Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
28 juli 2010 en 6 april 2011 die de kantonrechter (rechtbank Utrecht, sector civiel kantonrechter, locatie Utrecht) tussen [appellant] als eiser en het Pensioenfonds als gedaagde heeft gewezen.
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
1 december 2003 in dienst geweest van (de rechtsvoorgangster van) Atos Origin B.V. (hierna: Atos Origin), laatstelijk als senior consultant. Van de arbeidsvoorwaarden maakte onderdeel uit een bonusregeling, op basis waarvan aan [appellant] jaarlijks een bonus is uitgekeerd, in hoogte afhankelijk van de bedrijfsresultaten en zijn persoonlijk functioneren. Over de jaren 1997 tot en met 2000 heeft de bonus achtereenvolgens
€ 15.000,-, € 20.000,-, € 15.359,- en € 11.873,-bedragen. De meeste andere personeelsleden van Atos Origin hadden geen recht op een bonus, maar ontvingen een dertiende maand.
“Aan Oriflex, de nieuwe pensioenregeling van Origin wordt op dit moment de laatste hand gelegd.(…)Op een enkele uitzondering na, zal Oriflex vanaf 1 juli 1999 de pensioenvoorziening voor alle Origin-medewerkers worden. In de komende weken en maanden ontvangt iedereen daarom in etappes alle voor hem of haar relevante informatie. Zo krijg je een brochure waarin de regeling uitgebreid wordt toegelicht. Ook krijg je concrete informatie over hoe de overgang van de verschillende huidige regelingen naar Oriflex is geregeld.(…)Hoeveel brochures we echter ook drukken en hoeveel brieven we ook schrijven, er zullen altijd vragen over blijven. Je pensioenvoorziening is immers belangrijk genoeg om er tot in detail van op de hoogte te zijn. Daarom komen er, nadat je over Oriflex en de overgang naar Oriflex bent geïnformeerd, speciale informatiebijeenkomsten. Die bijeenkomsten vinden plaats vanaf midden oktober; ook daarover wordt je binnenkort geïnformeerd.
In de brochure “Oriflex middelloon” is onder andere het volgende vermeld (het hof verwijst naar de paginanummering van de brochure):
Bladzijde 2:“Vraag (11) Inkomensbestanddelen. Wordt de 13e maand meegerekend. En hoe zit dat met bonussen?Antwoord: Alle bonussen tellen mee. Er is wel een maximum gelijk aan de 13de maand. Dit maximum geldt niet voor het nabestaandenpensioengrondslag, arbeidsongeschiktheidspensioengrondslag en het wezenpensioengrondslag.”Bladzijde 7:“Vraag (9): Is de WAO-uitkering een levenslange uitkering?Antwoord: Indien geen verandering van arbeidsongeschiktheid loopt de uitkering tot leeftijd 65 jaar (…).Vraag (10): Hoe zit het met pensioenopbouw?Antwoord: De pensioenopbouw loopt gewoon door, deze is echter premievrij. (salaris voor eerste ziek-tedag + gemiddelde van variabele componenten over de laatste drie jaar).”
“Vraag: In de nieuwe pensioenregeling zijn flexibele elementen opgenomen, wanneer wordt de pensioengrondslag bepaald?Antwoord: Iedere maand wordt de pensioengrondslag bepaald, waarbij de variabele inkomenselementen die in aanmerking komen worden opgenomen.”Bladzijde 25:
“Binnenkort, 22 januari 1999, heeft u een adviesgesprek met één van de pensioendeskundigen van [bedrijfsnaam]. Ter voorbereiding daarop ontvangt u bijgaand een vergelijking van de geldende pensioenregeling en op basis van Oriflex.
