Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
geïntimeerde,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.De motivering van de beslissing in hoger beroep
nr. 44/2001 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, EEX-Verordening). In de verwijzing in de processtukken door beide partijen naar Nederlands recht ligt voorts besloten dat partijen een rechtskeuze voor Nederlands recht hebben gemaakt. Nu artikel 6 van Verordening (EG)
nr. 593/2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst
(Rome I) daaraan, blijkens het tweede lid daarvan niet in de weg staat, zal het hof er overeenkomstig artikel 3 van die Verordening van uitgaan dat het Nederlandse recht de overeenkomst tussen partijen beheerst, ofschoon het hier gaat om een consumentenovereenkomst in de zin van het eerste lid van die bepaling en nog daargelaten of aan de voorwaarden van dat eerste lid is voldaan.