Uitspraak
[appellant],
Holland Trading,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
Dat het uw gerechtshof moge behagen om het eindvonnis van de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, gewezen tussen appellant als eiser en geïntimeerde als gedaagde op 3 juli 2013 (…) te vernietigen en opnieuw rechtdoende de vordering van appellant in eerste aanleg alsnog zal toewijzen, met veroordeling van geïntimeerde tot terugbetaling van al hetgeen appellant aan geïntimeerde ter uitvoering van het bestreden vonnis heeft voldaan of zal hebben voldaan, vermeerderd met de wettelijke (handels)rente vanaf de dag van betaling tot aan de dag der terugbetaling alsmede met veroordeling van geïntimeerde in de kosten van de procedure in beide instanties."
3.De feiten
"MAN TGA 26.460 FPLSEUR 18.5000Sattelzugmachine (SZM), SchwerlastGebrauchtfahrzeugPreis:EUR 18.500Kilometerstand 560.000 km(…)Fahrzeugbeschreibung:Sehr schones Sattelzug 6X2 MAN chass.
4.De vordering in eerste aanleg en de beslissing daarop
1. een bedrag van € 15.770,- te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW vanaf 4 april 2012, althans vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
2. een bedrag van € 50.693,29 voor de door [appellant] geleden schade, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW te rekenen vanaf 4 april 2012, althans vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
3. een bedrag van € 1.493,82 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a van de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
4. de kosten van het geding.
5.De motivering van de beslissing in hoger beroep
twee grievenopgeworpen.
eerste griefbetoogt [appellant] dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de brief van 28 maart 2012 niet gezien kan worden als een ingebrekestelling, nu die brief geen redelijke termijn voor nakoming van de uit de koopovereenkomst voortvloeiende verbintenissen bevat. De
tweede griefis gericht tegen het oordeel van de rechtbank dat [appellant] geen, dan wel onvoldoende feiten en omstandigheden heeft aangevoerd om te kunnen concluderen dat Holland Trading zonder ingebrekestelling in verzuim is geraakt.
In aansluiting daarop zal het hof ook de gevorderde wettelijke rente over de proceskosten en de nakosten toewijzen zoals hierna vermeld.