ECLI:NL:GHARL:2015:1201

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
20 februari 2015
Publicatiedatum
20 februari 2015
Zaaknummer
21-005470-14
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging vonnis en gevangenisstraf voor woningoverval met geweld

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 20 februari 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte was betrokken bij een gewelddadige woningoverval op 21 juli 2012 in Utrecht, waarbij meerdere slachtoffers ernstig zijn bedreigd en mishandeld. Tijdens de overval werd gebruik gemaakt van een (nep)vuurwapen en een mes. De verdachte heeft samen met anderen de woning van de slachtoffers binnengevallen, hen geslagen en bedreigd, en heeft geprobeerd goederen te stelen. Het hof heeft het onrechtmatig verkregen bewijsverweer van de verdachte verworpen en heeft geoordeeld dat de aanhouding en fouillering van de verdachte rechtmatig waren. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar, met aftrek van voorarrest. Het hof heeft de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers meegewogen in de strafoplegging. De benadeelde partij is niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, omdat de verdachte van de feiten waarvoor schadevergoeding werd gevraagd, is vrijgesproken.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-005470-14
Uitspraak d.d.: 20 februari 2015
TEGENSPRAAK
Promis

Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 11 september 2014 met parketnummer 16-701368-12 in de strafzaak tegen

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
thans verblijvende te [detentieadres].

