Uitspraak
[appellante],
[voegende partij],
[geïntimeerde],
1.Het verdere procesverloop
- een proces-verbaal van getuigenverhoor aan de zijde van [appellante];
- een akte van depot zijdens [voegende partij];
- een proces-verbaal van voortzetting getuigenverhoor aan de zijde van [appellante];
- een memorie na enquête van [appellante];
- een memorie na enquête van [geïntimeerde];
- een memorie na enquête van [voegende partij];
- een antwoordakte van [geïntimeerde].
2.De verdere beoordeling
- [A];
- [B].
- zichzelf;
- [X];
- de heer [getuige], makelaar bij [bedrijf] (hierna: [getuige]).
[voegende partij] heeft, samengevat en zakelijk weergegeven, het volgende verklaard.
Tijdens het gesprek met de heer [Y] (hierna: [Y]), vestigingsmanager van het kantoor in [plaats 1], [X] en [A] (het al dan niet aanwezig zijn van [B] herinnert [voegende partij] zich niet meer) zijn geen afspraken gemaakt over wie welke taxaties zou uitvoeren en is evenmin gesproken over een splitsing van bedrijfspanden en woningen. Op een middag is [voegende partij] met [X] langs al zijn panden gegaan. [X] heeft daarbij geen enkel voorbehoud gemaakt. Alle panden zijn daadwerkelijk door [X] getaxeerd. Toen de taxaties van [X] al in de maak waren, heeft [voegende partij] weer contact gekregen met [A]. Het ging toen niet over taxaties, maar over het eventueel oversluiten van hypotheken en over beheer. Bij de herwaardering in het kader van beheer ging het om een taxatie van de toekomstige waarde van panden, bijvoorbeeld om een inschatting van de verkoopwaarde na een periode van beheer. [A] vertelde dat hij een dergelijke waardering kon verrichten, een prognose dus van de waarde over enkele jaren, gebaseerd op ontwikkelingen in het verleden. Daarover heeft [voegende partij] met [A] afspraken gemaakt. Al die tijd is niet in zijn contact met '[plaats 2]' aan de orde geweest dat ook [X] taxaties had verricht. In zijn optiek deed '[plaats 1]' de verkoop en hield '[plaats 2]' zich bezig met hypotheken en beheer. [voegende partij] heeft de rapporten van beide locaties in dezelfde week gekregen, die van [X] waarschijnlijk net iets eerder dan van [A]. Na een aantal maanden (vier of vijf) heeft zijn vrouw besloten te gaan scheiden en heeft zij geld gevraagd. Er is daarna niets meer met de rapporten [A] gebeurd. [voegende partij] heeft nooit aan [A] om vernietiging van deze rapporten gevraagd. In de echtscheidingsprocedure heeft [voegende partij] de rapporten van [X] overgelegd, omdat die andere rapporten beleggingsrapporten waren met toekomstige waardebepalingen.
Hij heeft gemeend de BOG-afdeling uit [plaats 2] bij het (nadere) gesprek met [voegende partij] te moeten halen, omdat zij in [plaats 1] geen financiering en beheer deden en ook geen hypotheekadviseur hadden; vastgoedbeheer werd geheel vanuit [plaats 2] gedaan. In de gesprekken met [voegende partij] is niet expliciet aan de orde gekomen dat [X] de taxaties zou doen voor de verkoop en dat [A] het beheer zou doen; voor zover [X] weet zijn ze na dat eerste gesprek zonder afspraken uit elkaar gegaan. Na enige tijd ontving [X] een bericht dat bij hen een taxatieopdracht van [voegende partij] was binnen gekomen. Hij is met [voegende partij] langs de panden gegaan. [X] heeft met [voegende partij] de afspraak gemaakt dat hij in totaal € 1.000,- exclusief btw voor de taxaties in rekening zou brengen, dat is de helft van zijn normale tarief. De prijsafspraak heeft [X] doorgegeven aan de binnendienst of aan [Y]. Over dit alles heeft hij opzettelijk geen contact gezocht met '[plaats 2]'. Dat zij zelf hadden getaxeerd, hoorde [X] pas in 2008. Hij kan niet verklaren waarom de gegevens uit het kadaster exact overeenkomen met de gegevens in de taxaties van BOG-[plaats 2]. [X] weet niet of hij de gegevens uit een centraal bestand heb gehaald of dat de locaties over en weer bij hetzelfde bestand konden.
