ECLI:NL:GHARL:2015:247
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vervangende toestemming voor schoolkeuze van minderjarige
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 13 januari 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de schoolkeuze van de minderjarige [de minderjarige1]. De moeder, verzoekster in hoger beroep, had eerder verzet aangetekend tegen de beschikking van de rechtbank Midden-Nederland, die de vader vervangende toestemming had verleend om [de minderjarige1] in te schrijven op de Nederlandse afdeling van basisschool [C] te [A]. De ouders zijn in 2005 getrouwd en hebben samen [de minderjarige1], die in 2007 is geboren. Het huwelijk is in 2011 ontbonden. De minderjarige woont bij de moeder, en beide ouders hebben gezamenlijk gezag. De vader verzocht de rechtbank om vervangende toestemming voor de schoolkeuze, wat door de rechtbank werd toegewezen. De moeder was het hier niet mee eens en ging in hoger beroep.
Tijdens de mondelinge behandeling op 5 december 2014 werd duidelijk dat er een verstoorde communicatie tussen de ouders is, wat de ontwikkeling van [de minderjarige1] negatief beïnvloedt. Het hof overwoog dat het belang van [de minderjarige1] voorop staat en dat zij in staat moet zijn om goed te communiceren in het Nederlands, gezien haar woonplaats in Nederland. Het hof concludeerde dat de plaatsing op de Nederlandstalige afdeling van basisschool [C] in het belang van [de minderjarige1] is, en bekrachtigde de eerdere beschikking van de rechtbank. De ouders werden erop gewezen dat hun onderlinge strijd schadelijk is voor de ontwikkeling van hun kind.
Het hof bepaalde dat de plaatsing op de Nederlandse afdeling uiterlijk na de voorjaarsvakantie 2015 moet zijn gerealiseerd, en verklaarde de uitspraak uitvoerbaar bij voorraad.