ECLI:NL:GHARL:2015:208

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
13 januari 2015
Publicatiedatum
14 januari 2015
Zaaknummer
200.139.458-01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over ontbinding koopovereenkomst van een trekker en de gevolgen daarvan

In deze zaak gaat het om een geschil tussen [appellant], een ondernemer die een grondverzetbedrijf in Duitsland exploiteert, en Holland Trading B.V., een bedrijf dat handelt in trucks en zware machines. De appellant heeft een trekker van het merk MAN, type TGA 26.460 FPLS, gekocht voor een bedrag van € 18.500,00. Na de aankoop heeft de appellant ernstige gebreken aan de trekker geconstateerd, waaronder waterverlies. Hij heeft de trekker laten inspecteren door een erkend garagebedrijf, dat een reparatiebedrag van € 11.241,37 heeft vastgesteld. De appellant heeft vervolgens geprobeerd de koopovereenkomst te ontbinden op basis van wanprestatie van de verkoper.

In eerste aanleg heeft de rechtbank de vorderingen van de appellant afgewezen, waarbij de rechtbank oordeelde dat Holland Trading niet in verzuim was geraakt. De appellant heeft hiertegen hoger beroep ingesteld. Het hof heeft de procedure in hoger beroep gevolgd, waarbij de appellant zijn grieven heeft gepresenteerd. Het hof heeft vastgesteld dat de grieven van de appellant in wezen herhalingen zijn van de argumenten die in eerste aanleg zijn geponeerd.

Het hof heeft de overwegingen van de rechtbank overgenomen en geconcludeerd dat de grieven falen. De appellant is als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van het hoger beroep. Het hof heeft het bestreden vonnis bekrachtigd en de appellant veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de zijde van Holland Trading, inclusief wettelijke rente en nakosten. Dit arrest is op 13 januari 2015 uitgesproken.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.139.458/01
(zaaknummer rechtbank Overijssel C/07/204301 / HZ ZA 12-276)
arrest van de tweede kamer van 13 januari 2015
in de zaak van
[appellant],
wonende te [woonplaats],
appellant,
in eerste aanleg: eiser,
hierna:
[appellant],
advocaat: mr. M.N. van Geenen, kantoorhoudend te Venlo,
tegen
Holland Trading B.V.,
gevestigd te Steenwijk,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna:
Holland Trading,
advocaat: mr. M. van Asperen-van Dijk, kantoorhoudend te Zwolle.

1.Het geding in eerste aanleg

In eerste aanleg is geprocedeerd en beslist zoals weergegeven in de vonnissen van 27 februari 2013 van de rechtbank Oost-Nederland, zittingsplaats Zwolle, en van 3 juli 2013 van de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle (hierna: de rechtbank).

2.Het geding in hoger beroep

2.1
Het verloop van de procedure is als volgt:
- de dagvaarding in hoger beroep d.d. 1 oktober 2013,
- de memorie van grieven (met producties),
- de memorie van antwoord.
2.2
Vervolgens hebben partijen de stukken voor het wijzen van arrest overgelegd en heeft het hof arrest bepaald.
2.3
De vordering van [appellant] luidt:
"
Dat het uw gerechtshof moge behagen om het eindvonnis van de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, gewezen tussen appellant als eiser en geïntimeerde als gedaagde op 3 juli 2013 (…) te vernietigen en opnieuw rechtdoende de vordering van appellant in eerste aanleg alsnog zal toewijzen, met veroordeling van geïntimeerde tot terugbetaling van al hetgeen appellant aan geïntimeerde ter uitvoering van het bestreden vonnis heeft voldaan of zal hebben voldaan, vermeerderd met de wettelijke (handels)rente vanaf de dag van betaling tot aan de dag der terugbetaling alsmede met veroordeling van geïntimeerde in de kosten van de procedure in beide instanties."

