ECLI:NL:GHARL:2015:2162

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
24 maart 2015
Publicatiedatum
24 maart 2015
Zaaknummer
WAHV 200.139.354
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • J. van Schuijlenburg
  • M. Zomer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen beslissing kantonrechter inzake niet tijdig nemen van beslissing door officier van justitie

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 24 maart 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Noord-Nederland. De kantonrechter had het beroep van de gemachtigde van de betrokkene ongegrond verklaard, omdat de officier van justitie niet tijdig een beslissing had genomen. De kantonrechter had de verdere beslissing aangehouden in afwachting van de zienswijze van de officier van justitie over het door de gemachtigde ingestelde beroep tegen de beslissing van de officier van justitie. De gemachtigde bestreed de beslissing van de kantonrechter, maar het hof oordeelde dat deze beslissing niet onder artikel 13, eerste lid van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) valt, maar een nevenbeslissing is. Dit betekent dat er pas hoger beroep kan worden ingesteld nadat de kantonrechter een beslissing heeft genomen die wel onder artikel 13 valt. Het hof concludeerde dat het hoger beroep van de betrokkene niet-ontvankelijk is, omdat de kantonrechter geen beslissing had genomen die het mogelijk maakte om hoger beroep in te stellen. Het hof heeft vervolgens bepaald dat het gehele procesdossier teruggezonden moet worden naar de kantonrechter in de rechtbank Noord-Nederland voor verdere behandeling.

Uitspraak

WAHV 200.139.354
24 maart 2015
CJIB 165632314
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
locatie Leeuwarden
Arrest
op het hoger beroep tegen de beslissing
van de kantonrechter van de rechtbank Noord-Nederland
van 5 december 2013
betreffende
[naam] (hierna te noemen: betrokkene),
wonende te [plaats],
voor wie als gemachtigde optreedt [naam],
wonende te[plaats].
De beslissing van de kantonrechter
De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen het niet tijdig nemen van een beslissing door de door de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie (CVOM) namens de officier van justitie ongegrond verklaard. De kantonrechter heeft de griffier opgedragen het dossier door te zenden naar de CVOM met het oog op de behandeling van het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie van 11 februari 2013 en heeft iedere verdere beslissing in afwachting daarvan aangehouden. De beslissing van de kantonrechter is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Het procesverloop
De gemachtigde van de betrokkene heeft tegen de beslissing van de kantonrechter hoger beroep ingesteld.
De advocaat-generaal heeft een verweerschrift ingediend.
De gemachtigde van de betrokkene heeft schriftelijk een nadere toelichting gegeven op het beroep.
De advocaat-generaal is in de gelegenheid gesteld een reactie te geven op de nadere toelichting op het beroep. Hiervan is geen gebruik gemaakt.

Beoordeling

1. De kantonrechter heeft het beroep van de gemachtigde van de betrokkene d.d.
26 april 2013 tegen het niet tijdig nemen van een beslissing door de officier van justitie ongegrond verklaard en iedere verdere beslissing aangehouden, in afwachting van de kennisname van het dossier door de officier van justitie en het door de officier van justitie in behandeling te nemen beroep van de gemachtigde tegen de beslissing van de officier van justitie van 11 februari 2013.
2. De gemachtigde van de betrokkene heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de kantonrechter voor zover daarbij het beroep ongegrond is verklaard en, aldus de gemachtigde, impliciet het verzoek tot vaststelling van een dwangsom is afgewezen.
3. Ingevolge het bepaalde in artikel 14 van de WAHV kan tegen de beslissing van de kantonrechter hoger beroep bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden worden ingesteld, indien de opgelegde administratieve sanctie bij die beslissing meer bedraagt dan euro 70,-, of indien de betrokkene niet-ontvankelijk is verklaard wegens het niet of niet tijdig stellen van zekerheid als bedoeld in artikel 11, derde lid, van de WAHV.
4. Gelezen in verbinding met artikel 13, eerste lid, van de WAHV ziet artikel 14 van de WAHV op beslissingen van de kantonrechter tot niet-ontvankelijkverklaring van het beroep, tot ongegrondverklaring van het beroep en die tot geheel of gedeeltelijke gegrondverklaring van het beroep.
5. De door de gemachtigde bestreden beslissing tot ongegrondverklaring is niet een beslissing als onder 4. bedoeld, maar een nevenbeslissing. Tegen een dergelijke beslissing kan eerst hoger beroep worden ingesteld indien de kantonrechter heeft beslist in de zin van artikel 13, eerste lid, van de WAHV. De inhoud van die beslissing is immers relevant voor het antwoord op de vraag of hoger beroep op grond van artikel 14 van de WAHV openstaat.
6. Uit het hiervoor overwogene volgt dat het hoger beroep van de betrokkene niet-ontvankelijk is.
7. Gelet op het hiervoor overwogene zal het hof bepalen dat het gehele procesdossier met het onderhavige arrest wordt teruggezonden naar de kantonrechter in de rechtbank Noord-Nederland.

Beslissing

Het gerechtshof:
verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk;
bepaalt dat de griffier van het hof het gehele procesdossier terug zendt naar de kantonrechter in de rechtbank Noord-Nederland.
Dit arrest is gewezen door mr. Van Schuijlenburg, in tegenwoordigheid van mr. Zomer als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.