Uitspraak
[appellant],
[geïntimeerde],
1.Het geding in eerste aanleg
3 december 2013 en 11 maart 2014 van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden (hierna: de kantonrechter).
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
[X].
1 augustus 2013 heeft gewerkt van 11:00 uur tot 12:30 uur en daarna ziek naar huis is gegaan.
42,50
[accountant] dat over de maanden april 2013 en mei 2013 geen loonaanspraken bestaan. Over de maand augustus 2013 bestaat volgens [accountant] evenmin een loonaanspraak, omdat [geïntimeerde] in die maand niet heeft gewerkt. Voor wat betreft de maanden juni 2013 en
juli 2013 heeft [accountant] aangegeven dat [geïntimeerde] over de in deze maanden gewerkte uren reeds loon heeft ontvangen, volgens de opgegeven urenstaten. Als bijlagen bij de brief heeft [accountant] de salarisspecificaties over de maanden juni 2013 en juli 2013 gevoegd. In de salarisspecificatie met betrekking tot juni 2013 is aangegeven dat [geïntimeerde] in juni 2013 vier dagen heeft gewerkt, in totaal acht uren. In de salarisspecificatie met betrekking tot juli 2013 is aangegeven dat [geïntimeerde] in juli 2013 21 dagen heeft gewerkt, in totaal 50,5 uren. Verder is gesteld dat [geïntimeerde] op 31 juli 2013, binnen de proeftijd, is ontslagen, zodat de ziekmelding van 1 augustus 2013 is gedaan op een moment dat er geen arbeidsovereenkomst meer bestond.
4.De vordering en beoordeling in eerste aanleg
5.De beoordeling in hoger beroep
1 juni 2013 (
grief I);
grief III);
grief IV);
grief V);
grief VI) en
grief VII).
23 juni 2013 30 uur, hetgeen [appellant] niet, althans niet gemotiveerd, heeft betwist. Over juli 2013 heeft [appellant] geen gegevens verstrekt.
1 juni 2013 tot en met 1 augustus 2013.