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 6 februari 2015 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw, mr. F.A. ten Berge, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing komt en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is -na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg- tenlastegelegd dat:
1. primair:
hij op of omstreeks 21 juli 2012 te Utrecht, althans in het arrondissement Utrecht, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een portemonnee (met toebehoren), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en/of een glazen plaat (met hierop - onder meer - cocaïne), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s):
-deze [slachtoffer 1] een of meerdere ma(a)l(en) tegen het lichaam heeft/hebben geslagen en/of geschopt/getrapt en/of
-een (nep)vuurwapen tegen het hoofd van deze [slachtoffer 1] heeft/hebben gezet, danwel een (nep)vuurwapen op deze [slachtoffer 1] heeft/hebben gericht en/of
-deze [slachtoffer 1] op de grond heeft/hebben gegooid en/of
-tegen deze [slachtoffer 1] heeft/hebben gezegd: "Blijf/Blijven liggen" en/of
-met een (nep)vuurwapen tegen het hoofd van deze [slachtoffer 1] heeft/hebben geslagen en/of
-deze [slachtoffer 1] een of meerdere ma(a)l(en) met een (keuken)mes in zijn gezicht/hoofd en/of nek en/of arm en/of hand, althans in ieder geval in zijn lichaam, heeft/hebben gestoken en/of -deze [slachtoffer 2] een of meerdere ma(a)l(en) met een (keuken)mes in haar buik, althans haar lichaam, heeft/hebben gestoken en/of
-een of meerdere ma(a)l(en) tegen een oor en/of het hoofd van deze [slachtoffer 2] heeft/hebben geslagen en/of
-voornoemde [slachtoffer 3] bij zijn keel heeft/hebben gepakt en/of dicht geknepen en/of dicht geknepen gehouden en/of
-eeze [slachtoffer 3] heeft/hebben getrapt/geschopt in/tegen zijn gezicht/hoofd, althans in ieder geval zijn lichaam;
1. subsidiair:
hij op of omstreeks 21 juli 2012 te Utrecht, althans in het arrondissement Utrecht, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] van het leven te beroven, althans opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet
- die [slachtoffer 1], (telkens) meermalen, althans eenmaal, met een (keuken)mes in het gezicht en/of hoofd en/of nek en/of lichaam van die [slachtoffer 1] heeft gestoken en/of
- meermalen, althans eenmaal op/tegen het lichaam van die [slachtoffer 1] heeft geschopt (terwijl deze [slachtoffer 1] op de grond lag) en/of
- die [slachtoffer 2] (telkens) meermalen, althans eenmaal, met een (keuken)mes in de buik en/of de zij, in ieder geval het lichaam van die [slachtoffer 2] heeft gestoken, zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
1. meer subsidiair:
hij op of omstreeks 21 juli 2012 te Utrecht, althans in het arrondissement Utrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk
- [slachtoffer 1] een of meerdere ma(a)l(en) tegen het lichaam heeft/hebben geslagen en/of geschopt/getrapt en/of
- een (nep)vuurwapen tegen het hoofd van deze [slachtoffer 1] heeft/hebben gezet, danwel een (nep)vuurwapen op deze [slachtoffer 1] heeft/hebben gericht en/of
- deze [slachtoffer 1] op de grond heeft/hebben gegooid en/of
- met een (nep)vuurwapen tegen het hoofd van deze [slachtoffer 1] heeft/hebben geslagen en/of
- deze [slachtoffer 1] een of meerdere ma(a)l(en) met een (keuken)mes in zijn gezicht/hoofd en/of nek en/of arm en/of hand, althans in ieder geval in zijn lichaam, heeft/hebben gestoken en/of - [slachtoffer 2] een of meerdere ma(a)l(en) met een (keuken)mes in haar buik, althans haar lichaam, heeft/hebben gestoken en/of
