Uitspraak
1.[appellant 1],
[appellant 1],
[appellant 2],
[appellanten],
[geïntimeerde],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
(…) de vonnissen van de Kantonrechter van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, van 27-9-2012, 11-4-2013 en 15-8-2013 (…) te vernietigen en opnieuw rechtdoende de vordering van eiser in conventie af te wijzen en die van eisers in reconventie toe te wijzen, met veroordeling van geïntimeerde in de kosten van de procedure, zowel in eerste aanleg als in hoger beroep.”
(…) de tussen [geïntimeerde] en [appellanten] (…) gewezen vonnissen te bekrachtigen, zo nodig onder verbetering van gronden, doch daarbij ten aanzien van de wettelijke rente te bepalen dat [appellanten] wordt veroordeeld tot betaling van de wettelijke handelsrente over het bedrag van € 3.570,- vanaf 27 oktober 2010 tot de dag der voldoening, met veroordeling van [appellanten] in de kosten van het hoger beroep.”
deze wijziging is in de ogen van appellanten een onnodige wijziging en zodoende niet noodzakelijk.”
2.De vaststaande feiten
Bijgaand een concept van de intentieverklaring voor de verkoop van [appellant 2]. Er zijn nog wat zaken niet ingevuld. Die verneem ik graag zo snel mogelijk. Dan kan een en ander voor mijn vakantie a.s. vrijdag worden afgewerkt.”
Koop en verkoop exploitatie [appellant 2]” (hierna: de conceptovereenkomst). Het betrof een grotendeels ingevulde overeenkomst, die de overdracht van de inventaris en goodwill van de winkel en bakkerij tot onderwerp had.
3.De vordering en de beoordeling in eerste aanleg
4.De grieven en de verdere beoordeling in hoger beroep
tien grieventegen de bestreden uitspraken geformuleerd.
grief Xzelfstandige betekenis.
grieven II en IIIzijn daarbij woordelijk nagenoeg en inhoudelijk exact gelijk: zij vallen het oordeel dat [appellanten] in zijn hoedanigheid van bestuurder van [appellant 1] namens deze laatste een overeenkomst met [geïntimeerde] is aangegaan aan.
ik geef jou de opdracht om de onderneming te verkopen" levert, gelet op de vorenbedoelde context, geen aanwijzing in die richting op. [geïntimeerde] mocht er naar het oordeel van het hof van uitgaan dat [appellanten] hem niet pro se, maar in zakelijke hoedanigheid adieerde.
IV, V, VI en IXbetreffen de door [geïntimeerde] gevoerde koers en de vraag of zijn gedrag onrechtmatig handelen dan wel toerekenbaar tekortschieten in de uitvoering van zijn opdracht oplevert. Deze grieven zien op de vordering van [appellanten] in oorspronkelijke reconventie en lenen zich voor gezamenlijke behandeling.
als verkoopbemiddelaaraan de dag heeft gelegd. Nu niet valt in te zien hoe ([appellanten] lichten dit ook in het geheel niet toe) deze gestelde gedragingen indien de overeenkomst wordt weggedacht een handelen in strijd met de zorgvuldigheid die in het maatschappelijke verkeer betaamt opleveren, kan niet worden aangenomen dat hier, los van een eventuele wanprestatie, sprake is van onrechtmatig handelen dat tot het vergoeden van schade verplicht.