3.1.9.In artikel 8 van de koopovereenkomst is het volgende overeengekomen (voor zover hier van belang):
"Gebruik
Het object zal bij de eigendomsoverdracht of - indien eerder - bij de feitelijke levering, de eigenschappen bezitten die voor een normaal gebruik nodig zijn. Koper is voornemens het object te gebruiken als: nieuwbouwlocatie voor het stichten van een melkbedrijf met een omvang van ca. 150 melkkoeien en bijbehorend jongvee.
De verkoper staat niet in voor:
- andere eigenschappen dan die voor een normaal agrarisch gebruik nodig zijn en die welke uitdrukkelijk zijn overeengekomen;
- aan koper kenbare gebreken op het moment van het sluiten van de koopovereenkomst;
- hem onbekende onzichtbare gebreken."
3.1.19.Ter gelegenheid van het aan dit geding voorafgaande voorlopig getuigenverhoor zijn op 24, 27 en 31 januari 2012 getuigen gehoord.
Getuige [appellant] heeft (voor zover hier van belang) het volgende verklaard:
(…) Omdat de percelen die ik van [geïntimeerde] heb gekocht waren gebruikt voor de teelt van bomen, was het misschien nodig de grond te verschralen. Daarmee bedoel ik dat de bovenste laag van 25 a 35 cm vruchtbare grond vermengd zou kunnen raken met daaronder gelegen zandgrond wanneer de in de grond aanwezige stobben gefreesd worden. (..) Aan de keukentafel heb ik met [geïntimeerde] besproken dat hij de percelen stobbenvrij aan mij zou leveren. [geïntimeerde] zou een loonbedrijf daarvoor inschakelen. Besproken is wel dat als er houtresten bleven zitten geen aardappelen of bieten of grasteelt mogelijk was gedurende de eerste drie jaren. Dan kon overigens wel maïs of hennep worden geteeld. Na drie jaar zouden alle houtresten verteerd of verweerd zijn en dan kun je de grond overal voor gebruiken. Stobbenvrij betekent voor mij dat de harde kern van de boom uit de grond is. Ik heb dit begrip niet uitgelegd maar ik neem aan dat dit een bekend begrip is. [geïntimeerde] heeft ook gezegd tijdens de onderhandelingen “na drie jaar kun je er alles op verbouwen”. Ik twijfelde namelijk of takken en dergelijke die achter zouden kunnen blijven aan de geschiktheid van de grond voor de teelt van gewassen afbreuk zouden kunnen doen. Ik heb uitdrukkelijk met [geïntimeerde] afgesproken dat alle percelen stobbenvrij moesten zijn want anders had ik er niks aan. (…) Toen de overeenkomst werd gesloten stond er hennep op perceel [1] maar dat was al gefreesd en na drie jaar zouden daarop alle gewassen geteeld kunnen worden. (...)
Perceel [1] is ook niet goed. De andere percelen liggen er eigenlijk net zo bij en zijn in grote lijnen door [geïntimeerde] zo achtergelaten. Ik wist niet dat er nog stobben in perceel [1] zaten. (…) [geïntimeerde] heeft mij verteld dat perceel [1] stobbenvrij was want dat had hij al gefreesd, maar ik heb verder niet gevraagd wat er nog verder in de bodem zat. (…)Volgens mij werden de andere percelen, dus niet perceel [1], gefreesd voordat ik bij de notaris kwam (..) Toen ik met mijn vader ben wezen kijken ben ik vlak bij het perceel geweest en [Y] en de anderen die daar bezig waren hebben mij dan ook gezien. Ik heb mijn duimen omhoog gestoken want het lag er allemaal netjes bij, volgens mij. Ik kon niet zien hoe diep men aan het frezen was.