- een of meerdere ma(a)len tegen een oor en/of het hoofd van deze [slachtoffer 2] heeft/hebben geslagen en/of
- voornoemde [slachtoffer 3] bij zijn keel heeft/hebben gepakt en/of dicht geknepen en/of dicht geknepen gehouden en/of
- deze [slachtoffer 3] heeft/hebben getrapt/geschopt in/tegen zijn gezicht/hoofd, althans in ieder geval zijn lichaam;
waardoor voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] letsel heeft/hebben bekomen en/of pijn heeft/hebben ondervonden;
2:
hij op of omstreeks 21 juli 2012 te Utrecht, althans in het arrondissement Utrecht, ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een ring en/of (heup)tas, toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander(en) dan verdachte en/of zijn mededader(s) terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, welke poging tot diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 2] voornoemd en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s):
- deze [slachtoffer 1] een of meerdere ma(a)l(en) tegen het lichaam heeft/hebben geslagen en/of geschopt/getrapt en/of
-een (nep)vuurwapen tegen het hoofd van deze [slachtoffer 1] heeft/hebben gezet, danwel een (nep)vuurwapen op deze [slachtoffer 1] heeft/hebben gericht en/of
-deze [slachtoffer 1] op de grond heeft/hebben gegooid en/of
-tegen deze [slachtoffer 1] heeft/hebben gezegd: "Blijf/Blijven liggen" en/of
-met een (nep)vuurwapen tegen het hoofd van deze [slachtoffer 1] heeft/hebben geslagen en/of
-deze [slachtoffer 1] een of meerdere ma(a)l(en) met een (keuken)mes in zijn gezicht/hoofd en/of nek en/of arm en/of hand, althans in ieder geval in zijn lichaam, heeft/hebben gestoken en/of -deze [slachtoffer 2] een of meerdere ma(a)l(en) met een (keuken)mes in haar buik, althans haar lichaam, heeft/hebben gestoken en/of
-een of meerdere ma(a)len tegen een oor en/of het hoofd van deze [slachtoffer 2] heeft/hebben geslagen en/of
-voornoemde [slachtoffer 3] bij zijn keel heeft/hebben gepakt en/of dicht geknepen en/of dicht geknepen gehouden en/of
-deze [slachtoffer 3] heeft/hebben getrapt/geschopt in/tegen zijn gezicht/hoofd, althans in ieder geval zijn lichaam en/of
-aan de (heup)tas van deze [slachtoffer 2] heeft/hebben gevoeld en /of getrokken en/of vervolgens aan de riem van deze [slachtoffer 2] heeft/hebben getrokken en/of gevoeld en/of
-aan de ring van deze [slachtoffer 2] heeft/hebben (proberen) te trekken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3:
hij op of omstreeks 14 oktober 2012 te Utrecht en/of Den Haag een of meer wapens van categorie III, te weten een semi-automatisch wapen, merk Povazske, model Ps 97S, kaliber 9X19mm, en/of munitie van categorie III, te weten 10 loden punt patronen, merk Hirtenberger, kaliber 9x19 mm en/of 6 volmantelpatronen, merk Royal Ordnance Factory Blackpool, kaliber 9x19 mm en/of 1 volmantelpatroon, merk Prvi Partisan, kaliber 7.65 mm en/of 1 alarmpatroon, kaliber 8 mm voorhanden heeft gehad;
4:
hij op of omstreeks 22 februari 2012 te Utrecht opzettelijk en wederrechtelijk vier, in elk geval één of meer, banden van een auto (merk Peugeot, type 306 Break, kleur blauw), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt, door toen aldaar opzettelijk en wederrechtelijk met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in die band(en) te steken en/of prikken;
5:
hij op of omstreeks 03 maart 2012 in de gemeente Utrecht, een wapen van categorie I, onder 1, te weten een vlindermes (met een lemmet van 9 centimeter) (als bedoeld in artikel 2 lid 1 onder a van de Regeling Wapens en Munitie), voorhanden heeft gehad.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Vrijspraak