3.De feiten

3.1
Tegen de weergave van de vaststaande feiten in rechtsoverweging 2 (2.1 tot en met 2.9) van het vonnis van 3 juli 2013 is geen grief ontwikkeld en ook anderszins is niet van bezwaren daartegen gebleken, zodat ook in hoger beroep van die feiten zal worden uitgegaan. Deze feiten luiden als volgt.
3.2
[appellant] exploiteert een grondverzetbedrijf in Duitsland.
3.3
Holland Trading handelt in - onder meer - trucks en (zware) machines.
3.4
Via het internet heeft Holland Trading een trekker van het merk MAN, type TGA 26.460 FPLS (hierna: de trekker), voor een bedrag van € 18.500,00 aangeboden. In de advertentie is - voor zover thans van belang - het volgende opgenomen:
"MAN TGA 26.460 FPLSEUR 18.5000Sattelzugmachine (SZM), SchwerlastGebrauchtfahrzeugPreis:EUR 18.500Kilometerstand 560.000 km(…)Fahrzeugbeschreibung:Sehr schones Sattelzug 6X2 MAN chass.
[chassisnummer]Motor Achsen und Automatic zint 100% der Reifen 70-80% algemeine Zustand so gut wie neu, der Sattelzug ist voll fahrberreit und direct einsatsberreid, herkomst Holland. (…)"
3.5
In januari 2012 heeft [appellant] de trekker tweemaal bij Holland Trading bezichtigd en heeft hij eenmaal een proefrit met de trekker gemaakt.
3.6
Partijen hebben daarna overeenstemming bereikt over de koopprijs en [appellant] heeft een aanbetaling van € 500,00 gedaan. Op 17 februari 2012 heeft [appellant] het restant van de koopprijs betaald en heeft Holland Trading de trekker aan [appellant] geleverd.
3.7
Op 28 maart 2012 is namens [appellant] een brief aan Holland Trading gezonden.
In deze brief is - voor zover thans van belang - het volgende opgenomen:
"Vrijwel direct nadat mijn cliënt de vrachtauto bij u heeft gekocht, heeft opgehaald en naar Duitsland is gereden, heeft hij geconstateerd dat er sprake was van ernstig waterverlies. Omdat cliënt een en ander niet vertrouwde heeft hij de trekker laten nakijken bij een erkend M.A.N. garagebedrijf.
Bijgaand treft u aan de offerte die dit garagebedrijf aan mijn cliënt heeft doen toekomen en waaruit blijkt, na grondige inspectie, dat de vrachtauto op zeer veel punten ernstige gebreken en mankementen vertoont die dienen te worden gerepareerd.Het totaalbedrag voor de reparatie wordt geschat op € 11.241,37 (zie bijlage).
Blijkbaar heeft u mijn cliënt een vrachtauto verkocht die technisch/motorisch in slechte staat blijkt te zijn en waaraan diverse grote reparaties moeten worden uitgevoerd om de vrachtauto weer gebruiksklaar te maken. Gezien het bovenstaande is mijn cliënt dan ook gerechtigd om over te gaan tot ontbinding van de koopovereenkomst op basis van wanprestatie uwerzijds.
Namens cliënt laat ik u dan ook middels deze uitdrukkelijk weten dat hij van deze mogelijkheid gebruik maakt en dat hiermee de destijds gesloten koopovereenkomst buitengerechtelijk wordt ontbonden.Het gevolg hiervan is dat u gehouden bent om aan mijn cliënt terug te betalen de koopsom van de vrachtwagen ad € 15.500,00, welk bedrag thans eveneens dient te worden verhoogd met de buitengerechtelijke incassokosten ten bedrage van € 952,00. Cliënt maakt derhalve aanspraak op betaling uwerzijds van een totaalbedrag van € 16.425,00.
Middels deze verzoek ik u - welk verzoek u dient op te vatten als een sommatie in de zin van de Wet - om binnen zeven dagen na dagtekening van deze brief op mijn derdengeldrekening bij de ING Bank met nummer [rekeningnummer] ten name van Stichting Beheer Derdengelden [X] Beheer B.V. onder vermelding van dossiernummer [nummer], het bovenstaande bedrag te betalen. Na ontvangst van dit bedrag staat het u uiteraard vrij om de vrachtauto, na daartoe gemaakte afspraak, bij cliënt op te halen. Daarmee is, wat cliënt betreft, deze zaak dan afgehandeld.
Voldoet u evenwel niet aan deze sommatie en weigert u aan mijn cliënt terug te betalen, dan stel ik u namens cliënt reeds thans in gebreke en houd ik u namens cliënt uitdrukkelijk aansprakelijk voor de vervolgschade die mijn cliënt door uw toedoen heeft geleden en in de toekomst nog zal lijden. In dat geval heb ik tevens opdracht om een gerechtelijke procedure tegen u op te starten. (…)"
3.8
Holland Trading heeft bij brief van 29 maart 2012 gereageerd op de brief van [appellant].
3.9
Op 6 juni 2012 heeft [appellant] Holland Trading in kort geding gedagvaard bij de voorzieningenrechter van de rechtbank. Bij vonnis van 28 juni 2012 is de vordering van [appellant] afgewezen.
3.1
[appellant] heeft de trekker verkocht voor een bedrag van € 2.380,00 (inclusief btw).

