Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 26 maart 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de machtiging tot gesloten jeugdhulp voor de minderjarige [verzoekster]. De kinderrechter in de rechtbank Overijssel had eerder op 31 oktober 2014 een machtiging verleend op verzoek van de gecertificeerde instelling (GI), Jeugdbescherming Overijssel. De moeder van [verzoekster] heeft het gezag over haar, en de vader is niet betrokken in de procedure. De advocaat van [verzoekster], mr. M.T. Wernsen, heeft in hoger beroep twee grieven ingediend. De eerste grief betreft het ontbreken van de instemmingsverklaring van een gedragswetenschapper, wat volgens de Jeugdwet een vereiste is voor het verlenen van een machtiging tot gesloten jeugdhulp. De tweede grief betreft de gronden van de machtiging zelf.
Tijdens de mondelinge behandeling op 5 maart 2015 zijn geen partijen verschenen, en de advocaat was niet op de hoogte van de zitting. De GI had in de veronderstelling verkeerd dat het hoger beroep zou worden ingetrokken. De gedragswetenschapper had eerder aangegeven dat gesloten jeugdzorg niet noodzakelijk was, en dat er een plan moest worden gemaakt om dit te voorkomen. Het hof heeft vastgesteld dat de machtiging tot gesloten jeugdhulp niet had mogen worden verleend, omdat niet was voldaan aan de vereisten van de Jeugdwet. De eerste grief van [verzoekster] slaagde, en het hof heeft de beschikking van de kinderrechter vernietigd en het verzoek van de GI afgewezen.