De ten aanzien van de feiten 4 en 5 opgemaakte processen-verbaal van politie ontbreken in het dossier. Verdachte zal daarom van die feiten worden vrijgesproken.

Onrechtmatig verkregen bewijsverweer

De raadsvrouw heeft ten aanzien van feit 3 bepleit dat sprake is van een onherstelbaar vormverzuim in de zin van artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering nu de verbalisanten verdachte niet hadden mogen vragen naar zijn identiteit en verdachte niet gefouilleerd had mogen worden en dat daarom het aangetroffen wapen dient te worden uitgesloten van het bewijs. De raadsvrouw heeft hiertoe aangevoerd dat het vragen naar het identiteitsbewijs van verdachte niet redelijkerwijs noodzakelijk was en dat er geen sprake was van een verdenking van een strafbaar feit. Ten aanzien van de onrechtmatigheid van de fouillering is door de raadsvrouw aangevoerd dat voorafgaand aan de vraag van de verbalisant of verdachte scherpe of verboden voorwerpen bij zich had er nog geen sprake was van redenen die het vermoeden rechtvaardigden dat verdachte mogelijk een vuurwapen bij zich droeg.
Uit het proces-verbaal van aanhouding komt het volgende naar voren. Op 14 oktober 2012 omstreeks 20.40 uur zagen verbalisanten verdachte in een portiek staan. Verdachte vertoonde opvallend nerveus gedrag en draaide zijn bovenlichaam en hoofd continu van links naar rechts. De verbalisanten zagen dat verdachte hierbij handelingen verrichtte met zijn handen voor de ingang van het portiek. Het was verbalisanten ambtshalve bekend dat er in die straat veelvuldig woninginbraken worden gepleegd en dat er veelvuldig harddrugs worden gebruikt en verhandeld. Tevens is het in de Algemene plaatselijke verordening van Den Haag verboden om zich zonder redelijk doel te doen ophouden in een portiek.
Verbalisanten hebben verdachte staande gehouden. Een van de verbalisanten vroeg een identiteitsbewijs aan verdachte. Verdachte vertelde dat hij geen identiteitsbewijs bij zich had. Hierop hebben verbalisanten verdachte aangehouden ter zake van de verdenking van het niet voldoen aan de Wet op de identificatieplicht. Aan verdachte is medegedeeld dat hij niet tot antwoorden verplicht was. Vervolgens is verdachte door verbalisanten begeleid naar een politievoertuig teneinde hem naar het politiebureau te brengen. Verbalisant vroeg verdachte of hij wapens of andere scherpe voorwerpen bij zich droeg. Verdachte verklaarde hierop: “Ik heb iets bij me”. Verbalisanten hebben verdachte nogmaals gevraagd wat hij bij zich had. Verdachte zei toen: “een vuurwapen op mijn rug”. Hierop is verdachte onderworpen aan een fouillering op grond van de Wet wapens en munitie. Bij deze fouillering werden een vuurwapen en munitie aangetroffen.
Het hof is mede gelet op verdachtes gedrag in de gegeven omstandigheden, zoals gerelateerd in het proces-verbaal van aanhouding, van oordeel dat geen wettelijk beletsel bestond voor de verbalisanten verdachte naar diens legitimatiebewijs te vragen. Nu verdachte zei dat hij geen identificatiebewijs bij zich had, is de daarop gevolgde aanhouding in verband met de verdenking van de overtreding van de legitimatieplicht als bedoeld in artikel 447e van het Wetboek van Strafrecht niet als onrechtmatig aan te merken. De stelling van de raadsvouw dat de vraag aan verdachte of hij wapens of andere scherpe voorwerpen bij zich had, rechtens alleen toelaatbaar is indien er sprake was van redenen die zo’n vermoeden rechtvaardigden, mist juridische grondslag.. De op verdachtes mededeling dat hij een vuurwapen op zijn rug droeg gevolgde fouillering was, gelet op het bepaalde in artikel 52, lid 2, van de Wet wapens en munitie, rechtmatig. Het hof verwerpt het verweer.

