In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 20 maart 2015 het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland bevestigd, waarbij de verdachte was veroordeeld tot negen jaar gevangenisstraf voor een gewelddadige poging tot overval op de Rabobank in Driebergen op 24 mei 2011. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank, dat op 18 februari 2014 was uitgesproken. Het hof heeft het onderzoek ter terechtzitting gevoerd op 30 september 2014 en 9 maart 2015, waarbij het hof kennisnam van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdachte en zijn raadsman, mr. J-H.L.C.M. Kuijpers.
Het hof heeft vastgesteld dat de rechtbank op goede gronden heeft geoordeeld en heeft de overwegingen van de rechtbank grotendeels overgenomen, met enkele verbeteringen en aanvullingen. De verdachte was betrokken bij een gewelddadige poging tot overval, waarbij hij samen met een medeverdachte een scooter gebruikte om te vluchten. Het hof heeft de bewijsvoering van de rechtbank bevestigd, inclusief de herkenning van de verdachte door de politieagenten kort na de overval, ondanks de argumenten van de verdediging over de onbetrouwbaarheid van deze herkenning.
Het hof heeft ook de verzoeken van de verdediging om getuigen opnieuw te horen afgewezen, omdat de noodzaak daarvan niet was aangetoond. De uitspraak van het hof bevestigt de eerdere veroordeling van de verdachte, met inachtneming van de verbeteringen in de overwegingen van de rechtbank.