Met het grasland is het nu lastig om het goed te bewerken. Ik kan het niet spitten en goed egaliseren. Na een maïsoogst wil je de maïsresten graag omkeren en egaliseren voordat je [geïntimeerde] inzaait. Ik kan dat nu niet met een spitmachine of stoppelploeg doen. Ik moet een schijveneg gebruiken om het land te egaliseren. Ten aanzien van perceel [1] verklaar ik dat ik daar niet met een schop langs ben gegaan. Ik ben niet in de grond geweest. (…)
Het klopt dat ik mijn duimen naar [Y] heb opgestoken, maar ik heb niets gecontroleerd in de grond. (..)
Het klopt dat ik firma [firma] heb ingeschakeld. Zij komen uit Twente en kunnen stobben frezen. Ik ben een keer met iemand van de firma [firma], [Y], [makelaar], [familie van geïntimeerde] en volgens mij mijn vader over het land gelopen. Wij hebben onze bevindingen uitgesproken en [makelaar] heeft ook nog wat op papier gezet. Het kan best zijn dat de door mij ingeschakelde firma [firma] toen gezegd heeft dat de grond zo ook wel geschikt is maar ik vind dat dat niet zo is. [firma] heeft ook gezegd dat de grond opnieuw gefreesd moet worden. Voor een economisch gebruik heb ik stobben vrije grond nodig anders kan ik er geen geld mee verdienen. (…)
Op een nadere vraag van mr. Van Eerten antwoord ik dat ik niet precies weet wat [firma] met hun verklaringen nu precies hebben bedoeld. Misschien vonden zij de grond geschikt voor gewassen zoals [geïntimeerde] die boven de stobben geteeld kunnen worden maar zij hebben ook gesproken over het opnieuw frezen van de grond bijvoorbeeld voor de maïsteelt."
Getuige [geïntimeerde] heeft (voor zover hier van belang) verklaard:
"(…) Toentertijd waren we bezig met perceel [1]. Daar is [appellant] ook nog wezen kijken. Ik denk dat we bijna klaar waren met frezen van dit perceel toen [appellant] kwam kijken. Je kon dus goed zien hoe het perceel er bij lag. Daarom is dit perceel ook aangewezen als het referentieperceel. Hij is met de schop in de grond geweest. Je kon ook zien hoe diep de frees de grond in ging. We hebben hem toen gevraagd of het zo een beetje naar zijn zin was. Hij antwoorde dat het prima was en dat dat ook zo moest. Deze werkzaamheden zijn uitgevoerd door loonbedrijf [Y] dat ik had ingeschakeld. Zij vonden plaats in de periode februari tot april 2009. (…)
We hebben afgesproken dat wat er op perceel [1] is gedaan ook op de andere percelen te doen. Dit vond [appellant] ook en is cultuurtechnisch gezien ook het meest verantwoord. Ik bedoel daarmee dat je de grond zo goed mogelijk houdt en dat je vruchtbare grond niet teveel mengt met zand. In de veenkoloniën is de laag vruchtbare grond heel wisselend qua diepte.(…) [appellant] heeft met zijn vader en/of broer met de schop in de grond gekeken van perceel [1] en is meegelopen met de machines. Hij heeft gezien hoe diep de machines erdoor gingen.
Onze makelaar en die van [appellant] hebben gesleuteld aan de tekst van de overeenkomst. (…)
Er mogen geen bomen meer staan. Met bomen bedoel ik het bovengrondse gedeelte van de stammen en de takken en stobben is het gedeelte dat je weg wilt frezen, althans het bovenste gedeelte daarvan. Want het is namelijk niet mogelijk om het geheel stobben vrij op te leveren. Dan zou je enorme gaten overhouden en verniel je de grond. Het ziet er dan uit als een maanlandschap. Dit wist [appellant] ook want daar hebben wij over gesproken en hij heeft het ook gezien. Wat hij heeft gezien was voordat wij de overeenkomst getekend hebben. Anders waren de regels over de stobben er ook niet in gekomen. Waar wordt gesproken over “mondeling overleg” wordt verwezen naar onze bijeenkomst op het land toen [Y] daar bezig was. Het ging niet over stukken van twee centimeter. Je zou wortels en dergelijke overhouden. Wij hebben gesproken over het versnipperen van de takken die zouden blijven liggen na het zagen van de bomen. Die overgebleven takken werden verklepeld, dat wil zeggen helemaal kapot gemaakt. Dan blijven er stokjes over van ongeveer 10 centimeter en die verrotten in een jaar. De achterblijvende stobben zouden ook verrotten maar wanneer dit gebeurt hangt af van grootte en weersomstandigheden en dergelijke. Maar populierenhout is snel groeiend en is relatief snel weg. Maar er is niet aangegeven wanneer dit gebeurt. (…)Maar de eerste vijf jaar kun je op deze percelen nog geen aardappelen of bieten bouwen, maar wel maïs en [geïntimeerde], dit zijn veeteelt gewassen en ook hennep kan verbouwd worden. (..)
