Uitspraak
van 24 maart 2015
1.[appellant 1],
[appellant 1],
[appellant 2],
[appellanten],
Actium,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten, het geschil en de beslissingen in eerste aanleg
I. voor recht verklaard dat de tussen partijen bestaande huurovereenkomst met betrekking tot de woonruimte aan de [adres] te [woonplaats] op 29 augustus 2013 buitengerechtelijk is vernietigd;
II. aan de vernietiging ten dele haar werking ontzegd, te weten voor zover de werking van de vernietiging ziet op de reeds door [appellanten] betaalde huur vanaf 29 augustus 2013;
III. [appellanten] veroordeeld om binnen twee maanden na betekening van het vonnis de onroerende zaak staande en gelegen te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres], met al het hunne en de hunnen te ontruimen en ontruimd te houden, met achterlating van al hetgeen hen niet in eigendom toebehoort en onder afgifte van de sleutels ter algehele vrije beschikking aan Actium te stellen;
IV. [appellanten] veroordeeld om aan Actium te betalen:
- een schadevergoeding groot € 658,02 voor elke maand of gedeelte daarvan dat zij in de onroerende zaak staande en gelegen te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres] verblijven over de maanden dat zij geen huur (meer) zullen hebben betaald tot aan de datum van ontruiming;
- de proceskosten, tot deze uitspraak aan de zijde van Actium begroot op € 97,74 aan dagvaardingskosten, € 462,- aan vast recht, € 300,- aan salaris gemachtigde de € 50,- aan nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente indien betaling niet binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis plaatsvindt;
VI. het meer of anders gevorderde afgewezen.
4.De beoordeling in het incident
5.In de hoofdzaak
dinsdag 12 mei 2015voor het nemen van de memorie van antwoord door Actium;