Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
4 maart 2015
[Z](hierna: belanghebbende)
heffingsambtenaarvan de
gemeente Súdwest-Fryslân(hierna: de heffingsambtenaar)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.De vaststaande feiten
3.Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
4.Beoordeling van het geschil
“De taxatie is bedoeld om inzicht te verstrekken in de waarde van het object ten behoeve van: Het vaststellen van een marktconforme huurprijs alsmede de verkoopwaarde in verhuurde staat van het totale object”. De opdrachtdatum is bovendien gelegen voor de bekendmaking van de onderhavige WOZ beschikking en na de bezwaartermijn van de WOZ beschikking voor 2011. In het taxatierapport worden voorts geen transactiegegevens van vergelijkbare objecten gemeld. Gelet op het voorgaande is het Hof van oordeel dat het taxatierapport niet in het kader van de WOZ-procedure is opgemaakt en dat belanghebbende ter zake van dat rapport niet voor een (hogere) vergoeding in aanmerking komt.
5.Proceskosten
6.Beslissing
- vernietigt de uitspraak van de Rechtbank;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- wijzigt de beschikking aldus dat de waarde van de onroerende zaak voor het kalenderjaar 2012 wordt vastgesteld op € 750.000;
- veroordeelt de heffingsambtenaar in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 182,60 en
- gelast dat de heffingsambtenaar aan belanghebbende het betaalde griffierecht vergoedt te weten € 42 in verband met het beroep en € 118 in verband met het hoger beroep.
4 maart2
15in het openbaar uitgesproken.