen en te bepalen dat de hoofdverblijfplaats bij de vader moet zijn. Het hof heeft in zijn oordeel mede betrokken dat is gebleken dat aan de daaraan door Lindenhout verbonden voorwaarde dat de communicatie tussen de vader en de moeder moet zijn verbeterd, niet is voldaan.