Overweging met betrekking tot het bewijs

Het hof is van oordeel dat het door verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het tenlastegelegde wordt weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 primair, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1. primair:
hij op
of omstreeks21 juli 2012 te Utrecht,
althans in het arrondissement Utrecht, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een portemonnee (met toebehoren),
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 1],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en/of een glazen plaat (met hierop - onder meer - cocaïne), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en
/ofvergezeld en
/ofgevolgd van geweld en
/ofbedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] en
/of[slachtoffer 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en
/ofgemakkelijk te maken en
/ofom bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en
/ofaan
(een)andere deelnemer
(s
)van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en
/ofwelke bedreiging met geweld hierin bestond
(en
)dat verdachte en
/ofzijn mededader
(s
):
-deze [slachtoffer 1]
een ofmeerdere ma
(a)l
(en
)tegen het lichaam
heeft/hebben geslagen en/of geschopt/getrapt en
/of
-een (nep)vuurwapen tegen het hoofd van deze [slachtoffer 1]
heeft/hebben gezet, dan wel een (nep)vuurwapen op deze [slachtoffer 1]
heeft/hebben gericht en
/of
-
deze [slachtoffer 1] op de grond heeft/hebben gegooid en/of
-tegen deze [slachtoffer 1]
heeft/hebben gezegd: "Blijf/Blijven liggen" en
/of
-met een (nep)vuurwapen tegen het hoofd van deze [slachtoffer 1]
heeft/hebben geslagen en
/of
-deze [slachtoffer 1]
een ofmeerdere ma
(a)l
(en
)met een
(keuken
)mes in zijn gezicht/hoofd en
/ofnek en
/ofarm
en/of hand, althans in ieder geval in zijn lichaam, heeft/hebben gestoken en
/of-deze [slachtoffer 2]
een ofmeerdere ma
(a)l
(en
)met een
(keuken
)mes in haar buik,
althans haar lichaam,
heeft/hebben gestoken en
/of
-
Een ofmeerdere ma
(a)l(en) tegen een oor en/of het hoofd van deze [slachtoffer 2]
heeft/hebben geslagen en
/of
-voornoemde [slachtoffer 3] bij zijn keel
heeft/hebben gepakt en
/ofdicht geknepen en
/ofdicht geknepen gehouden en
/of
-deze [slachtoffer 3]
heeft/hebben getrapt/geschopt in/tegen zijn gezicht
/hoofd, althans in ieder geval zijn lichaam;
2:
hij op
of omstreeks21 juli 2012 te Utrecht,
althans in het arrondissement Utrecht, ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een ring en
/of(heup)tas, toebehorende aan [slachtoffer 2],
in elk geval aan een ander(en) dan verdachte en/of zijn mededader(s)terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, welke poging tot diefstal werd voorafgegaan en
/ofvergezeld en
/ofgevolgd van geweld en
/ofbedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 2] voornoemd en
/of[slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en
/ofgemakkelijk te maken en
/ofom bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en
/ofaan
(een)andere deelnemer
(s
)van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en
/ofwelke bedreiging met geweld hierin bestond
(en
)dat verdachte en
/ofzijn mededader
(s
):
- deze [slachtoffer 1]
een ofmeerdere ma
(a)l
(en
)tegen het lichaam
heeft/hebben geslagen en
/ofgeschopt/getrapt en
/of
-een (nep)vuurwapen tegen het hoofd van deze [slachtoffer 1]
heeft/hebben gezet, danwel een (nep)vuurwapen op deze [slachtoffer 1]
heeft/hebben gericht en
/of
-
deze [slachtoffer 1] op de grond heeft/hebben gegooid en/of
-tegen deze [slachtoffer 1]
heeft/hebben gezegd: "Blijf/Blijven liggen" en
/of
-met een (nep)vuurwapen tegen het hoofd van deze [slachtoffer 1]
heeft/hebben geslagen en
/of
-deze [slachtoffer 1]
een ofmeerdere ma
(a)l
(en
)met een
(keuken
)mes in zijn gezicht/hoofd en
/ofnek en
/ofarm
en/of hand, althans in ieder geval in zijn lichaam, heeft/hebben gestoken en
/of-deze [slachtoffer 2]
een ofmeerdere ma
(a)l
(en
)met een
(keuken
)mes in haar buik,
althans haar lichaam,
heeft/hebben gestoken en
/of
-
een ofmeerdere ma
(a)l(en) tegen een oor en/of het hoofd van deze [slachtoffer 2]
heeft/hebben geslagen en
/of
-voornoemde [slachtoffer 3] bij zijn keel
heeft/hebben gepakt en
/ofdicht geknepen en
/ofdicht geknepen gehouden en
/of
-deze [slachtoffer 3]
heeft/hebben getrapt/geschopt in/tegen zijn gezicht
/hoofd, althans in ieder geval zijn lichaam;
-aan de (heup)tas van deze [slachtoffer 2]
heeft/hebben
gevoeld en/of getrokken en
/ofvervolgens aan de riem van deze [slachtoffer 2]
heeft/hebben getrokken
en/of gevoelden
/of
-aan de ring van deze [slachtoffer 2]
heeft/hebben (proberen) te trekken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3:
hij op
of omstreeks14 oktober 2012 te
Utrecht en/ofDen Haag een
of meerwapen
svan categorie III, te weten een
semi-automatischwapen, merk Povazske, model Ps 97S, kaliber 9X19mm, en
/ofmunitie van categorie III, te weten 10 loden punt patronen, merk Hirtenberger, kaliber 9x19 mm en
/of6 volmantelpatronen, merk Royal Ordnance Factory Blackpool, kaliber 9x19 mm en
/of1 volmantelpatroon, merk Prvi Partisan, kaliber 7.65 mm en
/of1 alarmpatroon, kaliber 8 mm voorhanden heeft gehad.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

