ECLI:NL:GHARL:2015:3214

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
17 april 2015
Publicatiedatum
3 mei 2015
Zaaknummer
21-000520-15
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep wegens te late indiening

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 17 april 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 15 januari 2015. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis, maar het hof heeft geoordeeld dat de verdachte niet-ontvankelijk is in het hoger beroep. Dit oordeel is gebaseerd op het feit dat het hoger beroep te laat is ingesteld, na sluiting van de griffie op de laatste dag van de wettelijke beroepstermijn. De verdachte had veertien dagen de tijd om hoger beroep in te stellen, maar de schriftelijke volmacht tot het aanwenden van een rechtsmiddel is pas op 29 januari 2015 om 18:25 uur naar de griffie gestuurd. De griffie van de rechtbank Midden-Nederland is geopend van 08:30 uur tot 17:00 uur, waardoor de fax met de volmacht niet op tijd is ontvangen. Het hof verwijst naar een eerdere uitspraak van de Hoge Raad van 4 februari 2014 (ECLI:NL:HR:2014:231) ter ondersteuning van zijn beslissing. De uitspraak van het hof is gedaan in aanwezigheid van de griffier, mr. G.J.B. van Weegen, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-000520-15
Uitspraak d.d.: 17 april 2015
VERSTEK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland van 15 januari 2015 met parketnummer 16-236837-14 en de van dat vonnis deel uitmakende beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging, parketnummer 16-005226-14, in de strafzaak tegen

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [adres].

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 17 april 2015. Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.

Ontvankelijkheid van het hoger beroep

Verdachte kon volgens de wet gedurende veertien dagen na de uitspraak van het vonnis waarvan beroep van 15 januari 2015 daartegen hoger beroep instellen. Bij fax van 29 januari 2015 te 18:25 uur is een schriftelijke volmacht tot het voor verdachte aanwenden van een rechtsmiddel aan de griffie van de Rechtbank Midden-Nederland gezonden. Uit het gepubliceerde bestuursreglement van de rechtbank Midden-Nederland volgt dat de griffies van de rechtbank zijn geopend van 08:30 uur tot 17:00 uur. Nu de fax met de volmacht niet is binnengekomen voor sluiting van de griffie op de laatste dag van de wettelijke beroepstermijn, is het hoger beroep na het verstrijken van die termijn, en dus te laat, ingesteld (Vgl. Hoge Raad 4 februari 2014: ECLI:NL:HR:2014:231). Daarom zal verdachte niet-ontvankelijk worden verklaard in het hoger beroep.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Aldus gewezen door
mr. H. Abbink, voorzitter,
mr. R. de Groot en mr. J.D. den Hartog, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. G.J.B. van Weegen, griffier,
en op 17 april 2015 ter openbare terechtzitting uitgesproken.