Toen [X] in 2008 werd bezocht door het onderzoeksteam van Aegon, hoorde hij voor het eerst over de taxaties van BOG.
[voegende partij] heeft met [X] niet over zijn huwelijksproblemen gesproken. Pas in 2008 hoorde hij dat er sprake was van een echtscheiding.
Hij heeft in opdracht van [voegende partij] de panden getaxeerd die in het waardeoverzicht bij zijn rapport zijn vermeld (aangehecht aan het proces-verbaal) en een vergelijking gemaakt van die taxaties met de taxaties die [X] heeft verricht. [getuige] heeft van tevoren wel inzage gehad in de feitelijke gegevens uit de rapporten van [X], maar niet in de taxatiewaarden waar hij op is uitgekomen. Ook de factoren - daarmee bedoelt [getuige] een veelvoud van de huurwaarde van het pand - waren uit die rapporten verwijderd. Dat geldt niet voor de vloeroppervlakten, maar die hebben zij zelf opnieuw bepaald. Zijn rapporten zijn een resultaat van hun eigen opnames, hun eigen onderzoek en gebruikmaking van hun eigen rekenmodellen. Zij doen dat volgens hun eigen protocollen. [getuige] heeft van meet af aan tegen [voegende partij] gezegd dat hij de taxaties op deze onafhankelijke wijze zou doen en dat de resultaten voor hem gunstig zouden kunnen uitpakken, maar evengoed ook ongunstig.
De opdracht bestond eruit dat [getuige] de waardes zou bepalen die de getaxeerde panden in 2006 hadden. [getuige] moest dat in 2014 doen, en dat is niet eenvoudig; het vergt uitgebreid onderzoek. Zij hadden soms geen tekeningen, en moesten dan opereren vanuit kadastrale gegevens. Als na 2006 een brand heeft gewoed, ben je zelfs een beetje forensisch bezig.
Als [getuige] naar het waardeoverzicht kijkt, dan ziet hij wel verschillen in de taxatiewaardes, vloeroppervlakten en factoren, maar in de totalen zijn de verschillen zeer klein. De afwijking van de totale getaxeerde waarde is 3.3%, Dan heb je het, als hij over [X] spreekt, keurig gedaan. Ook als je kijkt naar de totale vloeroppervlakten en de gehanteerde factoren, moet je die conclusie trekken.
[getuige] heeft geen opdracht gekregen om een vergelijking te maken met taxaties van [A] of [B]. Dergelijke taxaties zijn hem ook niet bekend.
Tijdens de bijeenkomst in [plaats 1] is - in aanwezigheid van [voegende partij], [Y] en [X] - de afspraak gemaakt dat vanuit [plaats 2] de bedrijfspanden zouden worden getaxeerd en dat [voegende partij] de woningen zou gaan taxeren. Bij die gesprekken is niet over beheer gesproken. Na die gesprekken is [voegende partij] twee keer in [plaats 2] op kantoor geweest. De eerste keer toen de concepten gereed waren. De tweede keer om te vragen of de rapportages konden worden vernietigd. [A] wist toen nog niet dat [X] rapporten had afgegeven voor de panden die zij ook hadden getaxeerd. Hij ontdekte dat pas rond 19 augustus 2008.
Het is mogelijk om via kadasteronline gegevens op te vragen. Het is zonder meer niet mogelijk om vanaf de ene locatie in een databank van de andere locatie te kijken.
Tijdens het gesprek met [voegende partij], [X] en [Y] is afgesproken dat [A] en [B] de bedrijfspanden zouden taxeren en [X] de woningen. In 2008 kwamen zij erachter dat er een taxatie was van [adres 1] met een peildatum en opnamedatum die nagenoeg gelijk was aan de hunne, maar met een heel andere waarde dan de hunne. Deze taxatie was opgemaakt door [X] en werd kennelijk al gebruikt. Om die reden hebben zij hun bevindingen direct bij Aegon gemeld, waar de heer [Z] van speciale zaken zich ermee heeft bemoeid.
