3.1Tegen de weergave van de vaststaande feiten in rechtsoverweging 2 (2.1 tot en met 2.18) van het vonnis van 5 februari 2014 is geen grief ontwikkeld en ook anderszins is niet van bezwaren daartegen gebleken, zodat ook in hoger beroep van die feiten zal worden uitgegaan. Deze feiten, aangevuld met feiten die in hoger beroep zijn komen vast te staan, luiden als volgt.
3.1.1[X] B.V. (hierna: [X]) is een op 21 juli 1999 opgerichte vennootschap die deel uitmaakt van het zogenoemde [Y] concern. Aandeelhouders van [X] zijn [aandeelhouder 1] (hierna: [aandeelhouder 1]) en [aandeelhouder 2] (hierna: [aandeelhouder 2]). De aandelen van [aandeelhouder 2] zijn gecertificeerd. [aandeelhouder 1] houdt 50% van de certificaten; zijn zoon [zoon] en dochter [dochter] zijn via een gezamenlijke holding en hun vennootschappen ieder houder van 25% van die certificaten. [aandeelhouder 2] is enig aandeelhouder van [Y] B.V. ([Y]). Deze vennootschap vormt samen met een groot aantal vennootschappen het [Y] concern. Vanaf 3 juli 2001 tot 13 juni 2012 was [bestuurder] enig (alleen/zelfstandig bevoegd) bestuurder van [X], waarna vanaf 16 juli 2012 [Y] enig (alleen/zelfstandig bevoegd) bestuurder is.
3.1.2Op 15 december 2010 is Syanora opgericht. Syanora is een administratiekantoor voor aandelen en obligaties en houdt zich bezig met het beheren, bewaren en in stand houden van vermogen van de familie [aandeelhouder 1], alsmede met het behartigen van de belangen van de familie [aandeelhouder 1]. Bestuurders van Syanora zijn [aandeelhouder 1] en zijn echtgenote [echtgenote].
3.1.3Bij akte van 30 december 2010 heeft [aandeelhouder 1] (in privé) aan Syanora verkocht en geleverd de boerderij met schuur, erf en tuin, staande en gelegen aan [adres], [postcode] [plaats 1], kadastraal bekend [perceel 1], en een perceel weiland, gelegen nabij [adres] te [plaats 1], kadastraal bekend [perceel 2], tegen een koopsom van € 1,-. Blijkens een aan deze akte gehechte waardeverklaring d.d. 14 december 2010 bedraagt de marktwaarde van deze onroerende zaken € 1.200.000,-.
3.1.4Op 27 september 2011 heeft NIBC Bank NV aan [Y] een krediet van € 33.875.000,-verstrekt, onder meer ten behoeve van de financiering van de aankoop door [Y] Projectontwikkeling BV ([Z]) van de panden [A] (Deventer) en [B] (Arnhem). Beide panden tezamen zullen hierna kortweg ‘de panden’ worden genoemd.
3.1.5Op 4 november 2011 heeft [X] € 2.500.000,- aan Syanora overgemaakt. Op het rekeningafschrift van [X] is (op een memo) handgeschreven het volgende vermeld:
“16-12-2011
St. Syanora
boeken op (…) van [Q]
komt/wordt in wk
51 retour gestort volgens
[Q]”.
3.1.6Deze overschrijving is in de administratie van [X] geboekt als "kruispost".
3.1.7Op 19 december 2011 heeft Syanora € 2.500.000,- aan [notariskantoor] te [plaats 2] overgemaakt onder vermelding van "kantoorgebouw [A] [B] 1051".
3.1.8Uit de notariële nota van afrekening ter zake van de aankoop van de panden blijkt dat het deel van € 6.000.000,- van de totale aankoopsom van beide panden ad € 21.000.000,- bestaat uit een lening van de Blue Anchor Groep (€ 3.500.000,-) en een overschrijving van Syanora van € 2.500.000,-. Het resterende gedeelte van het aankoopbedrag (€ 15.000.000,-) is betaald met de geldlening van de NIBC Bank.
3.1.9Bij akte van 19 december 2011 is het kantoorgebouw "[A]" aan [Z] geleverd.
3.1.10Bij separate vonnissen van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 12 juli 2012 zijn [Y] en [aandeelhouder 2] in staat van faillissement verklaard met aanstelling van de curatoren als curatoren.
3.1.11Bij vonnis van de rechtbank Haarlem van 14 augustus 2012 is [X] in staat van faillissement verklaard met aanstelling van de curatoren als curatoren.
3.1.12Bij akte van 29 oktober 2012 is het kantoorgebouw "[B]" aan [Z] geleverd.
3.1.13Bij vonnis van de rechtbank Zutphen van 27 november 2012 is [aandeelhouder 1] in staat van faillissement verklaard. Tegen dit vonnis heeft hij hoger beroep ingesteld.
3.1.14Bij brief van 28 november 2012, betekend bij deurwaardersexploot van 30 november 2012, hebben de curatoren Syanora verzocht en zo nodig gesommeerd € 2.591.367,81 (hoofdsom van € 2.500.000,- en rente) binnen een week na dagtekening van deze brief op de derdengeldrekening van de advocaat van de curatoren over te maken.
3.1.15Bij beschikking van 29 november 2012 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Zutphen aan de curatoren verlof verleend om ten laste van Syanora conservatoir beslag te leggen op de in rechtsoverweging 3.1.3 bedoelde onroerende zaken, alsmede onder [N.V. R] te [plaats 3], waarbij de vordering is begroot op € 2.853.073,- (inclusief rente en kosten).
3.1.16Op 30 november 2012 hebben de curatoren uit hoofde van de beschikking van 29 november 2012 ten laste van Syanora conservatoir beslag laten leggen op genoemde onroerende zaken en op de vorderingen en roerende zaken, niet zijnde registergoederen, die [N.V. R] onder zich heeft en/of uit een reeds beslaande rechtsverhouding zal of mocht verkrijgen ten behoeve van Syanora.
3.1.17Op 30 november 2012 hebben de curatoren de beschikking van 29 november 2012 en het proces-verbaal van 30 november 2012 van de beslagleggingen aan Syanora laten betekenen.
3.1.18Bij brief van 18 december 2012, betekend bij deurwaardersexploot van 19 december 2012, hebben de curatoren op grond van artikel 42 Fw de gestelde rechtshandeling van [X] tot terbeschikkingstelling van € 2.500.000,- ten behoeve van de aankoop van de panden door [Z] vernietigd.
3.1.19Bij vonnis in kort geding van 20 december 2012 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Zutphen de vorderingen van Syanora tot opheffing van de beslagen die ten laste van haar zijn gelegd, afgewezen.
3.1.20Bij verstekvonnis van 30 januari 2013 is Syanora veroordeeld om aan de curatoren € 2.500.000,- te betalen, vermeerderd met nevenvorderingen.
3.1.21Bij vonnis in kort geding van 15 februari 2013 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Oost-Nederland de vorderingen van Syanora tot het verbieden van het aanvangen dan wel voortzetten van de executie van het verstekvonnis afgewezen.