“1. Artikel 1: Definities(…)
“DEFINITIESArtikel 1De in de Statuten van de Stichting Pensioenfonds Origin gedefinieerde begrippen hebben ook voor de toepassing van Oriflex de aldaar gedefinieerde betekenis, tenzij anders bepaald in Oriflex ML. Verder wordt in Oriflex ML verstaan onder:(…)Maandelijkse AOP (Arbeidsongeschiktheidspensioen)-grondslagde grondslag voor de berekening van een arbeidsongeschiktheidspensioen als bedoeld in artikel 15, welke gelijk is aan de Maandelijkse Bruto Grondslag voorafgaand aan de maand waarin de uitkeringen ingevolge de WAO aanvangen, aangepast volgens de Waardevastheidsindex, met dien verstande dat(…)2. de bedragen vermeld in de definitie Maandelijkse Bruto Grondslag onder c en d buiten beschouwing worden gelaten.
“Jaarlijks krijg je een pensioenoverzicht.(…)
“BLOK C(…)
“In dit individueel pensioenoverzicht (IPO) kun je vrijwel alle informatie vinden die van belang is voor je pensioen.
“ToelichtingDe brutogrondslag die is gebruikt voor het berekenen van het arbeidsongeschiktheidspensioen kan anders zijn dan die voor het ouderdoms- en nabestaandenpensioen. Het eerste verschil is dat variabele inkomenselementen niet meetellen. Een eventueel tweede verschil is dat je bonus niet meetelt voor het arbeidsongeschiktheidspensioen.(…)”
4.De motivering van de beslissing in hoger beroep
- voor recht zal verklaren dat het Pensioenfonds bij bepaling van zowel de arbeidsongeschiktheidspensioengrondslag als de ouderdomspensioengrondslag (deze laatste gemaximeerd tot een dertiende maand) rekening zal houden met de bonus zoals hij deze gemiddeld heeft genoten gedurende de drie jaren voorafgaande aan zijn
- het Pensioenfonds zal veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting, over de periode van 11 april 2003 tot 1 juli 2009, aan hem een volledige arbeidsongeschiktheidspensioenuitkering uit te keren waarbij rekening wordt gehouden met de bonus zoals hij deze gemiddeld heeft genoten gedurende de drie jaren voorafgaande aan zijn arbeidsongeschiktheid, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 april 2003;
- het Pensioenfond zal veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting, vanaf 1 juli 2009, aan hem een ouderdomspensioenuitkering uit te keren waarbij rekening wordt gehouden met de bonus zoals hij deze gemiddeld heeft genoten gedurende de drie jaren voorafgaande aan zijn arbeidsongeschiktheid, gemaximeerd tot een 13e maand, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 april 2003;
- het Pensioenfonds zal veroordelen in de proceskosten.
b) voor recht zal verklaren dat het Pensioenfonds bij de opbouw van het ouderdomspensioen tijdens de periode van arbeidsongeschiktheid rekening dient te houden met een 13e maand, dan wel met de bonus zoals hij deze gemiddeld heeft genoten gedurende de drie jaren voorafgaande aan zijn arbeidsongeschiktheid;
c) het Pensioenfonds zal veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting, over de periode 11 april 2001 tot 1 juli 2009, een volledige arbeidsongeschiktheidspensioenuitkering aan hem uit te keren waarbij rekening wordt gehouden met de 13e maand, dan wel met de bonus zoals hij deze gemiddeld heeft genoten gedurende de drie jaren voorafgaande aan zijn arbeidsongeschiktheid gemaximeerd tot 13e maand, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 april 2001, een en ander binnen één week na betekening van het te wijzen arrest, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,- per dag voor iedere dag of dagdeel dat het Pensioenfonds in gebreke blijft hieraan te voldoen;
d) het Pensioenfonds zal veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting, vanaf 1 juli 2009, een ouderdomspensioenuitkering aan hem uit te keren waarbij rekening wordt gehouden met de bonus zoals hij deze heeft genoten gedurende de jaren voorafgaande aan zijn arbeidsongeschiktheid, én waarbij rekening wordt gehouden met de opbouw van het ouderdomspensioen vanwege de 13e maand tijdens de periode van arbeidsongeschiktheid, dan wel de bonus zoals hij deze gemiddeld heeft genoten gedurende de drie jaren voorafgaand aan zijn arbeidsongeschiktheid gemaximeerd tot 13e maand, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 juli 2009, een en ander binnen één week na betekening van het te wijzen arrest, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,- per dag voor iedere dag of dagdeel dat het Pensioenfonds in gebreke blijft hieraan te voldoen;
e) het Pensioenfonds zal veroordelen tot betaling van de proceskosten in beide instanties.