4.De vordering in eerste aanleg en de beslissing daarop

4.1
[appellant] heeft in eerste aanleg gevorderd dat Holland Trading bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, wordt veroordeeld om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan hem te voldoen:
1. een bedrag van € 15.770,- te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW vanaf 4 april 2012, althans vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
2. een bedrag van € 50.693,29 voor de door [appellant] geleden schade, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW te rekenen vanaf 4 april 2012, althans vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
3. een bedrag van € 1.493,82 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a van de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
4. de kosten van het geding.
4.2
Holland Trading heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
4.3
In het vonnis van 3 juli 2013 heeft de rechtbank de vorderingen van [appellant] afgewezen en [appellant] veroordeeld in de proceskosten en de nakosten. De rechtbank heeft het vonnis voor wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

5.De motivering van de beslissing in hoger beroep

5.1
[appellant] heeft in hoger beroep
twee grievenopgeworpen.
5.2
Met zijn
eerste griefbetoogt [appellant] dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de brief van 28 maart 2012 niet gezien kan worden als een ingebrekestelling, nu die brief geen redelijke termijn voor nakoming van de uit de koopovereenkomst voortvloeiende verbintenissen bevat. De
tweede griefis gericht tegen het oordeel van de rechtbank dat [appellant] geen, dan wel onvoldoende feiten en omstandigheden heeft aangevoerd om te kunnen concluderen dat Holland Trading zonder ingebrekestelling in verzuim is geraakt.
5.3
Het hof constateert dat hetgeen [appellant] stelt ter toelichting op zijn grieven, in de kern een herhaling vormt van de in eerste aanleg door hem ingenomen standpunten. In hoger beroep voor het eerst ingenomen standpunten leest het hof niet in de grieven en ook nadere argumenten voor de in eerste aanleg reeds geponeerde stellingen zijn niet aangevoerd, evenmin als nieuwe feiten en/of omstandigheden. Nu de rechtbank naar het oordeel van het hof de door [appellant] ingenomen stellingen op juiste gronden heeft verworpen en die gronden uitgebreid en begrijpelijk heeft gemotiveerd, verwerpt ook het hof deze stellingen. De daarvoor te geven motivering zou een herhaling vormen van hetgeen de rechtbank reeds heeft overwogen, zodat het hof volstaat met een verwijzing naar de bestreden overwegingen (onder 4.4 tot en met 4.6 van het vonnis van 3 juli 2013). Het hof neemt die overwegingen over en maakt die tot de zijne.
5.4
Uit het vorenstaande vloeit voort dat de grieven falen en dat [appellant] als de in het ongelijk te stellen partij zal worden veroordeeld in de kosten van het hoger beroep (salaris advocaat: 1 punt, tarief IV).
In aansluiting daarop zal het hof ook de gevorderde wettelijke rente over de proceskosten en de nakosten toewijzen zoals hierna vermeld.
De beslissingHet gerechtshof:
bekrachtigt het bestreden vonnis;
veroordeelt [appellant] in de kosten van het hoger beroep voor zover gevallen aan de zijde van Holland Trading begroot op € 1.862,- voor verschotten en € 1.631,- voor geliquideerd salaris van de advocaat, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van dit arrest, en - voor het geval voldoening binnen bedoelde termijn niet plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening;
veroordeelt [appellant] in de nakosten, begroot op € 131,- met bepaling dat dit bedrag zal worden verhoogd met € 68,- in geval niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan deze uitspraak is voldaan én betekening heeft plaatsgevonden;
verklaart dit arrest voor zover het betreft de hierin vermelde proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit arrest is gewezen door mr. M.W. Zandbergen, mr. H.E. de Boer en mr. A.E.B. ter Heide en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op dinsdag 13 januari 2015.