[appellant] wist dat er stobben in perceel [1] zitten. Hij heeft immers met de schop naar dit perceel gekeken en als je achter de frees loopt kun je ook zien hoe diep die gaat.
Getuige [makelaar] heeft (voor zover hier van belang) verklaard:
"(…) Ik heb met [appellant] het perceel [1] visueel geïnspecteerd voor het sluiten van de koopovereenkomst. Het perceel was toen al gefreesd. We hebben het perceel niet inwendig geïnspecteerd. (…)
Ik ben niet aanwezig geweest op het veld toen [Y] daar werkzaamheden heeft verricht. Ook niet op andere velden toen [Y] daar werkzaam was. (..)
Het eerste concept van de overeenkomst is afkomstig geweest van de makelaar van [geïntimeerde] (..) We hebben het concept een aantal keren uitgewisseld maar dat ging vooral over het moment van betaling en aanvaarding. Het ging toen niet meer over het stobbenvrij opleveren van de grond, daarover hebben we in het voortraject gebakkeleid. Ik bedoel daarmee dat wij in het begin hebben gezegd dat de worteldeeltjes niet groter zouden mogen zijn dan 2 cm. (..) We hebben niet gesproken over de diepte waarvan de grond stobbenvrij zou moeten zijn. [geïntimeerde] zou alle percelen gefreesd en stobbenvrij opleveren. Het referentieperceel [1] was toen al in cultuur gebracht: er stond vezelhennep op.
De zinsnede achter het voorlaatste liggende streepje van artikel 15 is afkomstig van de makelaar van [geïntimeerde]. De woorden “in mondeling overleg” hebben volgens mij te maken met de mededeling dat de grond na drie jaar overal voor te gebruiken was. Maar nu u door vraagt durf ik niet meer met zekerheid te zeggen of deze mededeling gedaan is voor of na het sluiten van de koopovereenkomst. Volgens mij is het voor het sluiten van de koopovereenkomst wel ter sprake geweest en ik zou dit ook nog kunnen nazien in mijn dossier. Ik kan echter niet verklaren waarom die mededeling niet is opgenomen in de koopovereenkomst. (…)
Volgens mij staat er in artikel 8 dat de grond bedoeld was om een melkveebedrijf van een bepaalde omvang te stichten. De uitruilmogelijkheden kunnen van belang zijn voor [appellant] als melkveehouder (..) Het is geen voorwaarde voor de koop geweest. In de koopovereenkomst is ook niets over het uitruilbelang opgenomen omdat het een akkerbouw gebied is. Achteraf gezien had er wel een garantie in de koopovereenkomst moeten staan over het kunnen gebruiken van de grond voor alle doeleinden na drie jaren.
[ingenieur] heeft voorgesteld om perceel [1] als referentieperceel op te nemen. Het was al gefreesd. [1] is het perceel dat visueel geïnspecteerd is.