3.5 geciteerd, voor meerdere uitleg vatbaar is. Enerzijds is bij dit antwoord aangegeven dat ter zake van inkomensbestanddelen alle bonussen meetellen. Anderzijds is bij dit antwoord ook vermeld dat er een maximum gold gelijk aan de dertiende maand, en dat dit maximum niet gold voor de arbeidsongeschiktheidspensioengrondslag.[appellant] kan door het antwoord op deze vraag hooguit enigszins op het verkeerde been zijn gezet, maar dat is onvoldoende om zijn beroep op gerechtvaardigd vertrouwen te honoreren. Dat de bonus deel zou gaan uitmaken van de variabele inkomsten en dus zou meetellen voor de grondslag van het arbeidsongeschiktheidspensioen, kan niet op grond van het antwoord op vraag 1 op bladzijde 34, zoals vermeld in rechtsoverweging 3.5, worden aangenomen, aangezien er nog een lijst van variabele inkomsten, (het hof leest variabele inkomenselementen) zou volgen. Ook de antwoorden op de andere vragen, zoals hiervoor in rechtsoverweging 3.5 weergegeven, en die [appellant] aan zijn stellingen ten grondslag heeft gelegd, zijn te algemeen en onvoldoende concreet om daaraan het door [appellant] gestelde gerechtvaardigd vertrouwen te kunnen ontlenen. Ook hier geldt dat [appellant] onvoldoende gemotiveerd heeft betwist dat het Pensioenfonds veelvuldig kenbaar heeft gemaakt dat het pensioenreglement zelf leidend was.
Voorts acht het hof van belang dat in het Individueel Pensioenoverzicht en de daarbij behorende toelichting die kort daarop, te weten in mei 1999, aan [appellant] is verzonden (zie hiervoor rechtsoverweging 3.9) duidelijk was vermeld dat de bruto grondslag voor het arbeidsongeschiktheidspensioen anders was dan die voor het ouderdoms- en nabestaandenpensioen. Het verschil was daarin gelegen dat variabele inkomenscomponenten niet werden meegeteld, aldus de toelichting. [appellant] zelf heeft zich op het standpunt heeft gesteld dat de bonus tot de variabele inkomenselementen dient te worden gerekend. In het licht van de hiervoor vermelde toelichting bij het Individueel Pensioenoverzicht dat variabele inkomenscomponenten niet meetelden bij de berekening van de grondslag van het arbeidsongeschiktheidspensioen, mocht [appellant] er dan ook niet gerechtvaardigd op vertrouwen dat de bonus in aanmerking zou worden genomen bij de grondslag van het arbeidsongeschiktheidspensioen.
Ten slotte verwijst het hof naar de brief van 28 mei 2001 van het Pensioenfonds aan [appellant] (zie hiervoor rechtsoverweging 3.12), met daarbij gevoegd het Individueel Pensioenoverzicht waarin de aanspraken van [appellant] op zijn arbeidsongeschiktheidspensioen, waarop hij sinds 12 april 2011 recht had, zijn vastgelegd. In deze brief is in duidelijke bewoordingen bevestigd dat een bonus niet meetelt voor (de grondslag van) het arbeidsongeschiktheidspensioen. Aan de inhoud van deze brief kon [appellant] evenmin het gerechtvaardigd vertrouwen ontlenen dat de bonus wel zou meetellen voor het arbeidsongeschiktheidspensioen. De inhoud van deze brief, die dateert van na de invoering van de nieuwe pensioenregeling (1 juli 1999), vormt een bevestiging van de inhoud van het (nieuwe) pensioenreglement, dat [appellant] op dat moment al geruime tijd kende, althans kon kennen.
€ 2.682,- voor salaris advocaat overeenkomstig het liquidatietarief (3 punten x tarief II in hoger beroep).