[voegende partij] heeft nooit enige kritische opmerking gemaakt over hun waardebepalingen. Het is vreemd dat dan in zijn opdracht gelijktijdig met hen dezelfde panden tegen lagere waardes zijn getaxeerd. [A] heeft met [B] besproken dat [voegende partij] later nog wel langs is geweest met het verzoek hun taxaties te vernietigen.
- het feit dat [X] volgens zijn eigen verklaring de taxaties van de bedrijfspanden opzettelijk geheim heeft gehouden voor het hoofdkantoor van [appellante] in [plaats 2];
- de verklaring van [A] dat [voegende partij] hem heeft verzocht om de taxatierapporten van hem en [B] te vernietigen;
- het feit dat [X] geen verklaring heeft kunnen geven voor de identieke datum waarop de rapporten zijn opgemaakt en de identieke tijdstippen waarop de kadastrale gegevens zijn opgehaald;
- de tegenstrijdige verklaringen van [X] tegenover de politie en het hof omtrent de met [voegende partij] overeengekomen vergoeding voor de taxaties.
2.11 Met het voorgaande is aannemelijk dat [X] op de hoogte was van de taxaties uit [plaats 2] toen hij zijn eigen versies maakte en dat hij gebruik heeft gemaakt van gegevens uit die rapporten. Daarmee staat echter nog niet vast dat [X] onrechtmatig heeft gehandeld jegens [geïntimeerde], nu daarvoor bepalend is of door hem opzettelijk op lagere waarden dan de marktwaarden is getaxeerd. In dat verband komt gewicht toe aan de stelling van [appellante] en [voegende partij] dat [X] op zich deugdelijke taxaties heeft verricht en dat de door hem getaxeerde waarden overeenstemmen met de toen geldende martkwaarden. Indien deze stelling juist is, hetgeen zou impliceren dat [A] en [B] de panden te hoog hebben gewaardeerd, is immers geen sprake van opzettelijke benadeling van [geïntimeerde].
[C] heeft de volgende bedrijfspanden getaxeerd:
- [adres 2] te [woonplaats 2]: marktwaarde € 65.000,- ([getuige]: € 50.000,-/ [X]: € 60.000,-/ [B]: € 189.000,-);
- [adres 3] te [woonplaats 2]: marktwaarde € 565.000,- ([getuige]: € 630.000,-/ [X]: € 585.000,-/ [A]: € 475.000,- + € 818.000,-);
- [adres 4] te [woonplaats 2]: marktwaarde € 350.000,- ([getuige]: € 320.000,-/ [X]: € 349.000,-/ [A]: € 552.000,-);
- [adres 5] te [woonplaats 2]: martkwaarde € 185.000,- ([getuige]: € 200.000,-/ [X]: € 195.000,-/ [A]: € 181.000,- + € 34.000,-);
- [adres 6] te [woonplaats 2]: marktwaarde € 175.000,- ([getuige]: € 190.000,-/[X]: € 262.000,-/ [B]: alleen [adres 6] € 148.000,-);
- [adres 7] te [plaats 2]: marktwaarde € 350.000,- ([X]: € 365.000,-/[B]: alleen [adres 7] € 200.000,-).
De taxatiewaarden van [C] liggen dicht bij de taxatiewaarden van [X] en [getuige]. Het zijn juist bepaalde taxaties van [A] of [B] die - door verschillende oorzaken, zoals een hogere kapitalisatiefactor - significant naar boven afwijken.
grief 6slaagt.
(tarief II)
3.De beslissing
- aan de zijde van [appellante] vastgesteld op € 2.682,- voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief en op € 2.142,17 voor verschotten en op € 131,00 voor nasalaris van de advocaat, vermeerderd met € 68,00 indien niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan deze uitspraak is voldaan én betekening heeft plaatsgevonden;