het onder 1 primair bewezen verklaarde levert op:
diefstal, voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
het onder 2 bewezen verklaarde levert op:
poging tot diefstal, voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
het onder 3 bewezen verklaarde levert op:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Het hof heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen -en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van de hierna aan te geven duur leiden- dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan zeer ernstige feiten. Verdachte heeft samen met anderen een brute woningoverval gepleegd waarbij veel geweld is gebruikt en de in de woning aanwezige mensen op ernstige wijze zijn bedreigd. Verdachte heeft gebruik gemaakt van een (nep)vuurwapen en hiermee ook een van de slachtoffers op het hoofd geslagen. Verdachte heeft dat slachtoffer daarnaast nog met een mes op het hoofd en in de nek gestoken en een ander slachtoffer meerdere malen met een mes in de buik gestoken. Een van de mededaders van verdachte heeft een ander slachtoffer gedurende langere tijd de keel dichtgeknepen. Verdachte en zijn mededaders hebben de slachtoffers geschopt en geslagen en spullen weggenomen en getracht weg te nemen.
Het hof rekent het verdachte in ernstige mate aan dat hij samen met zijn mededaders deze overval heeft gepleegd in de woning van de twee van de slachtoffers, de plek waar men zich veilig moet kunnen voelen. Ook rekent het hof verdachte aan dat hij en zijn mededaders inbreuk hebben gemaakt op de lichamelijke integriteit van de slachtoffers door hen te mishandelen, te verwonden en (doods)angst aan te jagen. Het is bovendien een feit van algemene bekendheid dat slachtoffers van een woningoverval zich nog lange tijd onveilig voelen in hun eigen huis en dat zij gedurende lange tijd de nadelige psychische gevolgen daarvan nog kunnen ondervinden. Ook leveren dergelijke feiten gevoelens van angst en onrust op binnen de maatschappij.
Daarnaast zijn bij verdachte een vuurwapen en munitie aangetroffen, welke voorwerpen een groot gevaar vormen voor de veiligheid van personen.
Uit het uittreksel justitiële documentatie d.d. 8 januari 2015 blijkt dat verdachte in het verleden reeds meerdere malen onherroepelijk veroordeeld is wegens het plegen van vermogensdelicten, geweldsdelicten en verboden wapenbezit.
Het hof heeft bij de straftoemeting eveneens acht geslagen op de rechterlijke oriëntatiepunten voor straftoemeting. In deze oriëntatiepunten wordt als uitgangspunt voor een woningoverval met licht geweld dan wel bedreiging een gevangenisstraf genoemd voor de duur van drie jaar en voor een woningoverval met ander geweld een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaar. Als strafvermeerderende factoren worden onder meer genoemd het soort wapen, of er sprake was van een samenwerkingsverband en de aard en ernst van het letsel.
Het voorhanden hebben van een vuurwapen van categorie III, zoals onder feit 3 bewezen levert volgens de oriëntatiepunten een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op voor de duur van drie maanden.
Het hof is gelet op het voorgaande, alle feiten en omstandigheden in samenhang en onderling verband bezien, van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren met aftrek van voorarrest een straf is die passend en geboden is.

Benadeelde partij

De benadeelde partij [benadeelde] heeft zich gevoegd ter vergoeding van de schade die door het onder 4 tenlastegelegde feit zou zijn veroorzaakt. Nu het hof verdachte van dit feit zal vrijspreken, kan de benadeelde partij in haar vordering niet worden ontvangen.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 45, 57, 63, 310 en 312 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 4 en 5 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 primair, 2 en 3 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (vijf) jaren.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Beveelt de
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
een mes kleur zilver;
een mes, Koch vleesmes, 68756;
een mes, vleesmes, 68757.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]

Verklaart de benadeelde partij [benadeelde] in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Verwijst de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.

Gevangenneming

Beveelt de gevangenneming van verdachte, welk beval afzonderlijk zal worden geminuteerd.
Aldus gewezen door
mr. J.D. den Hartog, voorzitter,
mr. H. Abbink en mr. P. van Kesteren, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. M. Vodegel, griffier,
en op 20 februari 2015 ter openbare terechtzitting uitgesproken.