Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
heffingsambtenaarvan de
gemeente Zwolle(hierna: de heffingsambtenaar)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om de waardebepaling van een appartement in een woonzorgcentrum, gelegen aan [a-straat] 37 te [Z]. De heffingsambtenaar van de gemeente Zwolle had de waarde van de onroerende zaak per waardepeildatum 1 januari 2012 vastgesteld op € 210.000, wat leidde tot een onroerendezaakbelasting (OZB) van € 254,10. Belanghebbende, mede-eigenaar van het appartement, heeft bezwaar gemaakt tegen deze beschikking, maar de heffingsambtenaar handhaafde zijn besluit. De rechtbank Overijssel verklaarde het beroep van belanghebbende ongegrond, waarna belanghebbende hoger beroep instelde bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
Tijdens de zitting op 25 februari 2015 werd de waarde van het appartement ter discussie gesteld. Belanghebbende voerde aan dat de waarde te hoog was vastgesteld, mede door de onzekerheid over de toekomst van het woonzorgcentrum, dat herontwikkeld zou worden. De heffingsambtenaar stelde dat de taxatie van [D] correct was, maar het Hof oordeelde dat de heffingsambtenaar onvoldoende rekening had gehouden met de waardedrukkende invloed van de herontwikkelingsplannen. Het Hof concludeerde dat de door de heffingsambtenaar verdedigde waarde niet aannemelijk was gemaakt en stelde de waarde van de onroerende zaak in goede justitie vast op € 175.000.
Het Hof vernietigde de uitspraak van de rechtbank en de beschikking van de heffingsambtenaar, en veroordeelde de heffingsambtenaar tot betaling van de proceskosten aan belanghebbende. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 24 maart 2015.