Uitspraak
[appellant],
[geïntimeerde],
1.Het geding in eerste aanleg
27 januari 2015 van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Nederland, afdeling Privaatrecht, locatie Leeuwarden (hierna: de kantonrechter).
2.Het geding in hoger beroep
bij arrest, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, het vonnis (…) gewezen op 27 januari 2015 (…) te vernietigen en, opnieuw rechtdoende, het in eerste instantie gevorderde, toe te wijzen en geïntimeerde te veroordelen tot betaling van de kosten van het geding in beide instanties.”
uitvoerbaar bij voorraad, het vonnis (…) van 17 januari 2015 (…) te bekrachtigen, met veroordeling van appellant in de kosten van de procedure in beide instanties.”
3.Het geschil in eerste aanleg en de beslissing van de kantonrechter
26 september 2014 op staande voet is ontslagen en gevorderd dat [geïntimeerde] wordt veroordeeld tot doorbetaling van het loon vanaf 26 september 2014 totdat aan de arbeidsovereenkomst een rechtsgeldig einde is gekomen, vermeerderd met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente, met veroordeling van [geïntimeerde] in de proceskosten, de nakosten daaronder begrepen.
4.De beoordeling
19 maart 2015, waarop [appellant] nog niet heeft kunnen reageren.
5.De beslissing
roldatum van 28 april 2015, waarna dag en uur van de comparitie (ook indien voormelde opgave van een of meer van partijen ontbreekt) door de raadsheer-commissaris zullen worden vastgesteld;