[firma] is door [appellant] ingeschakeld. Dit is een deskundige. In april 2011 is er ter plaatse gediscussieerd over praktische oplossingen. Daarna is [R] [bedoeld is: medewerker [firma], hof] niet meer geconsulteerd. Volgens [R] kun je wel [geïntimeerde] inzaaien maar dit kan het afsterven van de wortels belemmeren. Of [R] de grond geschikt vond voor een veeteeltbedrijf weet ik niet."
Getuige [getuige], boomkundige, heeft (voor zover hier van belang) het volgende verklaard:
"(…) Ik ben begin 2011 ingeschakeld door [appellant]. Met behulp van een kraan heb ik op 8 plekken stobben opgezocht in de percelen van [appellant]. Op die 8 plekken vond ik tenminste 3 stobben per plek op een diepte van 20 a 23 centimeter. Aanwezigheid van stobben op deze diepte geeft een beperking bij de normale en de noodzakelijke grondbewerkingen, zoals het ploegen bij maïsteelt. Ook bij de teelt van [geïntimeerde] keer je de grond vaak om, om onkruid te verwijderen en de grond los te maken. Het vernieuwen van grasland vindt niet jaarlijks plaats. Bij de teelt van maïs is het gangbaar dat na de oogst de grond opnieuw geploegd wordt voordat er nieuwe teelt wordt ingezaaid in het voorjaar.
Een normale bewerkingsdiepte is tussen de 20 en 35 cm.
(…) Ik ben goed bekend met de bodemstructuur van de veenkoloniën. Ik weet dat als je te diep freest humusloos zand vermengd wordt met humusrijke zandgrond. Dit leidt tot een iets schralere grond maar de wortelbare diepte wordt groter en dat is gunstig. Daartegen zal de vruchtbaarheid van de grond iets afnemen. (…)"
Getuige [Y], loonwerker, heeft (voor zover hier van belang) het volgende verklaard:
"Ik heb werkzaamheden uitgevoerd voor [geïntimeerde]. Ik moest stobben frezen op een stuk grond in [X]. Dit is geweest in 2009. Als je stobben freest gebeurt dit normaliter tot 30 cm diepte. Zo zijn we ook in eerste instantie begonnen met frezen op 30 cm. Toen kwam er geel zand naar boven op bepaalde plaatsen en is besloten om op die plaatsen minder diep te frezen. Als je bezig bent kun je zien waar het gele zand naar boven komt. Je praat denk ik over een verschil van diepte van 5 cm of 10 cm op sommige plaatsen. Ik wist niet hoe diep de zandgrond daar zat, dit wisselt daar nogal sterk.
De grondslag is daar niet constant. (…)
Ik ken [appellant] niet. Ik heb hem één keer gezien (..) ik weet dat ik [appellant] in 2010 heb zien staan op een afstand van 500 a 600 meter. (..)
Het perceel dat nu het referentieperceel wordt genoemd was door [appellant] goedgekeurd en dan ga je dus zo verder. Ik was er toen zelf niet bij maar heb van de machinist [machinist] gehoord dat [appellant] in 2009 het perceel heeft goedgekeurd. Toen [geïntimeerde] mij [appellant] aanwees in 2010 stond [appellant] naar schatting op zo’500 a 600 meter afstand (..)
