Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/kantoor Zwolle(hierna: de Inspecteur)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.De vaststaande feiten
Belastingdienst Randmeren
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland, waarin het bezwaar tegen een aanslag in de erfbelasting niet-ontvankelijk is verklaard. De Inspecteur had een aanslag van € 46.772 opgelegd, samen met een verzuimboete van € 113, omdat belanghebbende geen aangifte had gedaan. Belanghebbende stelde dat zij tijdig bezwaar had gemaakt, maar de Inspecteur betwistte dit en stelde dat het bezwaarschrift door een foutieve adressering niet op tijd was ontvangen. Het Hof oordeelt dat het bezwaarschrift inderdaad buiten de termijn is ingediend, waardoor de niet-ontvankelijkheid terecht is vastgesteld. Daarnaast klaagt belanghebbende dat zij niet is gehoord in de bezwaarfase. Het Hof bevestigt dat de Inspecteur, gezien de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar, niet verplicht was om belanghebbende te horen. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en het hoger beroep wordt ongegrond verklaard.