ECLI:NL:GHARL:2015:1155

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
17 februari 2015
Publicatiedatum
17 februari 2015
Zaaknummer
200.161.139-01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van instantie wegens het niet stellen van een advocaat door appellant in hoger beroep

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 17 februari 2015, is appellant in hoger beroep gegaan tegen eerdere vonnissen van de rechtbank. De appellant heeft op de eerste roldatum geen advocaat gesteld, ondanks de mogelijkheid die hem was geboden om dit te doen. De geïntimeerde had de eerst dienende dag vervroegd, maar de appellant heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om een advocaat te stellen binnen de gestelde termijnen. Hierdoor heeft het hof geoordeeld dat de geïntimeerde van de instantie wordt ontslagen. Het hof heeft de appellant veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep, die zijn vastgesteld op een totaalbedrag van € 3.328,27, bestaande uit salaris voor de advocaat en verschotten. De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig stellen van een advocaat in hoger beroep en de gevolgen van het niet voldoen aan deze verplichting. Het arrest is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.161.139/01
(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland C/19/93494 / HA ZA 12-177)
arrest van de eerste kamer van 17 februari 2015 in de zaak van:
[appellant],
wonende te [woonplaats 1],
appellant,
in eerste aanleg: eiser,
hierna:
[appellant],
niet verschenen,
tegen
[geïntimeerde],
wonende te [woonplaats 2],
geïntimeerde,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna:
[geïntimeerde],
advocaat: mr. A.J. van Soelen, kantoorhoudend te Amsterdam.

1.Het geding in eerste instantie

1.1
In eerste aanleg is geprocedeerd en beslist zoals weergegeven in het vonnis van 5 september 2012 van de voormalige rechtbank Assen, sector civiel recht, en het vonnis van 4 december 2013 van de rechtbank Noord-Nederland, afdeling privaatrecht, locatie Assen (hierna: de rechtbank).

2.Het geding in hoger beroep

2.1
Bij exploot van 28 februari 2014 is door [appellant] hoger beroep ingesteld van voormelde vonnissen met dagvaarding van [geïntimeerde] tegen de zitting van 24 februari 2015. De conclusie van de appeldagvaarding strekt tot vernietiging van de bestreden vonnissen en tot het alsnog toewijzen van de vordering van [appellant], met veroordeling van [geïntimeerde] in de proceskosten in beide instanties, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad.
2.2
[geïntimeerde] heeft bij exploot van anticipatie van 5 december 2014 de eerst dienende dag vervroegd naar 16 december 2014.
2.3
Op de eerst dienende dag heeft zich namens [appellant] geen advocaat gesteld.
2.4
Aan [appellant] is daarop, conform het bepaalde in art. 123 lid 1 Rv, gelegenheid gegeven om binnen een door het hof gestelde termijn alsnog advocaat te stellen. De zaak is hiervoor op de rol van geplaatst van 30 december 2014, maar op die datum heeft zich geen advocaat gesteld voor [appellant]. Vervolgens is de zaak verwezen naar de rol van 20 januari 2015 voor het stellen van een advocaat door [appellant], ambtshalve peremptoir.
2.5
Op laatstgenoemde roldatum heeft zich voor [appellant] geen advocaat gesteld en heeft [geïntimeerde] arrest gevraagd.
2.6
Arrest is bepaald op heden, te wijzen op het griffiedossier.

3.De beoordeling

3.1
Het hof stelt vast dat [appellant] binnen de hem gegeven termijnen geen gebruik heeft gemaakt van de geboden gelegenheid tot herstel van het verzuim van advocaatstelling. [geïntimeerde] zal daarom van de instantie worden ontslagen.
3.2
Met toepassing van het bepaalde in art. 123 lid 2 Rv in samenhang met de artikelen 127 lid 2 Rv en 353 lid 1 Rv zal [appellant] worden veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep (salaris advocaat: ½ punt in tarief VI).
De beslissing
Het hof, rechtdoende in hoger beroep:
ontslaat [geïntimeerde] van de instantie (de procedure in hoger beroep);
veroordeelt [appellant] in de kosten van het geding in hoger beroep en stelt die kosten aan de zijde van [geïntimeerde] tot aan deze uitspraak vast op € 1.631,50 aan geliquideerd salaris voor de advocaat en op € 1.696,77 aan verschotten.
Dit arrest is gewezen door mr. J.H. Kuiper, mr. L. Groefsema en mr. D.H. de Witte, en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op dinsdag 17 februari 2015.