Er heeft overleg plaatsgevonden tussen [machinist] (uitvoerend medewerker van [Y], hof), [geïntimeerde] en ik over hoe wij moesten omgaan met het gele zand. Naar mijn mening heeft [geïntimeerde] hierover overleg gehad met [appellant]. Dit heb ik niet van [geïntimeerde] gehoord overigens. Op een gegeven moment kwam [machinist] ’s avonds terug en zei dat [appellant] was geweest. Hij was aan het graven achter de machine en had zijn duim omhoog gedaan. Wij konden verder op de wijze zoals wij bezig waren. Het was [appellant] naar de zin volgens [machinist]. Het kan niet anders zijn dan dat dit in 2009 is geweest. Want wij waren toen begonnen en toen geel zand naar boven kwam heeft de machinist gezegd dat dit niet de bedoeling kan zijn. Van [geïntimeerde] heb ik begrepen dat [appellant] was komen kijken toen er problemen waren omdat er volgens [machinist] wel 30% gele grond naar boven is gekomen. Onderling hebben [geïntimeerde] en ik afgesproken dat wij dus minder diep zouden werken op die plekken waar geel zand naar boven kwam. Na een paar dagen hoorde ik van [machinist] dat [appellant] was geweest. Mijn logische conclusie was geweest dat [geïntimeerde] [appellant] had geroepen. [machinist] kwam gelijk op de eerste dag dat hij daar bezig was geel zand tegen. Ter plekke is er overleg geweest maar ik weet niet meer hoe lang het geduurd heeft voordat [machinist] heeft gezegd dat [appellant] was geweest. (…)
Alle percelen heb ik gefreesd zoals het eerste perceel. [appellant] was tevreden. (…)
Je kunt een paar dagen na het frezen nog wel zien waar de stobben hebben gezeten. Je ziet dan houtsnippers. Met de schop kun je bij die snippers gemakkelijk zien hoe diep de stobbe zit. (…)"
Getuige [Z], loonwerker, heeft (voor zover hier van belang) het volgende verklaard:
"In 2010 heb ik opdracht gekregen om grond waarop maïs had gestaan in te zaaien met wintergroen. Dit was op land van [appellant] dat hij gekocht had van [geïntimeerde] (..) Als je met een werktuig dat tenminste 60cm diep de grond ingaat, weerstanden bemerkt kun je stobben vinden. (..) Tijdens het bewerken van het land zag ik houtsplinters. Als ik terugliep of met de machine terugging als ik langs de vorige werkgang kwam."
3.2.1.In eerste aanleg heeft [appellant] gevorderd: bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
I. te verklaren voor recht de kadastrale percelen te [woonplaats], kadastraal bekend [percelen] ten tijde van de levering hiervan op 14 april 2010 niet over de eigenschappen beschikten, die ingevolge (artikel 8 van de) koopovereenkomst tussen partijen was overeengekomen,
II. op grond van artikel 7:17 BW de koopovereenkomst partieel te ontbinden en de koopsom in neerwaartse zin aan te passen, met een bedrag van € 66.600,00, zijnde het bedrag dat gemoeid is met het opnieuw doen frezen van de percelen en [geïntimeerde] te veroordelen tot restitutie van dat gedeelte van de koopsom aan [appellant],
III. te verklaren voor recht dat [geïntimeerde] jegens [appellant] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van diens uit de koopovereenkomst van 1 oktober 2009 voortvloeiende verplichtingen en [geïntimeerde] te veroordelen tot vergoeding van de hieruit voor [appellant] voortvloeiende schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
Subsidiair t.a.v. II
IV. de overeenkomst te vernietigen ex artikel 6:228 BW, met toepassing van artikel 6:230 lid 2 BW, aldus dat de gevolgen van de overeenkomst in zodanige zin gewijzigd worden dat de tussen partijen overeengekomen koopprijs verminderd wordt met de kosten die gemoeid gaan met het opnieuw doen frezen van de percelen, zoals hiervoor gesteld op € 66.600,00,
Primair en subsidiair
V. [geïntimeerde] te veroordelen in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met:
- forfaitaire nakosten van € 205,00, te vermeerderen met € 68,00 in geval van betekening na verloop van 14 dagen na de datum van het in deze te wijzen vonnis;
- wettelijke rente over de som van voorgaande kosten vanaf de 15e dag na de datum van het in deze te wijzen vonnis.
[appellant] heeft aan zijn vordering - kort gezegd - ten grondslag gelegd dat hij voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst kenbaar heeft gemaakt dat hij de percelen wilde gebruiken voor zijn veeteeltbedrijf en dat de grond voor dat gebruik geschikt moest zijn. Door de aanwezigheid van stobben in de percelen is hij beperkt in het gebruik van de grond. Er is sprake van non-conformiteit, schending van de garantieverplichting en dwaling