ECLI:NL:GHARL:2015:2286
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- J. van Schuijlenburg
- M. Verdoorn
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van beslissingen van de kantonrechter inzake niet-ontvankelijkheid van beroepen door de betrokkene in WAHV-zaken
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 27 maart 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissingen van de kantonrechter van de rechtbank Amsterdam, die de beroepen van de betrokkene tegen beslissingen van de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk heeft verklaard. De betrokkene had hoger beroep ingesteld en verzocht om vergoeding van kosten. De advocaat-generaal heeft verweerschriften ingediend en de betrokkene heeft een nadere toelichting gegeven op haar beroepen, met het verzoek om een behandeling ter zitting. De zitting vond plaats op 13 maart 2015, waarbij de betrokkene werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde, mr. [naam], en de advocaat-generaal door mr. M.E. Joha.
Het hof heeft vastgesteld dat de betrokkene niet binnen de in artikel 11, derde lid, van de WAHV gestelde termijn zekerheid heeft gesteld voor de betaling van de opgelegde administratieve sancties en administratiekosten. De betrokkene heeft aangevoerd dat zij in eerdere procedures bij de kantonrechter bezwaar heeft gemaakt tegen de verplichting tot zekerheidstelling vanwege haar financiële situatie. Echter, het hof oordeelt dat de kantonrechter in deze zaken terecht heeft beslist zonder de betrokkene te horen, aangezien zij niet tijdig op de verzoeken tot zekerheidstelling heeft gereageerd.
Het hof concludeert dat de betrokkene in hoger beroep voor het eerst haar financiële situatie heeft aangevoerd, wat in strijd is met de beginselen van een goede procesorde. De betrokkene had moeten reageren op de toegezonden brieven en haar situatie moeten toelichten. Aangezien zij niet heeft voldaan aan de verplichting tot zekerheidstelling, bevestigt het hof de beslissingen van de kantonrechter en wijst het verzoek tot vergoeding van kosten af. Het hof benadrukt dat de kantonrechter op basis van de wet kan beslissen zonder de betrokkene te horen in geval van niet of niet tijdig stellen van zekerheid.