ECLI:NL:GHARL:2015:2142

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
20 maart 2015
Publicatiedatum
24 maart 2015
Zaaknummer
21-007895-13
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor medeplegen van een poging tot plofkraak en verboden wapenbezit

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 20 maart 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Overijssel. De verdachte is veroordeeld voor het medeplegen van een poging tot een plofkraak, een poging tot diefstal in vereniging en verboden wapenbezit. De feiten dateren van 6 april 2013, toen de verdachte samen met mededaders probeerde een pinautomaat te laten ontploffen in [plaats 1], gemeente [gemeente 1]. De verdachte heeft het initiatief genomen en de meeste voorbereidingen voor de plofkraak getroffen, waaronder het bestellen van gasflessen en het maken van een installatie voor de ontploffing. De poging is niet voltooid, maar er is wel een gevaarzettende situatie ontstaan. Daarnaast heeft de verdachte op 29 mei 2013 een gaspistool voorhanden gehad, wat in strijd is met de Wet wapens en munitie. Het hof heeft de ernst van de feiten zwaar laten wegen en heeft een gevangenisstraf van 12 maanden opgelegd, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. Het hof heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, maar heeft geoordeeld dat de feiten zodanig ernstig zijn dat een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf gerechtvaardigd is. De in beslag genomen voorwerpen zijn verbeurd verklaard en er is onttrekking aan het verkeer bevolen van een kentekenplaat.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-007895-13
Uitspraak d.d.: 20 maart 2015
TEGENSPRAAK

Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Overijssel van 3 oktober 2013 met parketnummer 08-950462-13 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1986,
wonende te [adres 1] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 21 augustus 2014 en 6 maart 2015 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte ter zake van het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde tot een werkstraf voor de duur van 240 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden met een proeftijd van 3 jaar, tot onttrekking aan het verkeer van de inbeslaggenomen kentekenplaat en tot verbeurdverklaring van de overige inbeslaggenomen goederen. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen namens verdachte door zijn raadsvrouw, mr. K.A. Kieft, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen en opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1:
hij op of omstreeks 06 april 2013 te [plaats 1] , gemeente [gemeente 1] , ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk een ontploffing teweeg te brengen en/of brand te stichten in een pand aan de [adres 2] en/of in een in dat pand gevestigde pinautomaat, terwijl daarvan gemeen gevaar voor dat pand en/of die pinautomaat te duchten was, met dat opzet met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen met een lans een mengsel van zuurstof en acetyleengas en/of propaan in de pinautomaat gebracht/getransporteerd terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2:
hij op of omstreeks 06 april 2013 te [plaats 1] , gemeente [gemeente 1] , ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een in de [adres 2] gevestigde pinautomaat weg te nemen geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan de rabobank, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot dat pand en/of die pinautomaat te verschaffen en/of die/dat weg te nemen geldbedrag onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen een of meer gat(en) in die pinautomaat geboord en/of (vervolgens) met behulp van een lans een mengsel van zuurstof en acetyleengas en/of propaan in die pinautomaat gebracht/getransporteerd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3:
hij op of omstreeks 29 mei 2013, te [plaats 2] , gemeente [gemeente 2] een of meer wapens van categorie III, te weten een gaspistool (merk Rohm, model RG 300), voorhanden heeft gehad.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1:
hij op 06 april 2013 te [plaats 1] , gemeente [gemeente 1] , ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk een ontploffing teweeg te brengen in een pand aan de [adres 2] en in een in dat pand gevestigde pinautomaat, terwijl daarvan gemeen gevaar voor dat pand en die pinautomaat te duchten was, met dat opzet met zijn mededaders met een lans een mengsel van zuurstof en acetyleengas of propaan in de pinautomaat gebracht/getransporteerd terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2:
hij op 06 april 2013 te [plaats 1] , gemeente [gemeente 1] , ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een in de [adres 2] gevestigde pinautomaat weg te nemen geldbedrag, toebehorende aan de rabobank, en zich daarbij de toegang tot die pinautomaat te verschaffen en dat weg te nemen geldbedrag onder hun bereik te brengen door middel van braak, met zijn mededaders gaten in die pinautomaat geboord en (vervolgens) met behulp van een lans een mengsel van zuurstof en acetyleengas of propaan in die pinautomaat gebracht/getransporteerd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3:
hij op 29 mei 2013, te [plaats 2] , gemeente [gemeente 2] een wapen van categorie III, te weten een gaspistool (merk Rohm, model RG 300), voorhanden heeft gehad.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het onder 1 bewezen verklaarde levert op:
medeplegen van poging tot opzettelijk een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is.
Het onder 2 bewezen verklaarde levert op:
poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
Het onder 3 bewezen verklaarde levert op:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Op 6 april 2013 heeft verdachte met zijn mededaders geprobeerd geld te stelen uit een pinautomaat door deze automaat te laten ontploffen. Verdachte en zijn mededaders hebben daartoe een deur van het pand van de Rabobank in [plaats 1] beschadigd en vervolgens gaten geboord in de pinautomaat. Er is daardoor schade ontstaan aan het pand van de Rabobank en de pinautomaat. Het is verdachte en zijn mededaders niet gelukt om de pinautomaat te laten ontploffen. Desalniettemin hebben verdachte en zijn mededaders een gevaarzettende situatie doen ontstaan door te trachten de pinautomaat tot ontploffing te brengen door gebruik te maken van gasflessen met acetyleen of propaan.
Niet alleen heeft verdachte door zich schuldig te maken aan deze strafbare feiten te kennen gegeven geen respect te hebben voor de eigendomsrechten van anderen, maar hij heeft de eigenaren van het pand en de pinautomaat ook overlast en schade bezorgd. Verdachte ging het uitsluitend om financieel voordeel. Het uitvoeren van een plofkraak heeft een gevaarzettend karakter en kan gevoelens van onrust en angst in de samenleving veroorzaken.
Verder heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan overtreding van de Wet wapens en munitie door een gaspistool voorhanden te hebben.
Het hof heeft bij de bepaling van de straf voorts rekening gehouden met het onder parketnummer 08/950462-13 ad informandum gevoegde feit, te weten de diefstal van kentekenplaten te [plaats 2] in de periode van 1 april 2013 tot en met 2 april 2013.
Het hof rekent het verdachte zwaar aan dat hij het initiatief heeft genomen en zijn twee minderjarige mededaders erbij heeft betrokken. Voorts heeft verdachte de meeste voorbereidingen voor de plofkraak getroffen, zoals onder meer het bestellen van de gasflessen, het maken van de installatie om de ontploffing mee te veroorzaken en de diefstal van de kentekenplaten ten behoeve van de bij de poging tot plofkraak gebruikte auto.
Het hof is van oordeel dat de ernst van de feiten dient te leiden tot oplegging van een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Anders dan de advocaat-generaal ziet het hof in de persoonlijke omstandigheden van verdachte geen aanleiding te volstaan met het opleggen van een werkstraf in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf. Het hof acht de feiten zodanig ernstig dat het hof een langere gevangenisstraf zal opleggen dan de rechtbank heeft gedaan, zij het dat het hiervan de helft voorwaardelijk zal worden opgelegd.

Beslag

Het onder 1 en 2 tenlastegelegde en bewezenverklaarde is begaan met behulp van de hierna te noemen inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen. Zij behoren de veroordeelde toe. Zij zullen daarom worden verbeurd verklaard.
Het hof heeft hierbij rekening gehouden met de draagkracht van veroordeelde.
Het onder 1 en 2 tenlastegelegde en bewezenverklaarde is begaan met behulp van het hierna te noemen inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerp. Het zal aan het verkeer worden onttrokken aangezien het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang en de wet.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 24, 33, 33a, 36b, 36c, 45, 47, 57, 63, 157 en 311 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Verklaart verbeurdde in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
-A.04.09 AAFH9967NL Bivakmuts zwart;
-A.04.03 AAFH99G9NL boor 13mm;
-A.04.06 AAFH9996NL Koperbuis met oranje elektradraad;
-A.04.08 AAFH9994NL Tas C1000 met inhoud (muts/handschoenen);
-A.04.07 AAFH999SNL Motorblok (Makita) middels elektradraad aan koperbuis bevestigd; -A.04.10 AAFH9993NL witte gebroken buis met ventiel;
-A.04.11 AAFH9992NL Oranje gasslang;
-A.04.12 AAFH45O5NLOranje gasslang;
-A.04.13 AAFH45O6NL Houten constructiebalk;
-AAFH8001NL bivakmuts;
-AFH8002NL handschoen;
-AAFHS003NL handschoen;
-AAFH8004NL handschoen;
-AAFH8005NL handschoen;
-AFH80006NL handschoen;
-AAFH8007NL bivakmuts;
-AAFH8008NL bivakmuts;
-AAFH8009NL kledinghoes;
-AAFH8010NL handschoen;
-AAFH8011NL handschoen;
-AAFH8012NL mes;
-AAFH8013NL schroevendraaier;
-AAFH8014NL hamer;
-AAFH8015NL zaklamp;
-AAFH8017NL flesje.
Beveelt de
onttrekking aan het verkeervan het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
A.04.05 AAFH9997NL kentekenplaat [kenteken] .
Aldus gewezen door
mr. M.C. Fuhler, voorzitter,
mr. P. Koolschijn en mr. J.A.A.M. van Veen, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. W. Landstra, griffier,
en op 20 maart 2015 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. Koolschijn is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.